Doel: Leerlingen leren hoe ze empathie kunnen tonen en respectvol met elkaar kunnen communiceren.
Duur: 45 minuten
1. Inleiding (10 minuten)
Activiteit: Begin met een kort verhaaltje over iemand die zich verdrietig voelde omdat anderen niet respectvol waren. Bespreek hoe belangrijk het is om respectvol te zijn.
Voorbeeldverhaal: “Tom had een nieuwe bril, maar sommige kinderen maakten daar vervelende grappen over. Tom voelde zich verdrietig en wilde niet meer naar school. Wat zou jij doen om Tom te helpen?”
Discussie:
- “Hoe zou jij je voelen als je in Tom’s plaats was?”
- “Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we respectvol tegen elkaar zijn?”
2. Empathie oefeningen (15 minuten)
Oefening 1: Laat leerlingen in paren een rollenspel doen waarbij de ene leerling de rol speelt van iemand die zich gekwetst voelt en de ander speelt iemand die probeert te helpen.
Scenario’s:
- “Je ziet dat iemand alleen speelt en zich verdrietig voelt. Hoe zou je die persoon kunnen helpen?”
- “Je hoort iemand iets zeggen dat anderen pijn doet. Wat doe je?”
Reflectie: Vraag na elk rollenspel hoe de leerlingen zich voelden en wat ze hebben geleerd over empathie.
3. Communicatietechnieken (10 minuten)
Uitleg: Bespreek hoe je respectvol kunt communiceren door ‘ik-boodschappen’ te gebruiken.
Voorbeeld: “Als je iets vervelends voelt, kun je zeggen: ‘Ik vind het niet fijn als...’ in plaats van iemand te beschuldigen.”
Oefening: Laat leerlingen situaties naspelen waarin ze respectvolle communicatie gebruiken.
4. Samenwerking en ondersteuning (5 minuten)
Discussie: Bespreek hoe samenwerking en het geven van complimenten kunnen helpen om een fijne sfeer in de klas te behouden.
Voorbeeld: “Hoe kunnen we samenwerken om ervoor te zorgen dat iedereen zich fijn voelt in de klas? Misschien kunnen we elke week complimenten aan elkaar geven.”
5. Afsluiting (5 minuten)
Reflectie: Vraag leerlingen om na te denken over hoe ze empathie en respect in hun dagelijks leven kunnen toepassen.
Opdracht: “Schrijf een korte zin over hoe jij empathie kunt tonen en respectvol kunt communiceren met je klasgenoten.”