Iedereen klaar...? Starten maar!
Hieronder vind je activiteiten die helpen om elkaar beter te leren kennen, beter samen te werken en rekening met elkaar te houden. Doel: het realiseren van een sterke, veilige groep. Kijk welke activiteiten je voor jouw groep geschikt vindt. Download het katern met veel achtergrondinformatie over De Gouden Weken en lesmaterialen om direct met je leerlinge mee aan de slag te gaan.
Startgesprek
Schrijf de volgende vragen op het bord: • Wat verwacht je van dit schooljaar? • Waar kijk je naar uit?
- Waar zie je tegenop?
- Hoe kan ik jou helpen?
Maak tweetallen en laat die aan de hand van de vragen op het bord met elkaar in gesprek gaan.
Zijn er kinderen in jouw groep die niet zo goed met elkaar kunnen praten? Probeer juist hen met deze vragen in gesprek te laten gaan. Help waar nodig is. Herhaal deze activiteit een paar keer, tot iedereen in deze groep elkaar gesproken heeft.
Mystery hero!
Schrijf de naam van elk kind op een briefje of ijslollystokje en stop deze in een pot.Trek aan het begin van de dag één naam uit de pot.Bekijk deze zonder dat de kinderen dit kunnen zien.Vertel de kinderen dat je deze dag extra goed let op positief gedrag dat dit kind laat zien. Omdat niemand weet wie de mystery hero is, doe je dit verzoek aan alle leerlingen. Aan het einde van de dag maak je bekend welk kind de mystery hero van de dag is. Is het gedrag gedurende de dag niet positief? Dan blijft voor altijd geheim wie de mystery hero was die dag.
Interview
Tweetallen: één is de presentator, de ander wordt geïnterviewd. De presentator probeert in vijf minuten tijd drie bijzondere wetenswaardigheden van de ander te ontdekken.
Paspoort
Toon alle emotiewoorden van de emotiewoordenschat op www.kwinkopschool.nl en geef de volgende opdracht.
Welke woorden verbind jij met een veilige groep? Kies er vijf die bij jou passen en combineer die met een foto van jezelf. Plak de foto op een A4-blad en schrijf de woorden er op een creatieve manier omheen. Bij elk woord komt een korte situatie of toelichting.
Klaar? Ruilen maar!
Zet op het plein of in de gymzaal zoveel plekken uit als er kinderen in de groep zitten, plus een plek voor jezelf. Je kunt hiervoor blokken, pylonen of bijvoorbeeld een jas gebruiken. Iedereen zoekt een plek.
Het is de bedoeling dat iedereen zo vaak mogelijk van plek ruilt met een ander. Maar er mag niet gesproken worden en ook geen geluiden gemaakt worden. Hoe vaak lukt het om met iemand van plek te wisselen?
Variatie: Haal een plek weg en wijs een tikker aan. De tikker mag iemand tikken die niet bij een plek staat. Wie getikt is, gaat aan de kant staan. Het wordt zo steeds moeilijker om non-verbaal te communiceren over het ruilen.
Een veilige groep
Elk kind schrijft op een klein gekleurd kaartje één ding dat het nodig heeft om zich veilig te voelen in de groep. Prik alle kaartjes op een prikbord en hang daar groot een strook papier boven met de tekst:‘Het wordt een veilige groep dit jaar’.
Laat nu een van de kinderen een kaartje van het prikbord pakken. Het leest de notitie voor. Bespreek samen de vraag: hoe kun je hier als groep voor zorgen?
De Gouden Weken... Dat is de periode van de eerste schooldag tot aan de herfstvakantie. Die eerste zes tot acht weken zijn cruciaal voor het creëren van een fijne sfeer in de groep. Wordt het een positieve, gezellige, hardwerkende groep waarin kinderen voor elkaar opkomen, of een negatieve groep waarin lang niet iedereen zich veilig kan voelen?
Een leerkracht die het belang van de Gouden Weken begrijpt - en dus actief aan een positieve groepsvorming werkt – gaat voor een leuk schooljaar voor iedereen. Maar hoe doe je dat?
In deze speciale uitgave van ‘Kwink &’ krijg je veel informatie over de eerste drie fases van groeps- dynamica bij kinderen (forming, norming en storming), over hiërarchie in de groep, en geven we praktische en leuke werkvormen om de Gouden Weken optimaal te laten verlopen. Met bijlages voor het schoolteam en ouders. We verwijzen ook naar de speciale Kwink Gouden Weken-poster met daarop zeventien energizers voor groepsvorming in de onder-, midden- en bovenbouw. Deze energizers staan ook herhaald in dit katern.
VIJF FASES VAN GROEPSDYNAMICA BIJ KINDEREN
Kinderen zitten op school in een groep. Een groep heeft volgens Wijsman (2013) de volgende ken- merken:
Directe interactie: er is direct contact tussen de groepsleden.
Gezamenlijke waarden, doelen en normen: elke groep ontwikkelt zijn eigen stijl (groepscultuur), samengevat als gezamenlijke uitgangspunten.
Groepsstructuur: er is sprake van een netwerk van onderlinge relaties waarbij de groepsleden rollen vervullen en er leiders en volgers zijn.
Voor kinderen op de basisschool bepaalt de volwassene vooral de uitgangspunten.
Rolmodel Kinderen kopiëren in een groep elkaars gedrag en leren proefondervindelijk hoe ze met elkaar en de regels moeten omgaan. De leerkracht heeft daarin een cruciale rol omdat zij het rolmodel is. Dit kopieergedrag van kinderen heet modelling. Hoe meer het rolmodel gewaardeerd en geres- pecteerd wordt, hoe meer een kind zal nadoen. Goed voorbeeldgedrag vanaf dag één is dus essentieel.
Groepsfases
Een groep ontwikkelt zich in herkenbare fases. Tuckman (1965) stelde vijf fases van groepsdyna- mica vast. De fasering zonder begeleiding door een volwassene kent een andere volgorde dan die waarbij een leerkracht de leiding heeft. We bespreken in het kader van de Gouden Weken de eerste drie fases:
Forming: het begin van de groep. De groep leert elkaar kennen, iedereen laat zich van zijn beste kant zien en kinderen zoeken gelijkgestemden. Ofwel: hoe worden wij een gezellige groep?
Norming: de normen ontstaan. Hoe dit proces verloopt, hangt sterk af van de leider van
de groep. Ofwel: welke regels horen bij het realiseren van een gezellige groep?Storming: de kinderen gaan op zoek naar hun eigen plek in de groep en de rollen worden verdeeld. Het is hierin bepalend wie de meeste ‘macht’ heeft. Ofwel: hoe gaan we met elkaar om zodat het een gezellige groep wordt en blijft? Het is heel belangrijk dat de leerkracht haar leidende rol vanaf de eerste dag aanpakt door de normen (afspraken en regels) vast te stellen en die ook zelf in haar gedrag te laten zien.
Let op: elke verandering in de samenstelling van de groep (bijvoorbeeld de komst van een nieuwe leerling) heeft gevolgen voor het verloop van de groepsfases.
De andere twee groepsfases zijn performing (de groep is gevormd en kan, als de voorgaande fases goed zijn verlopen, positief met elkaar aan de slag) en adjourning (afscheid van de groep en evaluatie).
In de schema’s op de volgende bladzijde in Katern Iedereen klaar...? Starten maar! Gouden Weken Kwinkzie je hoe deze fases eruitzien, waarbij we een verschil zien tussen een geleide groep en een niet gelei- de groep. In een geleide groep, waarvan meestal sprake is in het basisonderwijs, zal de leerkracht de fase van norming voor de fase van storming laten plaatsvinden. Veel leerkrachten weten immers uit ervaring dat het de meeste kans van slagen heeft om in het begin van het schooljaar al duidelijke regels te stellen. Als je eerst de teugels laat vieren en later in het jaar probeert de regels aan te scher- pen of bij te stellen, verloopt dit veel moeizamer.