Pesten op school verpest de sfeer en is erg vervelend. Hoe sneller het wordt aangepakt, hoe beter. Hieronder volgen kort en bondig 15 tips voor u als leerkracht, om pesten verder aan te pakken en liever nog, te voorkomen.
1. Zorg voor een goed pestprotocol en zorg dat iedereen weet waar dit protocol te vinden is
Dit zorgt ervoor dat men dit direct kan raadplegen zodra het nodig is. Zorg dat het protocol regelmatig bijgesteld wordt als het nodig blijkt. Vergeet niet digitaal pesten (cyberpesten) in je protocol op te nemen.
2. Verantwoordelijkheid toewijzen
Maak iemand op school verantwoordelijk voor de coördinatie “Aanpak en voorkomen van pesten”
3. Zorg voor toezicht
Maak een overzichtelijk plan voor toezicht op de gang en het schoolplein bij binnenkomst, de pauzes en aan het einde van de schooldag.
4. Maak pesten bespreekbaar met collega’s
Hoe gaat de school om met pesten en cyberpesten buiten schooltijd?
5. Observeer gericht
Wat gebeurt er voordat de pestsituatie ontstaat? Zorg dat meerdere personen observeren binnen de school zoals de groepsleerkracht(en), gymleerkracht, pleinwacht, TSO-coördinator en I.B.-er. Bespreek met elkaar wat u ziet/ hoort gebeuren en stel een plan van aanpak op.
6. Informeren
Laat je collega’s weten dat er een pestprobleem is. Zorg hierbij voor zoveel mogelijk ogen en oren en maak gebruik van de beveiligingscamera’s. Leg, indien mogelijk, beelden van pestsituaties vast en bewaar de beelden.
7. Communiceer met het gepeste kind en de ouders
Kinderen die gepest worden willen vaak voorkomen dat de leerkracht erachter komt uit angst dat het probleem verergerd. De gepeste heeft een rampenscenario in gedachten. Overleg daarom goed met zowel het gepeste kind als de ouders over de vervolgstappen richting de groep.
8. Een pestprobleem is een groepsprobleem
Probeer erachter te komen hoe het pesten is ontstaan. Is het ontstaan door miscommunicatie & conflicten? Hierdoor kan veel irritatie ontstaan. Hierbij kan mediation prima werken. Of is het ontstaan, omdat de pester een niet-weerbaar kind heeft uitgekozen als slachtoffer? Hierbij moet het voordeel om te pesten weg worden gehaald. Met ander woorden: pesten moet voor de pesters en volgers nadelig uitpakken. Gelijktijdig moet er gewerkt worden aan een goede groepssfeer.
9. Aanspreken en direct ingrijpen
Spreek kinderen direct aan op pest- meeloop- of aanmoedigingsgedrag. Zodra een pestsituatie ontstaan en je ziet het, grijp dan direct in!
10. Peergroepmeting
Hoe kijken de kinderen, onafhankelijk van elkaar tegen de pestsituatie aan (Peergroepmeting)?
11. Maak heldere afspraken
Maak heldere afspraken met de klas. Bespreek waar de regels voor nodig zijn en laat ze ook vanuit de ander (gepeste of pester) kijken naar gewenste regels. Overleg eveneens de controle en zelfcontrole met betrekking tot afgesproken regels.
12. Voorlichting in de klas
Bespreek met de kinderen in de klas hoe zij (wij) omgaan met elkaar. Laat vooral merken dat iedereen gelijkwaardig is, maar anders (uniek) is. Bedenkt samen met de kinderen wat het voordeel is van zoveel verschillende, unieke mensen in een groep.
13. Zorg dat leerlingen oplossingsgericht te werk gaan
Maak bespreekbaar met de kinderen dat conflicten bij het leven horen, maar het oplossen ervan ook. Bespreek hoe jullie dit in de klas gaan doen. Hiermee voorkom je dat kinderen het logisch vinden om iemand te pesten als ze een conflict hebben. Als je een conflict hebt, is het niet logisch te gaan pesten, maar om het conflict op te lossen!
14. Stel jezelf de volgende 3 vragen:
Hoe kunnen we elkaar helpen om een goede sfeer in de klas te krijgen (of nog beter te krijgen)?
Wat kan ik daar zelf aan doen?
Welke kwaliteiten van mijzelf zet ik daarvoor in?
De laatste 2 vragen gelden zowel voor ieder kind afzonderlijk als voor de leerkracht. Iedereen heeft de taak om helper te zijn van een goede groepssfeer.
15: Tot slot en misschien wel de belangrijkste: neem iedereen serieus!