Uit onderzoek blijkt dat de manier waarop leerkrachten anti-pestmaatregelen toepassen, sterk afhankelijk is van hun eigen kenmerken, zoals leeftijd, geslacht en werkervaring, evenals de schoolomgeving waarin zij werken. Een effectieve aanpak van pesten vraagt om een goed begrip van deze factoren en een gerichte strategie om leerkrachten hierin te ondersteunen.
Leerkrachten verschillen in hoe zij reageren op pesten.
Vrouwelijke leerkrachten nemen gemiddeld vaker de leiding in het aanpakken van pestgedrag. Ze voelen zich over het algemeen verantwoordelijker en zijn eerder geneigd om in te grijpen. Dit kan te maken hebben met een hoger ontwikkelde empathie en een groter gevoel van betrokkenheid bij de sociale veiligheid van hun leerlingen. Toch is het belangrijk om te beseffen dat deze betrokkenheid niet altijd automatisch leidt tot effectieve interventies. In scholen die gecertificeerd zijn volgens het Olweus Bullying Prevention Program (OBPP), blijkt dat het verschil tussen mannelijke en vrouwelijke leerkrachten in hun aanpak van pesten minder groot is. Dit suggereert dat een gestructureerd anti-pestbeleid met gerichte training en ondersteuning leerkrachten beter in staat stelt om doeltreffend op te treden, ongeacht hun geslacht.
Naast geslacht speelt ook leeftijd een rol.
Jongere leerkrachten blijken vaker actief bezig te zijn met anti-pestmaatregelen dan oudere collega’s. Dit kan komen doordat zij zich sterker betrokken voelen bij het welzijn van hun leerlingen en meer geneigd zijn om extra educatieve activiteiten te organiseren die pesten helpen voorkomen. Oudere leerkrachten daarentegen, met meer werkervaring, hebben vaak meer zelfvertrouwen in het ingrijpen bij een pestsituatie. Ze weten uit ervaring welke aanpak het beste werkt en hebben geleerd hoe ze op een effectieve manier kunnen handelen. Vooral op scholen waar anti-pestprogramma’s langdurig zijn geïmplementeerd, blijken ervaren leerkrachten vaker directe actie te ondernemen bij pestincidenten. Dit benadrukt het belang van professionele ontwikkeling en voortdurende ondersteuning voor leerkrachten, zodat zowel jonge als ervaren docenten de juiste tools en vaardigheden hebben om pesten effectief aan te pakken.
Een ander opvallend verschil is te zien tussen leerkrachten in het basisonderwijs en die in het voortgezet onderwijs.
Leerkrachten in het basisonderwijs brengen vaak de hele dag door met hun leerlingen en hebben daardoor meer zicht op groepsdynamiek en het ontstaan van pestgedrag. Ze zijn actiever in klassenmanagement en begeleiding en kunnen preventieve maatregelen direct in hun dagelijkse lespraktijk integreren. In het voortgezet onderwijs is de situatie anders. Leerlingen wisselen regelmatig van klas en hebben te maken met meerdere docenten, waardoor de verantwoordelijkheid voor sociale veiligheid meer verspreid ligt. Dit maakt het moeilijker voor docenten om pestproblemen tijdig te signaleren en structureel aan te pakken. Dit betekent dat scholen in het voortgezet onderwijs extra aandacht moeten besteden aan een gezamenlijke aanpak en ervoor moeten zorgen dat alle docenten zich betrokken voelen bij het anti-pestbeleid.
Om pesten effectief te verminderen, moeten scholen een breed en systematisch anti-pestprogramma hanteren dat niet alleen gericht is op individuele leerkrachten, maar de hele schoolgemeenschap betrekt. Onderzoek heeft aangetoond dat programma’s die schoolbreed worden ingezet, aanzienlijk effectiever zijn dan losse initiatieven. Een meta-analyse van 44 studies toonde aan dat dergelijke programma’s de incidentie van pesten met 19-20% kunnen verminderen en de kans op slachtofferschap met 15-16% verkleinen. Vooral het Olweus Bullying Prevention Program (OBPP) blijkt een van de meest effectieve programma’s te zijn, met een vermindering van pestgedrag tot wel 26%.
De effectiviteit van een anti-pestprogramma hangt af van verschillende factoren. Ten eerste speelt de steun van de schoolleiding een cruciale rol. Wanneer de directie en schoolleiding anti-pestbeleid actief ondersteunen en prioriteit geven aan een veilige leeromgeving, is de kans groter dat leerkrachten zich gesteund voelen en gemotiveerd zijn om maatregelen toe te passen. Een gezamenlijke inspanning van het hele team, waarbij leraren met elkaar samenwerken en ervaringen delen, kan de effectiviteit van anti-pestmaatregelen vergroten.
Daarnaast is het essentieel dat anti-pestprogramma’s goed worden geïmplementeerd. Dit betekent dat leerkrachten niet alleen trainingen krijgen, maar dat er ook regelmatig evaluaties plaatsvinden om te kijken of de aanpak werkt en waar verbeteringen nodig zijn. Het volgen van vaste protocollen en richtlijnen, zoals vastgesteld in het Olweus-programma, zorgt ervoor dat de aanpak consistent blijft en niet afhankelijk is van de persoonlijke aanpak van individuele leerkrachten.
Ook de intensiteit en duur van een anti-pestprogramma zijn belangrijk. Korte, losse initiatieven hebben minder effect dan langdurige en structurele programma’s die geïntegreerd zijn in het schoolbeleid. Dit betekent dat scholen moeten investeren in continue bijscholing en ondersteuning van hun leerkrachten, zodat zij zich zeker voelen in hun aanpak en weten hoe ze op een effectieve manier kunnen ingrijpen bij pestgedrag.
Leerkrachten hebben verschillende rollen in de preventie en aanpak van pesten.
Ten eerste is goed klassenmanagement essentieel. Door duidelijke regels en afspraken te maken over gewenst gedrag, kan een positieve groepscultuur worden gestimuleerd waarin pesten minder kans krijgt. Leerkrachten die hun klas goed structureren en zorgen voor een veilige sfeer, zien vaak minder pestgedrag dan collega’s die minder actief bezig zijn met groepsdynamiek.
Daarnaast is directe interventie belangrijk. Wanneer een leerkracht pesten opmerkt, moet er snel en effectief worden ingegrepen. Dit betekent dat de leerkracht niet alleen het pestgedrag stopt, maar ook zorgt voor een goed vervolg, zoals een gesprek met de pester en het slachtoffer en het betrekken van ouders indien nodig. Door direct en consequent te handelen, laten leerkrachten zien dat pesten niet wordt getolereerd en dat alle leerlingen recht hebben op een veilige leeromgeving.
Ook bewustwording en persoonlijke betrokkenheid spelen een grote rol. Leerkrachten die pesten serieus nemen en zich persoonlijk verantwoordelijk voelen voor de sociale veiligheid in de klas, hebben een grotere impact dan docenten die het probleem negeren of minimaliseren. Dit betekent dat scholen moeten investeren in trainingen en ondersteuning voor hun docenten, zodat zij de kennis en het vertrouwen hebben om effectief te reageren op pestgedrag.
Ten slotte is het belangrijk om ouders en leerlingen actief te betrekken bij de preventie van pesten. Leerkrachten kunnen regelmatig gesprekken voeren met ouders over het belang van een veilige schoolomgeving en ouders informeren over hoe zij thuis kunnen bijdragen aan een respectvolle omgang tussen kinderen. Door leerlingen actief te betrekken bij het opstellen van anti-pestregels en hen een stem te geven in de aanpak, ontstaat er een gezamenlijke verantwoordelijkheid binnen de schoolgemeenschap.
Uit onderzoek blijkt dat veel leerkrachten zich onzeker voelen over hoe ze moeten reageren op pesten en dat ze vaak niet de meest effectieve strategieën toepassen. Een van de redenen hiervoor is dat sommige leerkrachten pesten als een normaal onderdeel van de kindertijd beschouwen en verwachten dat kinderen het zelf oplossen. Dit is een misvatting, want pesten heeft langdurige negatieve gevolgen en vereist een actieve aanpak. Leerkrachten die vertrouwen hebben in hun eigen vaardigheden en die pesten als een ernstig probleem zien, zijn eerder geneigd om in te grijpen en maken daarmee een groot verschil in de veiligheid van hun leerlingen.
Pesten is een complex probleem dat een brede en systematische aanpak vereist. Leerkrachten spelen hierin een sleutelrol, maar kunnen het niet alleen oplossen. Een effectieve strategie vraagt om betrokkenheid van de hele school, inclusief de directie, ouders en leerlingen. Door te investeren in langdurige anti-pestprogramma’s, professionele ontwikkeling en een sterke schoolcultuur waarin pesten niet wordt getolereerd, kan een veilige en respectvolle leeromgeving worden gecreëerd waarin alle leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen.
Kenniscentrum Pesten per doelgroep
Stichting Stop Pesten Nu vertrouwt volledig op vrijwillige donaties en de inzet van vrijwilligers om haar belangrijke werk mogelijk te maken. Wij ontvangen geen subsidies, waardoor wij volledig afhankelijk zijn van de steun van mensen zoals u.
Tip van de redactie! Heb je haast? Navigeer dan snel naar:
► Scholen & Professionals Kenniscentrum Pesten in het Onderwijs
- Of navigeer direct naar de informatie per functionaris: Schooldirectie & MT / Anti-pest coördinator / Leerkracht / Mentor / Ouderraad & MR
- Leerlingen & opvoeders: Kinderen & Jongeren (Leerlingen) / Ouders & Opvoeders
► Sportverenigingen Kenniscentrum Pesten in de Sport
- Of navigeer direct naar de informatie per functionaris: Bestuurders / Coaches, Trainers & Begeleiders / (Top)Sporters & Scheidsrechters
- Jonge leden & ouders Kinderen & Jongeren (Leerlingen) / Ouders & Opvoeders
► Werkgevers Kenniscentrum Pesten op het Werk
- Of navigeer direct naar de informatie per functionaris: Directie en bestuurders / HRM / MT en Leidinggevenden / Medewerkers / Ondernemersraden / Vertrouwenspersonen
► Ouderen Kenniscentrum Pesten in Woonzorgcentra
Breng snel een bezoekje aan ...
► Kenniscentrum (Klassiek) Pesten
► Kenniscentrum Online pesten (cyberpesten)
► Kennisbank & Downloadcentrum o.a. Beleid & Factsheets / Handleidingen / Lesmaterialen / Posters / Wetenschappelijke Onderzoeken
► Ik word gepest, wat kan ik doen