Stap 1
Wees oprecht geïnteresseerd, ga op zoek naar wat de leerling voelt. ‘Vertel eens…’ ‘Wat voel je?’, ‘Is dat moeilijk voor je?’ ‘Wat doet dat met je?’
Stap 2
Stimuleer de leerling om na te denken:
– Breng hem aan het twijfelen over hoe hij over de dingen nadenkt. ‘Klopt wat je zegt?’ ‘Is dat zo?’ ‘Kan dat?’ ‘Wat maakt dat je zo denkt?’
– Vraag ook of de gedachte hem vooruit helpt.
Gebruik het flipkaartje dat bij zijn uitspraak past en bekijk samen de helpende of uitdagende gedachten. Vindt hij er zelf nog één? Geef het kaartje mee als steuntje voor als de dwingende gedachte weer opspeelt.
Stap 3
Hou er rekening mee dat er misschien wel meer aan de hand is. Mogelijk zit er een moeilijke werkelijkheid achter zijn uitspraak. Overleg dan met de ouders en de CLB-medewerker van de school en zoek samen externe hulp.
‘Iedereen is tegen mij’, ‘Ik ben de domste’, ‘Niemand vindt mij leuk’ ... Een leerling in je klas piekert? Met deze kaartjes help je hem zijn blokkerende gedachte(n) om te denken.
Hoe gebruik je deze
1 Download en Print de kaartjes recto verso, knip ze uit en lamineer ze eventueel. Bij elke blokkerende gedachte (in het rood) past op de achterkant een helpende/uitdagende gedachte (in het groen).
2 Ga eerst in gesprek. Wees oprecht geïnteresseerd, ga op zoek naar wat de leerling voelt. ‘Vertel eens’ ‘Wat voel je?’, ‘Is dat moeilijk voor je?’
3 Stimuleer de leerling om na te denken: breng hem aan het twijfelen over hoe hij over de dingen nadenkt. Klopt het wel wat je zegt? Wat maakt dat je zo denkt?
4 Vraag of de piekergedachte hem vooruit helpt.
5 Gebruik het flipkaartje dat bij zijn uitspraak past. Bekijk samen de bijbehorende helpende gedachte. Vind je er samen nog andere?
6 Geef het kaartje mee als steuntje voor als de piekergedachte opspeelt.
7 Vermoed je dat er meer aan de hand is? Praat met de ouders/het CLB.
Tip: je kan met de kaartjes ook klassikaal aan de slag tijdens een kringgesprek.
Bron Klasse.be