Spel buitengesloten
Vier kinderen op de gang. Deze kinderen moeten er wel tegen kunnen, dat ze even buitengesloten worden.
Denk daar aan bij het uitkiezen van de kinderen. Vertel ze dat we een spel gaan doen.
Je spreekt met de kinderen in de klas af hoe het spel gaat. Ze instrueren dat ze de anderen moeten mijden / overslaan.
Benodigdheden:
- bord en krijt;
- kaartjes voor rollenspel:
- Karen mag niet mee voetballen,omdat ze een meisje is.
- Jan wordt uitgescholden vanwege zijn bril.
- Rieke wordt gepest, omdat ze uit een andere plaats komt.
- Loes mag niet meedoen,omdat ze te jong is.
- Jeanine wordt verlegen vanwege haar huidskleur.
We gaan op reis en ik neem mee:
Peter- zijn naam begint met een p: pyama
Tom- zijn naam begint met een t: tandenborstel
Kees- zijn naam begint met een k: koffer
De vier kinderen worden teruggeroepen naar de klas. Zij mogen ook meedoen.
Ze weten alleen niet dat wat ze mee moeten nemen met de beginletter van hun naam moet beginnen.
Als ze het denken te weten, mogen ze het in je oor fluisteren.
Kern / onderzoeken: kringgesprek
Vragen n.a.v. het thema buitensluiten:
- Hoe voelt het om buitengesloten te worden?
- Hoe voelt het om iemand buiten te sluiten?
- Maakt het verschil of het een vriendje is of niet?
Nog meer vragen over het thema buitensluiten:
- Heeft iemand wel eens meegemaakt, dat hij uitgelachen is, omdat hij anders was??
- Kun je voorbeelden noemen van "anders zijn"?
- (Denk aan: neuzen, haren, huidskleur, kleding, smaken, godsdienst, gebruiken, rituelen, feesten, rijk / arm, talen, rangen en standen.)
- Vind je nooit iemand "gek"?
- Mag iedereen doen waar hij zin in heeft? (Denk aan de Hells Angels, bijvoorbeeld)
- Waarom vind je hem anders?
- Waarom vind je dat?
- Wie vindt dat ook?
- Vind je dat de ene mens meer waard is dan de andere?
- Mogen mensen ook heel anders zijn dan je zelf bent?
- Hoeveel anders mag iemand zijn?
Kiezen: rollenspel- Situaties:
1. Karen mag niet mee voetballen, omdat ze een meisje is.
2. Jan wordt uitgescholden vanwege zijn bril.
3. Rieke wordt gepest, omdat ze uit een andere plaats komt.
4. Loes mag niet meedoen, omdat ze te jong is.
5. Jeanine wordt verlegen vanwege haar huidskleur.
Verdeel de klas in groepjes. Laat ze eerst voorbereiden, daarna spelen voor publiek.
Afsluiting / evaluatie:
Vragen:
- Hoe zou de hoofdpersoon zich voelen?
- Wat zou hij / zij moeten doen?
- Hoe voelen de anderen zich?