Samenwerkingsspelen en vertrouwensspelen
Bij samenwerkingsspelletjes zijn de spelers op elkaar en op de groep aangewezen om een goed resultaat te bereiken. Op een speelse manier wordt de groep uitgedaagd om goed te functioneren. De spelers ontdekken dat ze elkaar nodig hebben om het spel tot een goed einde te brengen. Het zijn spelen zonder winnaars en verliezers: puur spel om het spel. Zulke spelen bevorderen een fijne groepssfeer waarbij de waarde van 'samen spelen' belangrijk is. Als de groepsnorm 'samenwerking' is, zal er minder gepest worden in je groep.
Bij vertrouwensspelen wordt er iemand uitgedaagd om de groep te vertrouwen. Het is aan de groep om deze persoon te steunen en zijn vertrouwen niet te schaden.
De begeleid(st)er heeft hier de belangrijke taak om in te schatten of de groep een bepaald spel aan kan. Eens het spel begonnen zal hij of zij dan ook alert moeten blijven zodat het niet uit de hand loopt.
OPMERKING: Met sommige vertrouwensspelen (zoals Vrije val en Koekjesmachine) moet je oppassen als er in je groep iemand gepest of uitgesloten wordt!
Als je vreest dat de anderen de gepeste niet zullen opvangen maar laten vallen, doe deze spelen dan niet. Probeer eerst het pesten op te lossen!
Bij al deze spelen geldt trouwens: denk steeds aan de veiligheid!
Reuzenslang
- Er worden groepen gevormd van ongeveer vier personen.
- Iedereen gaat achter elkaar op de buik liggen en pakt de enkels van zijn voorganger vast.
- Deze slang moet een hindernissenparcours volgen.
Opmerking: probeer eerst al eens gewoon vooruit te komen vooraleer je hindernissen invoegt.
Uitbrekertje
- Eén persoon wordt aangeduid om uit de kring te breken.
- De rest van de groep vormt een stevig gesloten kring en probeert de aangeduide persoon in de kring te houden.
Inbrekertje
- Hetzelfde spel, maar de aangeduide persoon moet nu in de kring proberen te geraken.
Wirwar
- We maken een grote kring en geven elkaar een hand.
- Iedereen sluit de ogen.
- Op een bepaald teken loopt iedereen naar het midden en pakt daar twee vrije handen vast.
- Nu opent men de ogen en probeert men de knoop te ontwarren.
- Het kan dat er meerdere kringen ontstaan en dat er knopen ontstaan die niet te ontwarren zijn.
Vrije val
- Een kring wordt gevormd.
- Eén persoon gaat vrijwillig in het midden staan en sluit de ogen.
- Een blinddoek is soms spannender.
- De vrijwilliger laat zich zo stijf als een plank vallen.
- De hele groep heeft de taak de vrijwilliger op te vangen zodat die niet op de grond valt.
Evenwichtskring
- Alle deelnemers vormen een kring, schouder aan schouder.
- De spelers gaan afwisselend met het gezicht naar binnen en naar buiten staan.
- Men neemt stevig de polsen van zijn buren vast.
- Op een afgesproken teken leunt iedereen naa voren, steeds verder, zonder een stap te verzetten.
- Houdt de evenwichtscirkel stand?
- Op een teken kan iedereen weer recht komen en naar de andere kant leunen.
Handige tip: voor je de polsen loslaat kan je best terug recht gaan staan.
Wie ben ik?
- Iedereen is geblinddoekt en probeert een welbepaalde speler te vinden en al tastend te herkennen.
- Let wel op dat de ruimte goed afgebakend is en dat niemand ergens tegenaan loopt.
Koekjesmachine
- De spelers zetten zich in twee rijen met de gezichten naar elkaar toe.
- Door elkaar bij de polsen of de armen vast te nemen wordt een platform gevormd.
- Zorg dat de rij goed aansluit.
- Een speler gaat nu op het platform liggen en wordt over de armen verder "gehusseld".
- Help het ‘koekje’ wel op het platform… en er ook weer af.
Let ook op dat er niet te hoog wordt gegooid.
Klimmen in de lucht
- Alle spelers staan bij elkaar.
- Eén speler (al dan niet geblinddoekt) zet een stap in de lucht.
- Een andere speler speelt hierop in en gaat op handen en knieën met zijn rug onder de voet van die ene speler staan.
- Zo kan die speler van hieruit weer een andere stap in de ruimte zetten, in een willekeurige richting.
- De anderenmoeten ervoor zorgen dat de speler stappen kan blijven zetten.
Over een touw geraken
- Een touw wordt op een bepaalde hoogte opgespannen.
- De gehele groep staat voor het touw.
- Nu moet de groep aan de overkant van het touw geraken, door elkaar te helpen om op één of andere wijze over het touw te geraken
Enveloppenspel
- Elk groepje krijgt het aantal enveloppen dat er leden in een groep zijn.
- Het aantal leden duiden we hier voor de gemakkelijkheid aan met de variabele X.
- Er zitten dus X leden in een groepje.
- In iedere envelop bevinden zich X kartonnen vierkantenin stukken geknipt.
- De leden moeten proberen de verschillende stukjes karton zo samen te brengen, dat elke groep X vierkanten van gelijk formaatvormt.
- Dus voor elk lid één vierkant.
- Er is slecht één oplossing juist, hoewel het tamelijk gemakkelijk is drie of vier gelijkwaardige vierkanten te maken en enkele reststukken over te houden.
Er zijn echter een aantal spelregels:
- niet spreken
- geen enkel gebaar maken om aan elkaar te tonen dat men een bepaald stuk wil
- niemand mag een stuk kar ton van een ander aanraken en zeker niet nemen
- men mag spontaan één of al zijn stukjes geven aan de andere leden van de groep, of in het midden van de tafel leggen.
Materiaal:
- een X aantal enveloppen per groepje
- in iedere omslag: een X aantal vierkanten
- Twee vierkanten maken met een touw
Iedere speler is geblinddoekt. Eerst lopen de spelers wat rond. Op een bepaald ogenblik zegt de leid(st)er dat er twee touwen van verschillende grootte in het lokaal verspreid liggen. De spelers moeten nu hiermee geblinddoekt twee vierkante vierkanten maken.
Vierkantzitten
- Vier stoelen worden in een vierkant gezet.
- Vier personen gaan elk op één stoel zitten.
- Zij moeten op de schoot kunnen liggen van die persoon die achter hen zit.
- Zitten de leuningen van de stoelen wel goed?
- Als iedereen neerligt, dan gaat een buitenstaander stoel voor stoel wegnemen, en ongelooflijk maar waar : iedereen blijft in z'n positie.
Geblinddoekte ketting
- Eén "ziende" leidt de groep, niemand mag praten.
- Er is wel non-verbale communicatie toegelaten, zoals knijpen in de handen, het been vasthouden van iemand anders…
DUIDING:
Er moet niet aan getwijfeld worden dat samenwerkingsspelen leiden tot een betere sfeer in de groep. Door samenwerkingsspelen kunnen leden tot het besef komen dat iedereen van de groep nodig is (om een bepaald doel te bereiken).
Vertrouwensspelen dagen een persoon uit zich te durven geven aan de groep. En zoals de naam het zegt: je moet vertrouwen hebben in de rest van de groep bij zulke spelen.
Samenwerking en vertrouwen in de groep kan een invulling zijn van de laatste fase van het groepsvormingsproces. Hier worden de groepswaarden en -normen vastgelegd. Als die waarden samenwerking en vertrouwen zijn, wordt er minder gepest.
Download hier de E-book Pesten in het jeugdwerk
Bron FOS Open Scouting be