Hoewel we door wetenschappelijk onderzoek steeds meer over pesten weten, merk ik tijdens zulke gesprekken dat er tegelijkertijd ook nog steeds veel misverstanden over pesten bestaan. Sommige van deze misverstanden zijn onschuldig, maar andere kunnen ervoor zorgen dat pesten niet op de juiste manier wordt aangepakt of dat de situatie zelfs erger wordt. In dit artikel ontkracht ik de misverstanden over pesten die ik in de afgelopen jaren het meest ben tegengekomen.
Misverstand Pesters zijn heel impulsief en onzeker
Hoewel sommige pesters – met name pesters die ook zelf gepest worden – misschien wel impulsief en onzeker zijn, laat onderzoek zien dat veel pesters juist heel bewust te werk gaan. Een van de belangrijkste redenen om te pesten is dat kinderen een hogere sociale status willen. Door te pesten, laten zij aan de rest van de groep zien hoe ‘cool’ en ‘stoer’ ze zijn. Daarbij kiezen pesters heel strategisch een slachtoffer uit: iemand die zich moeilijk kan verdedigen en die ook niet veel vrienden heeft. Zo kunnen zij zonder al te veel tegenstribbeling hun gang gaan. En gek genoeg werkt deze strategie: pesters worden meestal niet aardig of leuk gevonden, maar zijn wel populair.
Een van de belangrijkste redenen om te pesten is een hogere sociale status
Misverstand De pester moet gewoon flink gestraft worden!
Dit wordt meestal gezegd door ouders van slachtoffers. Het is heel logisch dat ouders van kinderen die gepest worden, willen dat de pester streng gestraft wordt, maar het is de vraag of het pesten hierdoor ook daadwerkelijk afneemt. Sterker nog, soms wordt het pesten er juist erger door. Pesters die ondanks allerlei straffen toch nog doorgaan met pesten worden mogelijk nóg cooler gevonden.
‘De dader streng straffen werkt averechts.’
In plaats van streng straffen, kunnen leerkrachten beter proberen de reactie van de omstanders – de kinderen die het pesten zien gebeuren – te veranderen. Deze omstanders bepalen namelijk of pesten daadwerkelijk leidt tot een hogere sociale status. Als de omstanders lachen of de pester aanmoedigen, voelt de pester zich gesterkt, maar wanneer zij het pesten afkeuren, bijvoorbeeld door het slachtoffer te verdedigen, dan krijgt de pester het signaal dat het pesten niet getolereerd wordt.
In plaats van streng straffen, kunnen leerkrachten beter proberen de reactie van de omstanders – de kinderen die het pesten zien gebeuren – te veranderen
De meeste kinderen die zien dat er gepest wordt, willen hier graag iets aan doen, maar weten niet precies hoe. Vaak zijn zij bang om zelf gepest te worden als ze tegen de pester ingaan. Om pesten op te lossen, is het belangrijk dat deze omstanders leren hoe ze op een effectieve en veilige manier kinderen die gepest worden, kunnen helpen.
Misverstand Je moet de pester gewoon een klap verkopen, dan stopt het pesten wel!
Ook dit goedbedoelde advies zet meestal geen zoden aan de dijk. Volgens de Zweedse onderzoeker Olweus is een belangrijk kenmerk van pesten dat er een machtsverschil tussen de pester en het slachtoffer is. Dit betekent dat de pester fysiek sterker is of bijvoorbeeld meer vrienden heeft dan het slachtoffer. Dit maakt het voor slachtoffers bijzonder lastig en soms zelfs ronduit onveilig om terug te slaan.
Wetenschappelijk onderzoek doet op geen enkele wijze vermoeden dat pesten stopt als het slachtoffer terugslaat
Wetenschappelijk onderzoek doet op geen enkele wijze vermoeden dat pesten stopt als het slachtoffer terugslaat. Sterker nog, het zou de situatie juist kunnen verergeren. Daarnaast wordt door het geven van dit advies de verantwoordelijkheid van het stoppen van pesten bij het slachtoffer gelegd (“als je maar genoeg van je afbijt dan stopt het wel”) en dat is wat mij betreft onwenselijk. Pesten is een probleem van de groep en moet ook in de groep worden opgelost.
Misverstand “Pesten is vervelend, maar uiteindelijk word je er wel weerbaarder door.
Veel mensen geloven dat kinderen die gepest worden hier weerbaarder door worden. De achterliggende gedachte is dat kinderen die gepest worden het wel moeilijk hebben, maar hier uiteindelijk mee leren omgaan en daar de rest van hun leven profijt van hebben.
Hoewel het belangrijk is dat kinderen leren omgaan met tegenslagen en moeilijke situaties – die horen immers bij het leven – is het onwaarschijnlijk dat pesten hen weerbaarder maakt. Het eerder genoemde machtsverschil maakt het voor het slachtoffer heel lastig om zichzelf te verdedigen. Daarnaast is een ander kenmerk van pesten dat het keer op keer tegen dezelfde persoon gericht is. Het is de vraag of het daadwerkelijk goed is voor kinderen als ze telkens weer lastig gevallen worden en zich hier maar moeilijk tegen kunnen verdedigen.
Dit blijkt ook uit onderzoek: kinderen die gepest worden, voelen zich eenzaam, angstig en verdrietig. Deze negatieve gevolgen van pesten kunnen lang aanhouden. Zo hebben kinderen die gepest worden in hun latere leven vaker last van depressies dan kinderen die niet gepest worden.
Kinderen die gepest worden, voelen zich eenzaam, angstig en verdrietig
Misverstand Oh, maar hij wordt niet ‘echt’ gepest!
Het is erg lastig om te bepalen of kinderen ‘echt’ gepest worden. Pesters gedragen zich strategisch en pesten alleen als volwassenen, zoals ouders, er niet bij zijn. Vooral subtiele vormen van pesten zijn voor buitenstaanders moeilijk te detecteren. Daarnaast houden kinderen die gepest worden dit vaak voor zichzelf omdat ze zich schamen of bang zijn voor represailles van de pesters. Het kan daardoor heel lastig zijn om te bepalen of iemand echt gepest wordt, en al helemaal als de betrokkenen (pester, slachtoffer, leerkracht en klasgenoten) allemaal wat anders zeggen.
Uit onderzoek blijkt dat het ook niet uitmaakt of kinderen ‘echt’ gepest worden of niet: kinderen die het gevoel hebben gepest te worden, ervaren de negatieve gevolgen van het pesten, zoals angst en depressie. Dit laat zien dat pesten in sterke mate een subjectief verschijnsel is en dat de vraag of het wel ‘echt’ pesten is niet relevant is. De meeste kinderen pesten omdat ze een hogere sociale status willen. De reactie van omstanders bepaalt of dat ook daadwerkelijk lukt en daarom moet pesten als een groepsprobleem beschouwd worden. Streng straffen of terugslaan werkt meestal niet, en heeft mogelijk zelfs een averechts effect, maar omstanders stimuleren om het pesten af te keuren en het slachtoffer te helpen werkt wél. Slachtoffers van pesten worden hier niet weerbaarder door, maar hebben hier juist vaak zelfs op latere leeftijd nog last van. Het maakt niet uit of kinderen ‘echt’ gepest worden of niet; als zij het gevoel hebben dat ze gepest worden dan ondervinden ze hier negatieve gevolgen van. Bron Beau Oldenburg (onderzoek pesten en scholen) RUG
Misverstand Mijn kind vertelt het mij zéker, als het gepest wordt’
‘Kinderen schamen zich er vaak voor als ze gepest worden,’ vertelt Beau Oldenburg, socioloog aan de Rijksuniversiteit Groningen. ‘Er rust nog steeds een stigma op: alsof het iets over hén zegt dat ze steeds het doelwit zijn. Dat ze wel kneuzen zullen zijn. De media werken dat alleen maar verder in de hand, met koppen als: “Op de basisschool werd hij gepest, maar nu is hij een wereldster!” ’
Mede daarom vertelt 35 procent van de kinderen aan niemand dat ze worden gepest, zelfs niet aan hun ouders, blijkt uit een kleinschalig onderzoek van Oldenburg. Wat ook meespeelt, is dat kinderen bang zijn dat er iets in werking wordt gesteld dat ze niet meer kunnen stoppen.
Dat er represailles volgen van de pesters, als ze er thuis over hebben verteld en de ouders naar school zijn gestapt. Bovendien hebben kinderen vaak het idee dat het probleem toch niet opgelost kan worden, bijvoorbeeld omdat ze zagen dat de leerkracht wel actie ondernam, maar dat dit niet meteen effect had. Daarom houden ze het maar liever voor zich.
Wat helpt, stelt Oldenburg, is als kinderen merken dat er thuis openlijk over pesten gepraat kan worden. ‘Krijgen ze steevast te horen: “Ach joh, pesten hoort er een beetje bij,” dan houden ze hun mond zéker dicht. Veel beter werkt het om een veilig gevoel te creëren door te zeggen dat je altijd samen naar manieren zou willen zoeken waarop iedereen zich prettig kan voelen in de klas.’
Ook op school moet duidelijk zijn dat pesten serieus genomen wordt. Dat de verantwoordelijkheid wordt weggenomen bij het kind en de leerkracht zegt: ‘Wij gaan hier als groep iets tegen doen. Met z’n allen.’
"She is not actually bullied!" Why bullying is a subjective phenomenon | Beau Oldenburg | TEDxBreda
Bullying happens in almost every group. At your school, workplace and sports club. Given that the consequences of bullying can be quite severe, it is important to stop it as soon as possible. However, Beau's research shows a lot of time and effort is wasted on discussing whether someone is actually bullied or not. Beau argues it would help if we would start treating bullying more as a subjective rather than as an objective phenomenon. Beau Oldenburg works as a postdoctoral researcher at the Sociology Department of the University of Groningen. During her research Beau noticed that there often is a lot of discussion on whether certain people are actually bullied or not. She found that many students who felt bullied were not seen as victims of bullying by their classmates and teachers. In other words: perceptions on bullying differ a lot. Beau argues we should focus more on the perceived than on the actual bullying. Beau was born in Breda and is a proud Brabander; however, she is also passionate about improving the world and that is the reason why she moved all the way to Groningen to develop her academic career researching bullying.
► Klik op bovenstaande afbeelding voor de video of klik hier TedTalk Beau Oldenburg ♦
Nog een paar misverstanden
"Pesten is goed voor je karaktervorming en helpt je om je uit moeilijke situaties te redden”
► Van systematisch gepest worden leer je niets
“Ik ben vroeger op school ook gepest, maar dat heeft geen enkele invloed op me gehad”
► Was het wel écht pesten?
3. “Als je gepest wordt, moet je juist leren om van je af te bijten”
► Dit is moeilijk, gegeven het machtsverschil