De nettiquette is een van de oudste standaarden op internet. Ze werden al in 1995 opgesteld. Gedragsregels voor het internet lijken vanzelfsprekend, toch vergeten gebruikers dat ze via het internet − net als in het echte leven − met mensen communiceren en niet met machines.
De nettiquette is niet verplicht. Het zijn richtlijnen om de communicatie tussen surfers op het internet vlot te laten verlopen. Het originele document vind je in het archief van RFC, als RFC 1855.
Enkele concrete richtlijnen:
- Gedraag je tegenover anderen zoals je zelf behandeld wil worden.
- Gebruik geen hoofdletters om iets te benadrukken. Online worden hoofdletters gebruikt om schreeuwen te verduidelijken.
- Schrijf per bericht over één onderwerp en formuleer het onderwerp kort en duidelijk. Verzend meerdere berichten als je meerdere onderwerpen wil bespreken die niets met elkaar te maken hebben.
- Wees voorzichtig met humor en sarcasme.
- Gebruik de computer niet om anderen te schaden of om te stelen.
- Bemoei je niet met de ruzies van anderen.
- Respecteer de privacy van anderen.
- Lees je berichtjes na op spelfouten.
Maak op school werk van E-veiligheidsbeleid
Wat is online veiligheid?
eSafety, internetveiligheid of online veiligheid zijn termen die u hier vaak zal tegenkomen en ze kunnen op vele manieren worden gedefinieerd. Volgens Wikipedia slaat
In een wereld waarin onderwijs in toenemende mate afhankelijk is van technologie en online hulpmiddelen, is het van essentieel belang dat scholen een online omgeving bieden waar studenten en personeel het beste van het internet kunnen maken zonder daarbij de risico’s te lopen.
Hoe kan je dit doen?
Het eSafety Label wil scholen helpen om alle aspecten van online veiligheid voor leerlingen, ouders en personeel aan te pakken. Dankzij het accreditatieproces kunt u uw school beoordelen aan de hand van een reeks criteria om de sterke en zwakke punten te bepalen én om de zwakke punten aan te pakken. De eSafety Label-aanpak behandelt drie verschillende gebieden van online veiligheid: infrastructuur, beleid en praktijk.
Infrastructuur
Het internet biedt een enorm scala aan voordelen en kansen, maar het brengt ook risico's met zich mee. Het is essentieel dat de ICT-infrastructuur en het netwerk performant en beveiligd zijn. Dat is de randvoorwaarde die vervuld moet zijn, alvorens leraren en leerlingen er zinvol gebruik van kunnen maken.
Voorbeelden van beoordelingscriteria op dit gebied:
- Is het schoolnetwerk voldoende beveiligd?
- Worden er regelmatig back-ups genomen?
- Zijn firewall en antivirusbescherming up to date?
Het beleid
Scholen hebben tegenwoordig een beleid voor alles, maar dit beleid is alleen effectief als ze daadwerkelijk weerspiegelen wat er binnen een school of organisatie gebeurt. Het is ook belangrijk om te beseffen dat dingen veranderen en dat het beleid dus ook regelmatig moet worden aangepast - dit is met name het geval bij het aanpakken van online veiligheid. Alle belanghebbenden (leerlingen, personeel en ouders) moeten worden betrokken bij het opzetten en bijwerken van dergelijk beleid.
Enkele voorbeelden van beoordelingscriteria op dit gebied:
- Beschikt de school over een reeks krachtige beleidslijnen en werkwijzen?
- Heeft u een beleid voor acceptabel gebruik (AUP)? Is iedereen zich ervan bewust?
- Bevat je anti-pestbeleid verwijzingen naar cyberpesten?
- Zijn er effectieve sancties voor het overtreden van het bestaande beleid?
Praktijk
Leerlingen moeten basisvaardigheden aangeleerd krijgen om zich online veilig te gedragen. Daarom is aandacht voor e-safety in de klas belangrijk. Als leerlingen iets verkeerd opmerken, weten ze dan wat ze moeten doen en bij wie ze terecht kunnen? Zijn ze zich bewust van hoe iets te melden - niet alleen aan een leraar of ouders, maar ook aan de eigenaar van de site die ze gebruiken? Aandacht voor online veiligheid in de lessen is cruciaal en moet geschikt zijn voor de leeftijd en ingebed zijn in het leerplan of curriculum.
Online veiligheid moet ook structureel aangepakt worden. Eén enkele les of lesdag is onvoldoende.
Een voorbeeld van beoordelingscriteria op dit gebied:
- Komt e-safety-educatie aanbod in de lessen? waar, hoe en hoe vaak?
- Zijn er voldoende leermiddelen voorhanden voor de diverse leer- en studiejaren?
- Zijn medewerkers - inclusief ondersteunend personeel - opgeleid?
- Heb je een aanspreekpunt op school?
- Heeft de schoolleiding voldoende zicht op de noden i.v.m. e-veiligheid