Duidelijk zeggen wat kan, mag en moet in de klas. Daarvoor pleit Gilberte Verbeeck. Ze staat al meer dan 30 jaar voor de klas. Als praktijklector verdiepte ze zich ook in de theorie rond klasmanagement. Uit die ervaring puurt ze 5 tips voor goede klasregels. Gilberte Verbeeck – Praktijkassistente aan de lerarenopleiding van de Universiteit Antwerpen
“Zo vaak loopt het fout omdat een leraar niet duidelijk is. Niet alleen bij starters, ook bij ervaren leraren. Een slecht voorbereide instructie bij een groepswerk kan de hele les doen mislopen. Als leerlingen niet weten wat ze moeten doen, worden ze vervelend. Een leraar die niet gelooft in actieve werkvormen zegt dan al snel: ‘Zie je wel, zoiets marcheert niet.’ Onterecht.
Duidelijk zijn betekent dat je zorgt voor regels en afspraken die een klas goed laten draaien. Startende leraren hebben vaak schrik om streng te zijn. Ze associëren dat met boos zijn. Terwijl je ook kan kiezen voor een vriendelijke, kordate aanpak. Met ruimte voor inspraak van je leerlingen, in een sfeer van vertrouwen. Leidinggevend, zonder de leerlingen tegen je in het harnas te jagen.
Natuurlijk valt of staat elke klasregel met de manier waarop je die invoert, aanleert en hoe je met overtredingen omgaat. Elke klas is anders. Regels die voor elke groep in elke situatie gelden, bestaan helaas niet.”
1. Niets is normaal
“Elk jaar werk ik aan nieuwe regels, met elke klas. Wat leerlingen ‘normaal’ vinden, verandert voortdurend. Want de wereld buiten de school evolueert. Water drinken tijdens de les, smartphonegebruik, mondige jongeren en botsende meningen … Je moet met die kleine en grote veranderingen leren omgaan. Wat een paar jaar geleden bij niemand opkwam, vinden leerlingen nu normaal. Ik maak elk jaar afspraken die ik nog nooit eerder heb gemaakt. Ik zie bij mezelf hoe mijn gedrag verandert door nieuwe dingen, dat is in een klas niet anders. Je moet alert zijn. Ik weet nog dat ik achterdochtig werd toen een leerling naar het toilet wilde: wilde hij gewoon even zijn Facebook checken?”
2. Consequent: hou vol, hou focus
“Zeg keer op keer hetzelfde en blijf rustig herhalen. Dat is soms echt moeilijk. Mijn leerlingen komen bijvoorbeeld babbelend binnen, gaan achter hun stoel staan en wachten tot ik zeg dat ze mogen gaan zitten. Die regel gaat al jaren mee, maar is intussen verwaterd. Leerlingen gaan zitten en beginnen opnieuw te babbelen. Liever meteen zitten en zwijgen, denk ik dan. Elke les zou ik dat voor het binnengaan moeten herhalen. Maar ik weet wel waarom ik hen dat niet afgeleerd krijg.
Een slecht voorbereide instructie kan de hele les doen mislopen. Als leerlingen niet weten wat ze moeten doen, worden ze vervelend.
Gilberte Verbeeck Praktijklector
Het brein van kinderen en jongeren werkt niet zoals dat van volwassenen. Neurologisch gezien is hun onaangepaste gedrag te verklaren. Consequenties op lange termijn vatten, beseffen hoe ze overkomen … Ze kunnen dat nog niet inschatten. Training is nodig, van ons. Soms moet je iets honderden keren zeggen, wat jij zelf eigenlijk heel vanzelfsprekend vindt.
Een leerling was eens ontzettend onbeleefd toen ik hem vroeg om te gaan zitten. Hij bleef brutaal en deed niet wat ik vroeg. Ik reageerde niet op zijn toon, maar herhaalde rustig wat ik van hem wilde. Ik kreeg zelfs bijval van andere leerlingen. Pas toen hij deed wat ik vroeg, zei ik dat ik zijn houding en taal niet oké vond. Zonder discussie. En ging verder met de les.
Begin liever met een regel te weinig dan een regel te veel.Een regel waar je jezelf niet aan kan houden, is gedoemd te mislukken. Dus denk er goed over na. Voeg liever na enkele weken of maanden een regel toe, en dan heel expliciet. “We respecteren elkaar” is vaag, omdat iedereen dat anders invult. Verduidelijk wat jij daaronder verstaat.”
3. Duidelijke afspraken mét leerlingen
“Elke eerste les van het schooljaar begint met afspraken maken. Ik vraag mijn leerlingen wat ze nodig hebben om in de klas en thuis te kunnen werken. Ik geef een individuele vragenlijst, die leerlingen daarna in groepjes bespreken. Vanuit die groepsgesprekken leggen we de afspraken vast in een kringgesprek. Steevast komt daaruit dat ze samenwerking belangrijk vinden, een veilige sfeer, een goede uitleg, zelfs stilte en rust. Verrassend, maar vooral handig: als het eens te rumoerig is, dan benadruk ik dat we samen voor rust moeten zorgen.
In januari kom ik terug op de afspraken en regels. Moet er iets veranderen? Loopt er iets goed? Zo kunnen we bijsturen voor de tweede helft van het schooljaar. Aanpassingen in de loop van het jaar kunnen echt wel. Ook dan werkt het om dat samen te bespreken. Ik gaf eens een groepje van 8 leerlingen les aan een grote tafel. Tijdens individuele oefeningen liep dat goed, maar niet tijdens klassikale momenten. Ik stelde voor dan terug in rijen te gaan zitten. Vonden ze niet gezellig, natuurlijk. Door erover te praten, kwamen we wel tot een compromis: de klasopstelling afwisselen in functie van het soort werk.”
4. Betrek collega’s waar nodig
“Toen leerlingen hun koek boven haalden in mijn les of vroegen of ze even mochten bellen, was ik verrast. Hoe komen ze daarbij? Mag dat van collega’s? Aftoetsen of collega’s hetzelfde denken en reageren, is belangrijk. Maar als we het niet eens zijn, bepaal ik een regel louter voor mijn les.
We hoeven niet allemaal dezelfde aanpak en visie te hebben. Vroeger wilde ik collega’s overtuigen van mijn manier van lesgeven en omgaan met leerlingen. Maar leerlingen leren ook de maatschappij kennen door zich aan te passen aan de verschillende persoonlijkheden en stijlen van hun leraren.
Een regel waar je jezelf niet aan kan houden, is gedoemd te mislukken.
Gilberte Verbeeck Praktijklector
In bepaalde gevallen is het wel nodig om aan hetzelfde zeel te trekken. Ik hoor meer en meer over klassen die in hun geheel in herstelbegeleiding gaan. Groepsdynamiek is heel belangrijk. Starters hebben met zulke moeilijke groepen zeker meer steun nodig. En zo’n klassfeer rechttrekken, dat lukt alleen met een gezamenlijke aanpak.”
5. Wees duidelijk bij overtredingen
“Ik wil mijn leerlingen stimuleren om verantwoordelijk en zelfredzaam te zijn. Ik neem hen serieus en zie hen als partner. Toch overtreden ze soms regels die we samen hebben vastgelegd. Wat dan? Als we die overtreding samen bespreken, merk ik dat andere leerlingen vaak harder zijn voor de overtreder dan ikzelf. ‘Een taak te laat? Dat is een nul, mevrouw.’
Net zoals bij het aanleren van regels, is het belangrijk om ook bij overtredingen consequent te zijn. Laat de leerling de gevolgen dragen. Bij mij komen er vaak taken te laat binnen. Sinds vorig jaar geef ik daarvoor een nul, tenzij ik nog tijd heb om te verbeteren. Die afspraak werkt voor mijn groepen, maar ook hier moet je natuurlijk afstemmen op je eigen stijl en klas.”
In het boek ‘Regisseer je klas’ (Pelckmans Pro) geeft Gilberte Verbeeck je samen met Elke Struyf en An Leroy inzicht in de 4 basisvaardigheden van goed klasmanagement, waarvan ‘duidelijkheid’ er eentje is. Hieronder vind je enkele documenten die Gilberte gebruikt.
- Individuele vragenlijst (Word docx) + babbelblad (Word docx). Leerlingen vullen eerst de lijst individueel in en gaan dan in groepjes samenzitten om ten slotte in een kringgesprek tot de afspraken te komen.
- Inlichtingenblad (Word docx) + regels en verwachtingen. Gilberte vraagt ook inlichtingen van leerlingen (en ouders). Op het regel- en verwachtingenblad staan duidelijke verwachtingen die ze stelt aan haar leerlingen. Hier kunnen ook aanpassingen aan komen door gesprek.
- Klassenmanagement
Bron Klasse be