Academisch pesten’ leidt tot stress bij de slachtoffers maar slechts een minderheid dient een formele klacht in. Dat schrijven Tauben Averbuch en collega’s op basis van een systematische review die onlangs in BMJ Open verscheen.
Volgens de onderzoekers gaat het bij ‘academisch pesten’ om machtsmisbruik in een academische setting, waardoor de opleiding of carrière van het slachtoffer wordt geschaad. De onderzoekers includeerden 68 studies en stelden op basis van 28 van deze studies een aantal hoofdcategorieën van academisch pesten op. Destabiliseren door iemand te dwingen om onder zijn of haar niveau te werken of moedwillig informatie achter te houden om werkprestaties te hinderen; ondermijning van de professionele status via overmatig monitoren en bekritiseren; isoleren door iemand sociaal en professioneel uit te sluiten; en onnodig laten overwerken – de meest genoemde pesttactiek.
Het pestgedrag verschilde enigszins tussen de groepen. Medisch specialisten rapporteerden bijvoorbeeld vaker dat hun bepaalde verantwoordelijkheden werden ontnomen, terwijl specialisten in opleiding vaker disciplinaire maatregelen noemden en geneeskundestudenten aanhoudende kritiek.
Impact van pestgedrag
Bijna 25 duizend respondenten (twintig van de geïncludeerde studies) werd naar de impact van pestgedrag gevraagd. Degenen die slachtoffer waren geweest van academisch pesten hadden er veel stress door ervaren, ook overwogen sommigen met het werk of de opleiding te stoppen en zagen ze risico’s voor de patiëntveiligheid. Uit de enkele studies die ernaar vroegen, bleek dat een derde van de respondenten een formele klacht had ingediend – wat lang niet altijd goed uitpakte voor het slachtoffer.
De interventiestudies die de onderzoekers konden includeren, waren ongecontroleerde studies met voor- en nameting. Om kwalitatief betere studies op te zetten, is volgens de onderzoekers een gevalideerde en gestandaardiseerde vragenlijst nodig die specifieke vormen van pestgedrag concreet benoemt. Zo’n vragenlijst ontbrak in de 68, zeer heterogene, studies die allemaal waren uitgevoerd in (academische) ziekenhuizen en/of onder geneeskundestudenten. Bovendien waren dat voornamelijk surveys waar selectiebias mogelijk een rol speelde.
DOI: 10.1136/bmjopen-2020-043256