Wij zijn een pestvrije school.’ Het klinkt gedecideerd en goedbedoeld als scholen zich zo afficheren, maar Beau Oldenburg is duidelijk. ‘Zo’n school bestaat niet.’
Net zoals anti-pestprogramma’s geen wondermiddel zijn – hoe graag de commerciële aanbieders erachter je dat ook doen geloven.
‘Uit onderzoek blijkt dat pesters niet aardig gevonden worden’
‘Pesten gebeurt op elke school en overal waar mensen in een groep samenkomen. De pester wint er iets mee. Meestal gaat het om sociale status, pesters willen populair zijn. En dat lukt vaak ook, ten koste van iemand die minder goed in de groep ligt.’ Oldenburg benadrukt: populair is iets anders dan geliefd. ‘Uit onderzoek blijkt dat pesters niet aardig gevonden worden.’
Groepsprobleem
Tussen 2011 en 2018 deed Oldenburg aan de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen onderzoek naar pesten. Nu is er een boek: Bij ons gebeurt dat niet. Over pesten op school, werk en andere plekken. ‘De centrale boodschap van mijn boek is dat pesten een groepsprobleem is. En daar, bij de groep, ligt ook de oplossing. Die boodschap heeft het grote publiek nog niet bereikt.’
Pesten wordt vaak gezien als een probleem tussen pester en gepeste – overzichtelijk! – terwijl het volgens Oldenburg iedereen in de groep aangaat. ‘Iedereen in de groep kan een bijdrage leveren om het tegen te gaan. Daar moet je kinderen van bewust maken: je hebt allemaal je rol.’
‘Pesten gebeurt op elke school en overal waar mensen in een groep samenkomen. De pester wint er iets mee. Meestal gaat het om sociale status, pesters willen populair zijn. En dat lukt vaak ook, ten koste van iemand die minder goed in de groep ligt.’ Oldenburg benadrukt: populair is iets anders dan geliefd. ‘Uit onderzoek blijkt dat pesters niet aardig gevonden worden.’
Buiten het zicht
Het is niet eenvoudig om een pester on the spot aan te spreken, weet ze, maar dat is ook niet de enige manier. ‘Je kunt ook nadat er gepest is met het slachtoffer naar de juf stappen. Of simpelweg laten merken dat je hem of haar steunt.’
Natuurlijk heeft de leerkracht ook een belangrijke rol in het tegengaan van pesten. Dat begint bij erkennen dát er gepest wordt. Het klinkt als een open deur, maar lang niet iedere leerkracht ziet het of wil het zien. ‘Het gebeurt natuurlijk vaak buiten het zicht van de docent. Daar komt bij dat het aannemelijk is dat leerkrachten het soms ontkennen uit zelfbescherming.’ Dat doen ze niet uit kwade wil, zegt Oldenburg, maar eerder uit onmacht. ‘Als je het aanpakken van pesters ziet als jouw taak, en het lukt niet voldoende, is het soms prettiger om het niet onder ogen te zien.’
Niet bagatelliseren
Of om het te bagatelliseren. In haar boek gaat Oldenburg ook in op de nadruk die leerkrachten soms leggen op de definitie van pesten. ‘Ja, hij zegt dat hij gepest wordt, maar hij is ook wel erg gevoelig.’ ‘Het is geen pesten, maar plagen.’ Steek niet te veel aandacht in de vraag of iets pesten is, zegt Oldenburg, maar neem het kind in kwestie serieus. ‘Wat pesten is, is subjectief. Waar het om gaat is dat het kind het gedrag als onprettig ervaart. Daar moet je iets mee.’
Al was het maar omdat pesten je niet ‘hard’ maakt, zoals weleens beweerd wordt. Het vergroot op lange termijn de risico’s op angst, depressie, eenzaamheid en zelfs suïcide. En ook voor de pester lijkt het negatieve gevolgen te hebben. ‘Pesters zijn op latere leeftijd vaker verslaafd of komen in de criminaliteit terecht. We weten nog niet precies hoe het zit, maar het zou kunnen dat zij door het pesten leren om hun doelen op verkeerde manieren te bereiken.'
Beau Oldenburg (1987) is adviseur wetenschapscommunicatie en alumni officer aan de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen van de RUG. Ze volgde de bachelor culturele antropologie, de academische master ‘vraagstukken van beleid en organisatie’ en de research master ‘Sociology and Social Research’ aan de Universiteit Utrecht en promoveerde aan de RUG op Bullying in schools: The role of teachers and classmates. Daarna was ze als postdoctoraal onderzoeker verbonden aan de basiseenheid sociologie van de RUG.