Kinderen gaan over het algemeen het liefst met hun probleem naar hun ouders. Vooral om hun verhaal kwijt te kunnen. En vaak ook omdat ze hulp willen. Kinderen weten zelf heel goed wat ze willen dat je wel of juist niet doet. Praat erover met je kind. Pas dan is hulp ook echt hulp voor ze.
“We hebben jullie nodig om pesten te stoppen, maar schend ons vertrouwen niet.”
Tips van kinderen! Wat moet je wel doen (Do's) & wat moet je niet doen (Don'ts)
Tip 1. Mama en papa luisteren niet
"Mijn mama heeft het meteen gezegd tegen de meester en nu moet ik morgen al met hem gaan praten. Ik wil eigenlijk niet, maar ik moet."
(Amber, 10 jaar)
DO - Wel doen
Vertelt je kind je dat het gepest wordt? Laat het op een veilig moment zijn verhaal doen en luister vooral. Kom niet meteen met ‘goede raad'. Maak duidelijk dat je mee zoekt naar een oplossing. Hou rekening met zijn tempo en wensen: hoe wanneer lichten we de school in, wie zullen we aanspreken?
DON'T - Niet doen
Te snel handelen
Tip 2. Ik weet niet waarom ik pest
"Robbe pesten was gewoon een spel. Nadien wist ik niet eens wat er zo leuk aan was."
(Xander, 11)
DO - Wel doen
Jouw kind een pester? Kies een geschikt moment om te praten. Maak duidelijk dat je wil dat het pesten stopt. Vraag je kind zich in te leven in de ander. Oefen ook in andere situaties: hoe voelde de voetballer zich toen hij die penalty miste? Waarom reageert het personage in dit verhaal zo? Bedenk samen, ook met de school, hoe je kind de schade kan herstellen. Pesters weten meestal niet waarom ze pesten. Ze onderschatten ook de gevolgen.
DON'T - Niet doen
Alleen maar straffen
Tip 3. Pesten is meer dan ruzie
"De juf zegt dat ik uit de buurt van de pesters moet blijven. Maar het stopt niet, ze vinden mij altijd. De pester krijgt een straf, en dat is het."
(Pieter, 11 jaar)
DO - Wel doen
Vind je dat de school het pesten niet genoeg aanpakt? Zoek iemand op school die je vertrouwt. Beschrijf hoe jullie onder het pesten lijden. Benadruk dat je het samen met de school wil aanpakken. Maak heldere afspraken: wie doet wat en wanneer, hoe houden we contact?
DON'T - Niet doen
Alleen maar straffen
Tip 4. Ik zie dat ze pesten, maar durf er niks tegen te doen
"Ik zie dat ze mijn broer pesten, maar ik durf hem niet te helpen. Ik zit pas in groep 5 ."
(Mathijs, 8)
DO - Wel doen
Jij kan je kind helpen om uit zijn ‘passieve' rol te stappen: maak duidelijk wat pesten is en waarom het geen kans mag krijgen. Moedig je kind aan om pestproblemen bij jou of een vertrouwensleraar te melden. Leg uit hoe de school na zo'n melding tewerk zal gaan. Het zal je kind een veilig gevoel geven. Kinderen die omstaander zijn, vinden het moeilijk om in te gaan tegen de ‘populaire' pestkoppen. Ze zijn bang om zelf gepest te worden, er niet meer bij te horen.
DON'T - Niet doen
Laat je als ‘omstander' ouder niet meeslepen door uit de hand lopende pestsituaties
Tip 5. Ik wil niet naar een andere school, ik wil gewoon op school blijven
"Eigenlijk ga ik best graag naar school, alleen de pauzes zijn lastig. Maar ik heb er ook vrienden, daarom wil ik niet weg."
Leander, 10
DO - Wel doen
Schenk je kind positieve aandacht, bevestig het in wat het wel kan. Zo help je het zijn zelfvertrouwen op te krikken. Bedenk samen met je kind hoe hij in contact komt met leeftijdgenoten bij wie hij zich wel goed voelt. Wel naar een andere school? De beslissing om van school te veranderen neem je samen met je kind. Weet dat een nieuwe school het probleem niet altijd oplost: inbreken in een bestaande groep is lastig, zeker voor kinderen die minder stevig in hun schoenen staan.
DON'T - Niet doen
Direct een andere school zoeken voor je kind.
Tip 6. Ik word gepest, maar pest zelf ook
"We moeten praten met de pesters. Dan zien we waarom ze pesten en kunnen we ze helpen. Hopelijk doen ze het dan niet meer."
Yvette, 12 jaar
DO - Wel doen
Maak je kind duidelijk dat ‘terugpesten' geen oplossing is. Vaak zit er iets achter hun pestgedrag en is het een manier om frustraties te uiten: ze hebben een grote mond, maar zitten eigenlijk niet goed in hun vel. Pester-slachtoffers moeten de pesterijen verwerken, maar ook anders leren omgaan met hun eigen boosheid en angsten.
DON'T - Niet doen
In hokjes denken; bij pesterijen gaat het meestal over 'de' pestkoppen, 'de' gepesten en 'de' omstanders. Maar een op de zeven leerlingen is zowel pester als slachtoffer.