Hoe praat je met je leerlingen over slecht nieuws? | Stop Pesten NU

Hoe praat je met je leerlingen over slecht nieuws?

Ook kinderen zijn geschokt bij berichten over oorlog, terreur, een natuurramp … Er met hen over praten is niet makkelijk, maar wel een goed idee. Telidja Klaï, ontwikkelingspsycholoog bij Ketnet, geeft 6 tips voor een (klas)gesprek op maat van je leerlingen.

1. Vertel de waarheid

Telidja Klaï, ontwikkelingspsycholoog bij Ketnet: “Langs alle kanten vangen kinderen en jongeren het nieuws op: al surfend op internet, via sociale media, de radio … Maak hen dus niks wijs en geef de feiten die ze nodig hebben om het nieuws te begrijpen. Verbloemen is niet nodig.”

“Zijn er doden? Vertel ‘veel mensen zijn overleden’, maar laat de akelige details achterwege. Halen je leerlingen zelf gruwelijke weetjes boven? Wegpraten hoef je niet te doen. Maar probeer het zo snel mogelijk te hebben over het grotere plaatje. Want hoe meer details je geeft, hoe groter de kans dat je leerlingen het nieuws niet meer vatten.”

2. Informeer je met feiten

Telidja Klaï: “Als leraar voelt het een pak comfortabeler om het onaangename nieuws te behandelen wanneer je zelf goed geïnformeerd bent. Zo kan je ook fake news vlot weerleggen met feiten. Komt er een vraag waarop je het antwoord niet kent? Beken dat je het zelf niet goed weet: ‘Helaas ben ik geen encyclopedie, maar ik ga voor jou op zoek naar het antwoord.’ Merk je te veel emoties bij jezelf? Overweeg om een collega of extern persoon uit te nodigen die het in je klas komt uitleggen.” 

3. Voeg een hoopvolle boodschap toe

Telidja Klaï: “Leg ook de nadruk op wie of wat gered is. Of maak duidelijk hoe vlot en krachtig de hulpverlening verloopt. Vertel dat de politie gestart is met het onderzoek en er alles aan doet om ervoor te zorgen dat dit niet nog een keer gebeurt. Vraag of je leerlingen iets hartverwarmends hebben gezien, gehoord of gedaan. Benadruk dat bijna alle mensen op de wereld verdrietig en/of boos zijn. En dat (wereld)leiders zoals presidenten, koningen of premiers dit harde nieuws beroert.”

4. Organiseer een (klas)gesprek 

Telidja Klaï: “Luister naar vragen en meningen waarmee je leerlingen rondlopen. Of kijk samen naar Karrewiet. Dat zijn objectieve en wetenschappelijk onderbouwde reportages die vertrekken van de vragen van kinderen.”

“Vraag wie kan vertellen wat hij gezien, gehoord of gelezen heeft. ‘Wat vond je interessant, wat verrassend, met welke vraag blijf je lopen?’ Zo kan je de gaten vullen die er nog zijn en inspelen op de behoeften van je leerlingen: is er nood aan een opvolggesprek, een knuffel, meer informatie, stilte of een activiteit? Vertel er ook bij dat een spelletje of vrolijk verhaal/filmpje kan helpen en helemaal oké is.”

5. Vertel dat ze niet alleen zijn

Telidja Klaï: “Vertel dat het normaal is als je leerlingen zich bang, boos of verdrietig voelen. Want dat doet iedereen: kinderen maar ook volwassenen. Benadruk de zeldzaamheid: ‘Wat gebeurt is, is ook niet normaal.’ Maak duidelijk dat heel wat mensen goed voor hen zullen zorgen. Vermijd valse beloftes zoals ‘dit zal nooit meer gebeuren’.”

6. Geef emoties een plek

Telidja Klaï: “Elk kind reageert anders op heftig nieuws. Vertel je leerlingen dat het belangrijk is dat ze hun gevoelens kunnen uiten. Hoe maakt niet uit. De een wil erover praten, iemand anders tekent, schrijft of maakt liever muziek.”

“Ook helpt het om reacties van leeftijdsgenoten te bekijken, bijvoorbeeld via een Karrewiet-reportage. Zo ontdekken je leerlingen dat iedereen anders reageert op slecht nieuws, en leren ze ook de emotie van anderen begrijpen. Vul aan dat niks voelen ook kan en oké is. Of dat het mogelijk is dat je je heel lang verdrietig voelt. Geen enkele emotie is en hoeft 100% afgerond te zijn.”

“Het kan een goed idee zijn om met je klas in actie te komen. Vertel dat jullie samen een belangrijk steentje kunnen verleggen: ‘Hoe klein ook, samen kunnen we ons inzetten voor een betere wereld.’ Vul een kistje voor de slachtoffers met boodschappen. Jonge kinderen kan je een passende emoji laten uitkiezen. Of teken/knutsel na een bosbrand een groot nieuw bos. Wie weet lukt het wel om in de buurt van de school nieuwe bomen te planten. Of is het haalbaar om ook speelgoed en schoolmateriaal in te zamelen.”

 

 

Bron Klasse.be