De impact van roddelen PO gr 7 en 8 | Stop Pesten NU

De impact van roddelen PO gr 7 en 8

Lesbrief 1 (gr 7): De impact van roddelen

Doel: Leerlingen bewust maken van de impact van roddelen op individuen en de klasgemeenschap.

Tijdsduur: 45 minuten

Materialen:

  • Flip-over en stiften
  • Kaarten met verschillende scenario's (bijlage)
  • Posters met de slogan "Denk FF na!"

Introductie (10 minuten)

Instructies voor de leerkracht:

  1. Inleiding:
    • Uitleg: Begin de les met een korte uitleg over wat roddelen is. Vraag de leerlingen of ze weten wat roddelen betekent en of ze voorbeelden kunnen geven.
    • Voorbeeld: "Roddelen betekent dat je over iemand praat die er niet bij is. Dit kan soms gewoon grappig en onschuldig zijn, maar het kan ook iemand kwetsen."
    • Toelichting: Leg uit dat roddelen zowel positief als negatief kan zijn, maar dat het vaak negatieve gevolgen heeft.
  2. Definitie:
    • Definitie volgens woordenboek: "Roddelen betekent volgens het woordenboek 'opzettelijk slechte dingen over iemand vertellen; kwaadspreken, lasteren.'"
    • Wetenschappelijke definitie: "In wetenschappelijke zin wordt roddelen gedefinieerd als 'het praten over iemand in afwezigheid van die persoon', wat dus niet altijd negatief hoeft te zijn."
    • Voorbeeld: Bespreek dat roddelen soms bedoeld kan zijn om informatie te delen, maar dat het vaak verkeerd begrepen wordt en schade kan veroorzaken.

Activiteit 1: Scenario's bespreken (15 minuten)
Instructies voor de leerkracht:

  1. Verdeel de klas in kleine groepjes:
    • Geef elk groepje een kaart met een scenario van roddelen (zie bijlage voor scenario's).
  2. Bespreken:
    • Laat de groepjes bespreken wat er gebeurt in hun scenario en wat de mogelijke impact kan zijn op de betrokken personen.

Bijlage: Voorbeelden van scenario's

  1. Scenario 1: Anna vertelt aan haar vrienden dat Tim slechte cijfers haalt, terwijl Tim er niet bij is.
    • Impact: Tim voelt zich vernederd en minderwaardig, en dit kan zijn zelfvertrouwen en schoolprestaties negatief beïnvloeden.
  2. Scenario 2: Lisa hoort dat Julia verliefd is op een jongen in een andere klas en vertelt het door aan haar vriendinnen.
    • Impact: Julia voelt zich verraden en schaamt zich, waardoor ze misschien minder open durft te zijn over haar gevoelens in de toekomst.
  3. Scenario 3: Mark maakt een grapje over de kledingstijl van Eva, en anderen beginnen erover te praten.
    • Impact: Eva voelt zich onzeker en niet geaccepteerd, wat haar zelfbeeld kan schaden.
  4. Scenario 4: Een groepje leerlingen verspreidt een gerucht dat Alex stiekem een proefwerk heeft gekopieerd.
    • Impact: Alex voelt zich onterecht beschuldigd en buitengesloten, en dit kan leiden tot wantrouwen en conflicten in de klas.
  5. Scenario 5: Een leerling deelt een geheim van een vriend zonder toestemming.
    • Impact: De vriend voelt zich verraden en vertrouwt anderen minder snel, wat hun sociale relaties kan beschadigen.
    • Uitleg: Moedig de leerlingen aan om na te denken over de gevoelens van de betrokken personen en de bredere impact op de klas.
  6. Presentatie:
    • Laat elk groepje hun scenario presenteren aan de klas en bespreek gezamenlijk de impact.
    • Voorbeeld vragen: "Hoe zou jij je voelen als je Tim was? Wat zou er kunnen gebeuren met de sfeer in de klas als iedereen dit verhaal zou geloven?"
    • Toelichting: Bespreek hoe dergelijke scenario's de sfeer in de klas kunnen beïnvloeden en welke gevolgen dit heeft voor de sociale veiligheid.

Activiteit 2: Groepsnormen opstellen (10 minuten)

Instructies voor de leerkracht:

  1. Opstellen van normen:
    • Vraag de leerlingen om na te denken over hoe ze willen dat er in de klas wordt omgegaan met roddelen.
    • Voorbeeld vraag: "Hoe willen we met elkaar omgaan als we iets over iemand anders horen? Wat moeten we doen voordat we een verhaal doorvertellen?"
    • Uitleg: Moedig de leerlingen aan om na te denken over respectvolle en empathische manieren om met elkaar om te gaan.
  2. Flip-over activiteit:
    • Schrijf de suggesties van de leerlingen op een flip-over en stel gezamenlijk positieve groepsnormen op.
    • Voorbeelden van normen: "We vertellen geen verhalen over anderen als ze er niet bij zijn", "We vragen ons eerst af of het waar is voordat we iets verder vertellen."
    • Toelichting: Bespreek waarom deze normen belangrijk zijn en hoe ze bijdragen aan een veilige en respectvolle klasomgeving.

Afsluiting (10 minuten)

Instructies voor de leerkracht:

  1. Posteractiviteit:
    • Laat de leerlingen posters maken met de slogan "Denk FF na!" en hun nieuwe groepsnormen.
    • Voorbeeld: "Op de poster kunnen leerlingen tekenen wat ze moeten doen als ze een roddel horen. Bijvoorbeeld: 'Eerst nadenken, dan pas praten!'"
    • Uitleg: Hang de posters op in de klas als herinnering aan de gemaakte afspraken.
  2. Reflectie:
    • Bespreek met de leerlingen hoe ze deze normen kunnen toepassen in hun dagelijkse leven, zowel in de klas als online.
    • Voorbeeld vraag: "Hoe kun je ervoor zorgen dat je niet meedoet aan roddelen? Wat kun je doen als je een roddel hoort?"
    • Toelichting: Moedig de leerlingen aan om na te denken over praktische manieren om de normen in hun dagelijkse interacties te integreren.