Hoe de rollen van daders, slachtoffers en omstanders de cyclus van cyberpesten beïnvloeden:
Daders:
- De dader van cyberpesten kan iemand zijn die het slachtoffer kent, zoals een klasgenoot, collega of zelfs een vriend, maar het kan ook een volslagen onbekende zijn.
- In sommige gevallen wordt de identiteit van de dader nooit achterhaald.
- Daders kunnen anoniem blijven door technologie te gebruiken, wat het voor het slachtoffer moeilijker maakt om de pester ter verantwoording te roepen of om hulp te vragen.
Daders kunnen de situatie beïnvloeden door:
- Te stoppen met pesten. Het erkennen van hun gedrag en de impact ervan op het slachtoffer is de eerste stap naar het doorbreken van de cyclus.
Slachtoffers:
- Slachtoffers van cyberpesten zijn vaak kwetsbare personen, maar iedereen kan doelwit worden.
- Jongeren zijn het vaakst slachtoffer, maar ook volwassenen kunnen te maken krijgen met cyberpesten.
- Mensen met een ondersteuningsbehoefte, zoals autisme of ADHD, lopen een groter risico om gepest te worden.
Slachtoffers kunnen de situatie beïnvloeden door:
- De dader te blokkeren op sociale media en online platforms.
- Bewijsmateriaal van de pesterijen te bewaren, zoals screenshots of video's.
- Over de pesterijen te praten met iemand die ze vertrouwen, zoals een familielid, vriend of professionele hulpverlener.
- De pesterijen te melden bij de sociale mediaplatforms of bij de politie.
Omstanders:
- Omstanders zijn mensen die de pestberichten zien, maar niet ingrijpen.
- Ze kunnen medeleerlingen, collega's of online volgers zijn.
- Vaak durven zij niet op te treden uit angst zelf het volgende slachtoffer te worden, of ze weten niet hoe ze moeten ingrijpen.
Omstanders kunnen de situatie beïnvloeden door:
- Het pesten te melden.
- Steun te bieden aan het slachtoffer.
- In te grijpen wanneer ze pesterijen zien gebeuren.