Werkvorm De kracht van de groep | Stop Pesten NU

Werkvorm De kracht van de groep

Doel: Bewustwording creëren over groepsrollen bij pesten en stimuleren van positieve groepsvorming. Geschikt voor gebruik in klassen, teams, sportgroepen of andere groepsverbanden.

Doelgroep: Leerlingen vanaf groep 6, jongeren, sportteams, werkteams en bewonersgroepen met begeleiding. Aanpasbaar voor diverse leeftijden en niveaus.

Benodigdheden:

  • Kaarten of briefjes met groepsrollen (pester, meeloper, zwijger, verdediger, slachtoffer, buitenstaander)
  • Groot vel papier of digitaal bord
  • Stiften of markers
  • (Optioneel) ruimte voor kringgesprek of kleine groepen

Tijd: 45 – 60 minuten

Stap 1 – Introductie (10 minuten):

Vertel de groep dat pesten een groepsprobleem is. Vraag: “Wat gebeurt er in een groep als er gepest wordt?” en “Wie zijn er allemaal betrokken?” Introduceer de groepsrollen zonder oordeel.

Stap 2 – Groepsrollen verkennen (15 minuten):

Geef iedere deelnemer (of groepje) een kaartje met een rol. Laat ze kort bespreken:

  • Wat doet deze persoon?
  • Waarom doet iemand dit?
  • Wat zou er gebeuren als deze persoon iets anders doet?

Laat de groep de rollen op volgorde leggen van ‘veel macht’ naar ‘weinig macht’.

Stap 3 – Reflectie (15 minuten):

Bespreek met de hele groep:

  • Herken je deze rollen uit je eigen ervaring?
  • In welke rol zit jij meestal?
  • Welke rol zou je willen versterken in de groep?

Leg uit dat de verdediger cruciaal is om pesten te stoppen en dat de groep samen verantwoordelijk is.

Stap 4 – Afsluiting (10 minuten):

Laat de groep afspraken maken over hoe ze als groep pesten willen voorkomen. Schrijf samen een statement zoals:

“Wij zorgen voor elkaar en keuren pesten af.”

Hang dit zichtbaar op of deel het digitaal.

Aanpassing voor online:

Gebruik een digitaal whiteboard (zoals Padlet of Jamboard) en breakout rooms voor de rolverkenning. Gebruik polls om de macht per rol in te schatten.

Tip voor begeleiders:

Laat deelnemers nadenken over een situatie waarin ze iemand zouden willen helpen en wat hen daarbij tegenhoudt. Maak duidelijk dat zelfs kleine acties (een blik, een opmerking, steun na afloop) al het verschil kunnen maken.