Lisa (13) lachte op schoolfoto’s, haalde goede cijfers en zat altijd op tijd in de klas. Haar leraren prezen haar als een ‘rustige leerling’. Haar moeder kreeg zelden klachten. Alles leek goed.
Tot ze op een woensdag niet meer uit bed kwam. Geen koorts. Geen hoofdpijn. Alleen de woorden: “Ik kan het niet meer, mama.” Ze bleek al maanden buitengesloten te worden in de klas. Niet met schelden of duwen. Maar met stiltes. Blikken. Groepsapps waarin ze niet werd toegevoegd. Opdrachten waarbij ze ‘vergeten’ werd. Elke keer nét niet uitgenodigd. Elke keer nét niet aangekeken. Elke keer die lach als ze binnenkwam en de gesprekken ineens stopten.
En Lisa? Die dacht dat het aan haar lag. Dat zij saai was. Dat zij te stil was. Dat zij het niet waard was om erbij te horen.
Dit is wat pesten ook is. Niet alleen harde woorden of fysieke klappen. Maar subtiele uitsluiting, keer op keer.
Pesten dat stil gebeurt, maar luid binnenkomt. Let op de signalen.
Een kind dat ineens stil wordt.
Niet meer naar school wil.
Altijd zegt dat het ‘wel gaat’, maar zich terugtrekt.
Het zijn geen kleine dingen. Het zijn alarmsignalen.
Dit verhaal is niet uniek.
Luister. Vraag door. Geloof wat een kind tussen de regels door zegt.
Want wie pestgedrag herkent, kan het verschil maken.