Onderzoek De perspectieven van ouders over de betrokkenheid van hun kind bij pesten in de kleuterschool 2024

In de besproken studie wordt onderzocht hoe ouders de betrokkenheid van hun kinderen bij pesten in de kleuterklas ervaren en welke factoren deze betrokkenheid beïnvloeden. Hier zijn de belangrijkste bevindingen uit de studie:

Inzicht 1: Ouderlijke waarneming en begrip van pesten

Ongeveer 14% van de ouders gaf aan dat hun kind betrokken was bij incidenten die zij als pesten beschouwen. Tegelijkertijd wist 17% van de ouders niet zeker of hun kind bij pesten betrokken was, wat wijst op een aanzienlijke mate van onwetendheid over dit onderwerp. Dit gebrek aan bewustzijn kan het gevolg zijn van het beperkte observatievermogen van ouders in grotere groepen, waar gedragingen die op pesten lijken, mogelijk minder opvallen.

Inzicht 2: Verschillen in definities van pesten

Ouders die meldden dat hun kind bij pesten betrokken was, neigden minder vaak de herhaling van gedrag als cruciaal element te beschouwen. In beide groepen (wel/niet betrokken) waren ouders geneigd het belang van opzettelijkheid te negeren, waarbij zij zich meer richtten op de subjectieve ervaring van het slachtoffer. Deze opvatting benadrukt de behoefte aan een meer genuanceerde en duidelijk omschreven definitie van pesten.

Inzicht 3: Factoren die verband houden met pesten

Oudere kinderen bleken vaker bij pesten betrokken dan jongere kinderen, wat overeenkomt met de complexiteit van relaties die met de leeftijd toeneemt. Gender bleek echter geen significante voorspeller te zijn, ondanks dat eerdere studies vaak verschillen in fysieke en relationele vormen van pesten tussen jongens en meisjes aantonen. Evenmin bleek het opleidingsniveau van ouders een significante voorspeller, wat kan komen door de beperkte variatie binnen de steekproef.

Inzicht 4: Omgevingsfactoren zoals groepsgrootte

Er werd een positieve relatie gevonden tussen de omvang van de kleutergroep en de frequentie van pesten. In grotere groepen waar kinderen meer sociale interacties hebben en mogelijk minder toezicht van volwassenen, zou het risico op pesten hoger kunnen liggen.

Inzicht 5: Opvattingen over competentie van leerkrachten

Ouders die negatief oordeelden over de competentie van kleuterleerkrachten, rapporteerden vaker dat hun kind bij pesten betrokken was. Dit wijst mogelijk op een verband tussen de effectiviteit van de communicatie en samenwerking met ouders en het vermogen van scholen om pesten te voorkomen. Ouders die zich niet goed geïnformeerd voelden, hadden de neiging negatiever te oordelen over de bekwaamheid van leerkrachten.

Inzicht 6: Invloed van ouderlijke ervaringen met pesten

Ouders die zelf ooit met pesten te maken hadden gehad, meldden vaker dat hun kinderen betrokken waren bij pesten. Dit suggereert dat persoonlijke ervaringen van ouders hun houding ten opzichte van pesten en hun reacties op sociale conflicten beïnvloeden. Sommige ouders zien pesten mogelijk als een onvermijdelijk onderdeel van sociale ontwikkeling, gebaseerd op hun eigen ervaringen.

• Lees het volledige onderzoek Cameron, D. L., & Kovac, V. B. (2024). Parents’ Perspectives on their Child’s Involvement in Bullying in Preschool. Child Care in Practice, 1–16. https://doi.org/10.1080/13575279.2024.2371375

Conclusie en aanbevelingen

De studie onderstreept het belang van duidelijke definities en richtlijnen rondom pesten in de kleuterklas. Het gebrek aan eenduidigheid in de perceptie van ouders over pesten, de invloed van groepsgrootte, en de rol van de school benadrukken de noodzaak van proactieve anti-pestbeleid, training van leerkrachten, en betere communicatie met ouders. Het herkennen van de subjectieve ervaring van slachtoffers en het actief betrekken van ouders bij anti-pestbeleid kunnen een positieve impact hebben op de effectiviteit van interventies.

Deze bevindingen wijzen erop dat scholen niet alleen de kinderen, maar ook de ouders en leerkrachten actief moeten betrekken bij het ontwikkelen van een effectieve aanpak tegen pesten.