Genetisch bepaald
Patricia: „Ik was zijn hele brugklasjaar continu aan het checken of hij niet gepest werd. Als hij maar een beetje sipjes uit school kwam, verkeerde ik meteen in opperste staat van paraatheid. Het leek wel alsof ik veertig jaar terug ging in de tijd!”
Volgens onderzoek van het Nederlands Tweelingen Register blijkt dat pestgedrag genetisch bepaald is. Zowel voor een pester: mama een pester, zoon een pester. Maar ook voor gepest worden: een kind waarvan ouders, broers en zussen zijn gepest lopen een hoger risico om gepest te worden.
Leraar
„De pestkoppen in de brugklas pakten mij omdat ik zo verlegen was. Ze verzonnen van alles en beweerden vervolgens dat ik die roddels bedacht had. Ook plakten ze briefjes op mijn rug. Ik stond er helemaal alleen voor; iedereen liet zich meetrekken door het ’tegenkamp’. De klas gaf mij het gevoel dat ik onzichtbaar was; iedereen keek continu dwars door mij heen. Op den duur ging ik zelf ook geloven dat ik onzichtbaar was; ik voelde me een grijs muisje, ook al had ik dolgraag ’roze’ willen zijn.”
„Achteraf bekeken waren mijn klasgenoten niet de enigen die mij pestten. Mijn leraar Frans deed gezellig mee... Vaak als ik de klas in liep riep hij: ’Patricia, draai je maar weer om, want je hebt je huiswerk toch niet gemaakt.’ Terwijl, ik had mijn huiswerk wel gemaakt. Maar al zou ik dat durven antwoorden, dan zou het te zacht zijn geweest.”
„En ondertussen had de leraar de lachers al op zijn hand. Ook als er tijdens de les werd gepraat, kreeg ik daarvan de schuld. Een kans om mezelf te verdedigen, kreeg ik niet. Die leraar heeft zelfs eens mijn ouders gebeld om te klagen over mijn ’slechte werkmentaliteit’. Mijn ouders trokken het niet in twijfel; een leraar is toch te vertrouwen?”
„Het pesten eindigde op het schoolplein, door mijn eigen toedoen. Ik weet nog dat mijn grootste pestkop met een vuist in haar gezicht werd geraakt. ’Eigen schuld, dikke bult’ vond ik. Tot ik achterom keek om de vechtersbaas te bedanken en besefte dat er niemand stond. Toen ik mijn vuist opende, zag ik de haren van de pestkop tussen mijn knokkels: ik had haar zelf geslagen! Na dit incident ging ik naar een andere school en merkte dat ik een stuk bijdehanter was geworden; ik trok vanaf toen ’gewoon’ mijn mond open.”
Oude foto Patricia Bolwerk
Pesten
„Na verschillende leidinggevende functies ben ik gepeste kinderen gaan helpen en niet lang daarna begon ik mijn stichting Stop pesten nu. Daarmee geef ik pestslachtoffers een stem en zoek oplossingen tegen het pesten. Nog altijd heeft het pesten invloed op mijn leven. Als ik langs een groepje brugklassers loop terwijl ik mijn hond uitlaat, voel ik paniek. Maar ook op bijvoorbeeld een receptie krijg ik knikkende knieën: vinden die mensen het wel interessant wat ik te zeggen heb?”
„Een ander groot gevolg van mijn pestverleden heeft effect op de opvoeding van mijn zoon. Ik voelde pure paniek toen hij naar de brugklas ging. Het liefst had ik hem thuisscholing gegeven zodat ik hem kon beschermen. Maar ik moet aan hem denken in plaats van aan mezelf. Uiteindelijk heb ik mijn pestverleden een soort van plekje kunnen geven. Al draag ik de gevolgen tot de dag van vandaag met mij mee.”
Week tegen pesten
Van 23-27 september is de jaarlijkse Week tegen pesten.
Bron Telegraaf