Pesten bij 0 tot 4 jarigen | Aanbevelingen voor JGZ | Voor Scholen | Stop Pesten NU

Pesten bij 0 tot 4 jarigen | Aanbevelingen voor JGZ | Voor Scholen

Al op jonge leeftijd begint de sociale interactie tussen kinderen in groepsverband. De plaatsen waar kleine kinderen onder de 4 jaar het meest in groepsverband met elkaar in aanraking komen, zijn de kinderopvang en de peuterspeelzaal. Signalering van (voorlopers van) pestgedrag bij deze groep kan mogelijk bruikbaar zijn voor vroegtijdige interventie.
Daarnaast kan een mogelijke relatie tussen opvoedstijl en de ontwikkeling van pestgedrag aanleiding geven tot het vroegtijdig ondersteunen van ouders in de opvoeding.

Aanbevelingen

  1. Universele preventie dient tijdens alle contactmomenten in de JGZ te worden ingezet in de vorm van oudervoorlichting en ondersteuning gericht op normalisering. Alle ouders worden gewezen op de risico’s van het agressief benaderen van hun kind en/of het autoritaire opvoeden op de ontwikkeling van probleemgedrag (pesten, gepest worden, onzeker worden) bij het kind.
  2. Aandacht voor agressief gedrag van kinderen is nodig in de contactmomenten 0-4 jaar.

  3. De JGZ dient bij signalering van problemen op het gebied van agressie in kaart te brengen welke opvoedstijl(en) ouders hanteren en zo nodig opvoedondersteuning – bijv. Triple P – aan te bieden. Hierbij wordt gebruikgemaakt van de richtlijn Opvoedingsondersteuning, waarin ook kan worden nagegaan welke ondersteuning passend is. 
  4. De JGZ dient gebruik te maken van informatie van peuterspeelzalen en kinderopvang bij de zorg rondom gedragsproblematiek in de jonge leeftijdsgroep (< 4 jaar). Waar beschikbaar kan informatie via het ZAT of het CJG verkregen worden. 
  5. Nader onderzoek in de jonge leeftijdsgroep (< 4 jaar) is nodig om het verband tussen agressief gedrag en later pestgedrag te onderzoeken. Mogelijk kan dit via het leerlingvolgsysteem worden onderzocht, door te kijken of kinderen die op latere leeftijd pestgedrag vertonen al op jongere leeftijd gedragsproblemen hadden.

Agressief of externaliserend gedrag voor het vierde jaar en de relatie met opvoedstijl en pestgedrag

Er zijn vrijwel geen onderzoeken gevonden die expliciet pestgedrag onderzoeken bij kinderen jonger dan 4 jaar. Wel zijn er onderzoeken die ingaan op agressief gedrag bij kinderen onder de 4 jaar en de relatie met agressief en pestgedrag op latere leeftijd. In enkele onderzoeken is ook ingegaan op de relatie tussen de opvoedstijl bij kinderen op jonge leeftijd en de ontwikkeling van pestgedrag op latere leeftijd.
Agressief of externaliserend gedrag bij kinderen onder de 4 jaar omvat de volgende kenmerken:

  1. duwen, trekken, slaan, schoppen, gooien;
  2. dingen afpakken;
  3. weigeren te delen;
  4. met woorden iemand proberen te kwetsen

(Ensor, Marks, Jacobs & Hughes, 2010).

Dergelijke agressieve gedragingen kunnen onderdeel zijn van een normale ontwikkelingsfase. Jonge kinderen kunnen agressief gedrag vertonen en ouders kunnen hun kinderen leren om het agressieve gedrag te begrenzen. Als dat proces verstoord is, kan er sprake zijn van externaliserend en agressief probleemgedrag.

Uit het Nederlandse TRAIL-onderzoek kwam naar voren dat door de JGZ vastgesteld externaliserend gedrag voor de leeftijd van 4 jaar tijdens de adolescentie vaker (OR = 1,69) samengaat met een sociale status die kan worden getypeerd als ‘sociaal afgewezen’ (Jaspers, 2012).

In een onderzoek van Barker werden 1970 kinderen vanaf de leeftijd van 17 maanden gevolgd (Barker et al., 2008). Zowel opvoedstijl van de ouders als agressie en pestgedrag werden in kaart gebracht op verschillende meetmomenten tot de leeftijd van 7 jaar. De resultaten gaven aan dat kinderen die op jonge leeftijd agressief gedrag vertoonden, op latere leeftijd vaker andere kinderen pesten. Daarnaast lieten de resultaten zien dat kinderen waarbij door de ouders op jonge leeftijd een autoritaire opvoedstijl wordt gehanteerd, vaker op latere leeftijd andere kinderen pesten. Een autoritaire opvoedstijl kenmerkt zich door veel regels. Hierbij is de ouder de baas en dient het kind vooral te gehoorzamen. Indien het kind niet gehoorzaamt, krijgt het straf, al dan niet op een agressieve manier toegepast. Autoritaire ouders leggen de regels niet uit en geven geen ruimte voor discussie.

Vergelijkbare resultaten werden gevonden in een studie van Olson. In deze prospectieve studie werden 199 kinderen op 3- en 5-/6-jarige leeftijd onderzocht. De resultaten laten zien dat kinderen die op 3-jarige leeftijd agressief gedrag vertoonden, ook vaker op 5-/6-jarige leeftijd dit agressieve gedrag vertoonden. Daarnaast kwam uit het onderzoek naar voren dat kinderen op 6-jarige leeftijd vaker pestten als zij ouders hadden die op 3-jarige leeftijd lichamelijk straften en minder genegenheid toonden (Olson, Lopez-Duran, Lunkenheimer, Chang & Sameroff, 2011).

Onderzoek laat zien dat agressief gedrag naar broertjes of zusjes binnen het gezin op jonge leeftijd samengaat met meer pestgedrag op latere leeftijd. Ensor onderzocht het antisociale gedrag van 99 kinderen op 3- en vervolgens op 6-jarige leeftijd. Kinderen die zich op 3-jarige leeftijd antisociaal naar andere kinderen in hun gezin gedroegen, waren vaker betrokken bij pestgedrag op 6-jarige leeftijd (Ensor et al., 2010). Met name door de kinderen waarbij het antisociale gedrag naar broertjes of zusjes stabiel bleef of zelfs vergrootte, werden andere kinderen buiten het gezin vaker gepest of buitengesloten.

Bennett et al. onderzochten of externaliserend gedrag zoals agressie en pesten op 4- en 5-jarige leeftijd voorspelbaar is voor gedragsproblemen 30 maanden later (Bennett et al., 1999). Zij concludeerden dat er een duidelijk verband is tussen agressie op jonge leeftijd en daaropvolgende gedragsproblemen 30 maanden later, maar dat dit voor screening niet geschikt is omdat de voorspellende waarde te laag is.