'Pesten? Dat doet mijn kind niet...' | Stop Pesten NU

'Pesten? Dat doet mijn kind niet...'

De fiets van een medescholier in de sloot kieperen, passerende brugpiepers tackelen, of een bleu klasgenootje zwaar overdreven imiteren: Tom (15) krijgt er een kick van, en maakt er goede sier mee bij z’n vrienden. “Zeg als ouders nooit dat jóuw kind zoiets niet doet.”

De meeste ouders weten wel dat pesten op school nog steeds een groot probleem is. Maar dat hun kind een van de pesters kan zijn, daar is veel minder aandacht voor. Psycholoog en orthopedagoog Fina van de Pol-Drent vindt dat ouders zich daar meer bewust van moeten zijn. Dat zou veel pestgedrag kunnen voorkomen. 

“Het is overdreven om te zeggen dat elk kind een mogelijke pester is, hoewel in iedereen kwaad schuilt. Het heeft met veel factoren te maken, bijvoorbeeld de omgeving waarin het kind opgroeit. Soms wordt pesten thuis aangeleerd doordat ouders hun kind het verkeerde voorbeeld geven, doordat er thuis wordt gepest of negatief over andere mensen wordt gesproken. Het kan ook zijn dat het kind graag leider is en het pesten gebruikt om de leiding te krijgen.”

Eerlijk naar gedrag kijken

In de praktijk blijkt dat ouders geneigd zijn om de kant van hun kind te kiezen, ook als het vermoeden ontstaat dat andere kinderen de dupe zijn van zijn of haar gedrag. Kun je als ouders wel zeggen ‘Mijn kind doet dat niet’? Fina: “Ik denk dat ouders dat nooit moeten zeggen, of het nu gaat om pesten, of om bijvoorbeeld roken, seks of spieken. In de loop van de tijd komt elke ouder er wel eens achter dat hij zich vergist. Ieder kind is in ontwikkeling en op zoek naar manieren om zich staande te houden. En dan is het belangrijk dat ouders eerlijk naar het gedrag van hun kind durven kijken.”

Waarom zijn ouders geneigd om het pestgedrag van hun kind te ontkennen?

“We hebben een soort gat in ons denken. Dat ons kind ook dader kan zijn, komt vaak niet eens in ons op. We zijn vooral bang dat hem of haar iets overkomt, en dat is bepalend voor de manier waarop we naar het kind kijken en hoe de gesprekken gevoerd worden. Als het op school niet zo lekker gaat, vragen we wel of het kind wordt gepest, maar meestal niet of het zelf anderen pest, of dat er in de klas gepest wordt.

Vooral als ouders vroeger zelf gepest zijn, zijn ze erg bang dat het hun kind zal overkomen. Dat is logisch, omdat het zo’n impact heeft gehad. Maar het zorgt er ook voor dat ouders het vaak niet herkennen als hun kind andere kinderen pest. En als ze er wel achter komen, schamen ouders zich er vaak voor. Of ze zijn blij dat hun kind tenminste goed voor zichzelf opkomt. En ja, een kind mag natuurlijk voor zichzelf opkomen, maar dan wel met respect voor anderen.”

Hoe kunnen ouders pestgedrag van hun kind voorkomen?

“Je ziet het vaak thuis al: ook daar pesten broertjes en zusjes elkaar soms, al noemen we dat als ouders vaak ruzie. Het aanleren van sociale vaardigheden begint thuis: ‘Als je te hard mept, maak je het goed; dan zeg je sorry.’ Het is belangrijk om kinderen te leren respect te hebben voor de grenzen van de ander. Het kind moet zich thuis zelf ook veilig kunnen voelen. Al gaat het dan toch nog wel eens mis.

We zijn net kuddedieren

Al is je kind dan misschien geen pester, hij of zij kan wel een meeloper zijn, en daarmee de pester vrij spel geven. Fina: “Eigenlijk hebben we als mensen allemaal de neiging om meeloopgedrag te vertonen. We zijn net kuddedieren en passen ons vaak gemakkelijk aan de meerderheid aan. Als je in een klas zit waar gepest wordt en veel kinderen dat accepteren, hebben de meesten de neiging om dat ook te doen. Meelopers worden daarnaast vaak onder druk gezet door de pester om hem te steunen. Vaak is de reden van meelopen dan ook dat kinderen stoer willen doen, bijvoorbeeld vanuit angst om anders zelf gepest te worden.”

Hoe kun je dit gedrag doorbreken?

“Bespreek eens met je kind hoe het zou zijn als hij of zij zelf de dupe is van pesten. Of hoe je kind het zou vinden als hij zelf nooit mee zou mogen doen met voetballen. Zeker op jonge leeftijd kunnen kinderen zich daar nog moeilijk in verplaatsen. Duidelijke regels en afspraken zijn dus nodig. Stimuleer verder dat je kind contact met andere kinderen aangaat, bijvoorbeeld door eens iemand uit de klas mee te nemen die nooit door een ander wordt gevraagd. Het allerbelangrijkste is dat je je ervan bewust bent dat pesten altijd en overal gebeurt en dat je altijd een rol hebt: als pester, slachtoffer, meeloper of toeschouwer. Durf als ouders je rol onder ogen te zien en doe er iets mee.”


Bron: EO

Afbeelding: Pluis