Pesten; daar wordt een kind hard van.
Fabel. Pesten is niet iets waar een kind tegen moet kunnen en je wordt er niet sterker van. Sterker nog, pesten richt ernstige schade aan en heeft verstrekkende gevolgen voor de ontwikkeling van kinderen. Zo hebben volwassenen die vroeger gepest zijn vaker gezondheidsproblemen en relatieproblemen zijn en is de kans dat zij een psychiatrische stoornis ontwikkelen 6 keer zo groot.
Jongens pesten vaker dan meisjes.
Feit. Jongens zijn vaker pestkoppen; ze pesten zowel andere jongens als meisjes. Meisjes pesten vooral meisjes en minder vaak jongens. Het pesten gaat op een andere manier. Jongens gebruiken vaak directe agressie en meisje pesten vaker heimelijk (meidenvenijn).
Pestkoppen zijn agressieve kinderen met weinig inlevingsvermogen.
Fabel. Kinderen die pesten hebben vaak weinig empathie, maar dit is niet altijd het geval. Omdat het een groepsproces is, hebben ‘gewone’ kinderen er vaak ook een rol in.
Het ligt aan het kind zelf als het wordt gepest.
Fabel. Ieder kind kan het slachtoffer worden. De aanleiding kan iets simpel zijn als een bril of de haarkleur. Afwijkend gedrag van gepeste kinderen ontstaat door het pesten. Dit gedrag kan vervolgens nieuwe pesterijen aanwakkeren of oproepen. Zo ontstaat er een vicieuze cirkel waar een kind moeilijk uitkomt.
Schelden doet geen pijn.
Fabel. Dat schelden pijn doet is zelfs wetenschappelijk bewezen. Uit hersenscans is gebleken dat sociale uitsluiting dezelfde hersengebieden activeert als fysieke pijn.
De beste bescherming is het hebben van een goede vriend of vriendin.
Feit. Een hechte vriendschap zorgt ervoor dat een kind zich veilig en geliefd voelt. Ook zijn vriendschappen goed om de sociale omgang te oefenen.
Dikkere kinderen hebben een grotere kans om gepest te worden.
Feit. Kinderen met overgewicht hebben vaak een lagere sociale status in de groep en worden ook vaker door ouders en leerkrachten afgewezen. Kinderen die ‘afwijken’ van de rest hebben sowieso een grotere kans om gepest te worden. Denk aan kinderen met rood haar, een bril of kinderen die homoseksueel zijn. Ook het karakter van een kind, zoals snel boos worden of ‘stilletjes' zijn, maakt de kans op pesten groter.
Kinderen kunnen het onderling prima zelf oplossen.
Fabel. Kinderen zijn nog niet in staat om zich op een goede manier te verweren (gepest kind) en/of inzicht te krijgen in hun gedrag (pestkop). Ze zijn nog bezig met sociaal-leren, zoals dat zo mooi heet. Ze zullen dus geholpen moeten worden door hun ouders of de leraar.
School speelt een belangrijke rol bij pestgedrag.
Feit. Een goede manier om op pesten op school te voorkomen is een veilige klas te creëren. Dit valt of staat samen met de leraar die voor de klas staat. Hij of zij moet op een positieve manier zorgen voor een groep waarin iedereen zich veilig kan voelen en zichzelf kan zijn. Helaas gebeurt dit niet altijd. Gepeste kinderen krijgen soms zelfs geen steun van de leraar als gevolg van hun lagere status in de groep.
Ouders merken het direct als hun kind wordt gepest.
Fabel. Helaas vertellen veel kinderen niet uit zichzelf tegen hun ouders dat ze gepest worden. Omdat ze bang zijn voor de reactie van hun ouders en/of dat deze naar school zullen gaan. Heb je het vermoeden dat je kind gepest wordt? Probeer erover te praten en wees alert op signalen van pesten, zoals bijvoorbeeld nooit afspreken, niet worden uitgenodigd op feestjes en niet naar school willen.
Bron JM ouders