Pesten onder ouderen in woonzorgcentra en verpleeghuizen: hoe herken je het en wat kun je doen? | Stop Pesten NU

Pesten onder ouderen in woonzorgcentra en verpleeghuizen: hoe herken je het en wat kun je doen?

Pesten is helaas niet alleen iets waar kinderen en jongeren mee te maken krijgen; ook onder ouderen in woonzorgcentra en verpleeghuizen komt pesten vaak voor. Ouderen kunnen elkaar buitensluiten, intimideren, of op een andere manier pesten, waardoor hun kwaliteit van leven sterk achteruit kan gaan. In dit artikel bespreken we hoe pesten onder ouderen eruitziet, wat je kunt doen als je zelf gepest wordt, en geven we tips voor kinderen van ouderen om pesten te herkennen en bespreekbaar te maken.

 

Wat is pesten onder ouderen?

Pesten onder ouderen heeft veel overeenkomsten met pesten bij jongere generaties. Het gaat vaak om herhaaldelijk vervelend gedrag dat iemand pijn doet, kwetst, of buitensluit. De vormen van pesten kunnen variëren van verbale opmerkingen en roddelen tot sociale uitsluiting en zelfs fysieke intimidatie. Vaak gebeurt het op subtiele manieren, waardoor het niet altijd meteen duidelijk is dat er gepest wordt.

Voorbeelden van pestgedrag onder ouderen:

  • Sociale uitsluiting: 
    Niet mogen meedoen met activiteiten, zoals samen koffie drinken, kaartspellen spelen, of een wandeling maken.
  • Negatieve opmerkingen of roddelen: 
    Kwaadspreken over anderen, zowel in hun aanwezigheid als achter hun rug om.
  • Verbale agressie: 
    Beledigende opmerkingen maken, sarcastische opmerkingen geven, of voortdurend kritiek leveren op iemand.
  • Intimidatie of bedreigingen: 
    Bewust iemand bang maken door bijvoorbeeld dreigende lichaamstaal te gebruiken, spullen te verstoppen, of vervelende opmerkingen te maken.

 

Wat kun je doen als je gepest wordt?

Als je zelf gepest wordt in een woonzorgcentrum of verpleeghuis, kan dit een gevoel van eenzaamheid, verdriet en zelfs angst met zich meebrengen. Het is belangrijk om te weten dat je hier niet alleen in staat en dat er stappen zijn die je kunt ondernemen om hulp te krijgen en het pestgedrag aan te pakken.

Tips voor ouderen die gepest worden

  1. Praat erover met een vertrouwenspersoon
    Dit kan een zorgverlener, familielid of medebewoner zijn. Het delen van je ervaringen kan helpen om emotionele steun te vinden en samen naar oplossingen te zoeken.
  2. Zoek naar bondgenoten
    Probeer contact te leggen met andere bewoners die vriendelijk en begripvol zijn. Dit kan je een gevoel van verbondenheid geven en zorgen dat je je minder alleen voelt.
  3. Wees assertief en stel grenzen
    Als het veilig voelt, kun je de persoon die jou pest direct aanspreken. Zeg bijvoorbeeld: “Ik vind het niet prettig als je zo tegen me praat, stop ermee.”
  4. Schakel hulp in van het zorgpersoneel
    Meld het pestgedrag bij het personeel van het woonzorgcentrum of verpleeghuis. Zij hebben de verantwoordelijkheid om een veilige omgeving te creëren en kunnen actie ondernemen om het pesten aan te pakken.

 

Hoe kunnen kinderen van ouderen pesten in het Woonzorgcentrum of Verpleegtehuis herkennen?

Het is voor kinderen van ouderen vaak moeilijk voor te stellen dat hun vader of moeder gepest wordt in een woonzorgcentrum of verpleeghuis. Toch komt dit vaker voor dan je zou denken. Als kind kun je een belangrijke rol spelen in het herkennen en bespreekbaar maken van pesten onder ouderen. Hier zijn enkele signalen waar je op kunt letten:

Signalen dat een ouder gepest wordt

  • Emotionele veranderingen. 
    Let op tekenen van verdriet, angst, of teruggetrokken gedrag. Als je ouder plotseling somber is, vaker huilt, of zich afgesloten gedraagt, kan dit wijzen op pesten.
  • Sociale isolatie. 
    Vermijd je ouder bepaalde groepsactiviteiten of lijkt hij/zij buitengesloten te worden? Let ook op of je ouder plotseling geen contact meer heeft met bepaalde medebewoners.
  • Veranderingen in eet- en slaapgewoonten. 
    Pesten kan een grote invloed hebben op de eetlust en het slaappatroon van iemand. Als je merkt dat je ouder slecht slaapt, nachtmerries heeft, of geen eetlust meer heeft, kan dit een teken zijn van stress door pesten.
  • Fysieke signalen. 
    Soms kan pesten ook fysiek zijn. Let op blauwe plekken, krassen, of andere tekenen van fysiek geweld.

 

Hoe kun je pesten bespreken met het zorgcentrum?

  1. Stel vragen over de groepsdynamiek. 
    Vraag het zorgpersoneel of zij iets hebben gemerkt van pestgedrag. Stel vragen als: “Wordt er hier weleens gepest?” of “Weet u of mijn vader/moeder wel eens negatief behandeld wordt?”
  2. Benoem wat je ziet. 
    Als je merkt dat je ouder geïsoleerd is of tekenen van stress vertoont, bespreek dit met het zorgpersoneel. Leg uit wat je hebt gezien en vraag om een gesprek over de mogelijkheden om de situatie te verbeteren.
  3. Betrek andere familieleden of vrienden. 
    Deel je zorgen met broers, zussen of andere naasten, zodat zij ook kunnen helpen om de situatie in de gaten te houden en je ouder te steunen.

 

Wat als mijn ouder de pester is?

In sommige gevallen kan het zijn dat je eigen ouder degene is die pestgedrag vertoont naar andere bewoners toe. Dit kan voor schuldgevoelens zorgen en het kan lastig zijn om hiermee om te gaan. Hier zijn enkele tips over hoe je deze situatie kunt aanpakken:

Hoe ga je om met een ouder die pest:

  1. Praat met je ouder over het gedrag
    Bespreek het pestgedrag op een rustige en open manier. Vraag bijvoorbeeld: “Ik heb gehoord dat je kritiek hebt op anderen, kun je me daar meer over vertellen?” Probeer te begrijpen waarom je ouder zich zo gedraagt.
  2. Stimuleer empathie en zelfreflectie
    Help je ouder om de impact van het pestgedrag op anderen in te zien. Vraag bijvoorbeeld: “Hoe zou jij je voelen als iemand zo tegen jou zou doen?” Dit kan helpen om bewustwording te creëren.
  3. Vraag om ondersteuning van het zorgpersoneel. 
    Bespreek de situatie met de zorgmedewerkers van het woonzorgcentrum of verpleeghuis. Zij hebben vaak ervaring met groepsdynamiek en kunnen helpen om het gedrag van je ouder te begeleiden.

Het is belangrijk om te beseffen dat pestgedrag onder ouderen vaak voortkomt uit gevoelens van onzekerheid, frustratie, of machteloosheid. Daarom is het cruciaal om niet alleen het gedrag aan te pakken, maar ook te kijken naar de onderliggende oorzaken en behoeften van de persoon die pest.