In het afgelopen jaar is de Sport Wereld volledig door elkaar geschud met enorme openbaringen over allerlei soorten excessen op het gebied van ongewenst gedrag binnen de sport.
Pesten (o.a. bedreigen, uitlachen, intimideren, chanteren, roddelen, fysiek, uitfluitten, wegjagen, buitensluiten en via social media), seksuele intimidatie, discriminatie en ander ongewenst (agressie, drank- en drugsgebruik). Allemaal ongewenst gedrag waar topsporters mee te maken hebben.
Dit gedrag ervaarden zij niet alleen met hun trainers of coaches maar ook in vele gevallen door hun eigen teamgenoten. Top voetballers, wielrenners, turners, gymnasten, boksers, volleybalsters en nog veel meer sporters die zich genoodzaak voelden om bij hun club weg gaan,
Deze dingen komen niet alleen in de topsport voor maar ook in de amateurclubs. Juist omdat daar meestal geen professionele trainers of coaches zijn. Deze taken worden ingevuld door goedbedoelde vrijwilligers of ouders. Deze trainers en coaches hebben geen opleiding of training gehad om ongewenst gedrag (pedeze misstanden te herkennen of om hierop te acteren.
Pesten op sportverenigingen
Maar hoe is het momenteel gesteld met de aanpak van pestgedrag op sportverenigingen? De sportvereniging is naast school een belangrijke ontmoetingspraktijk voor circa 1,6 miljoen kinderen en jeugdigen. De aanname dat kinderen vrijwillig en voor hun lol sporten, verklaart wellicht de geringe beleids- en onderzoeksmatige aandacht voor pesten op sportverenigingen. Toch lijkt ons meer structurele aandacht voor pestgedrag op sportverenigingen geen overbodige luxe. Uit onderzoek van de Universiteit Utrecht blijkt dat:
- op sportverenigingen minstens net zoveel gepest wordt als op scholen;
- daders en slachtoffers van pesten op scholen blijken veelal ook daders en slachtoffers te zijn op de sportvereniging. In die zin zijn de pestrollen over de verschillende contexten tamelijk 'stabiel';
- trainers de feitelijke omvang van pesten op hun sportvereniging niet goed kunnen inschatten en de effectiviteit van hun aanpak waarschijnlijk overschatten en
- dat er tot nu toe nog geen gedegen pestpreventieprogramma’s bestaan voor de sportvereniging1.
Feiten & Cijfers
De drie vormen van grensoverschrijdend gedrag komen in verschillende mate voor.
- Bijna 70% van de jeugdige sporters heeft een emotioneel grensoverschrijdende gebeurtenis meegemaakt,.bij 46% heeft dit ook indruk gemaakt.
- Lichamelijk grensoverschrijdend gedrag heeft 24% meegemaakt bij ruim 10% heeft dit indruk gemaakt.
- Voor seksueel grensoverschrijdend gedrag geldt dat 16% dit heeft meegemaakt en dat het bij ruim 7% indruk heeft gemaakt.
Lees het volledige Rapport 2020 Grensoverschrijdend gedrag in de Nederlandse sport iov NOC-NSF en Ministerie VWS
Het kan dan gaan om zowel emotioneel als lichamelijk of seksueel ongewenst gedrag
De meeste meldingen vanuit de sport gaan over pesten en seksueel grensoverschrijdend gedrag. Denk daarbij aan ongewenst foto's maken in kleedkamers, ongewenste aanrakingen, of aanrandingen. Bij lichamelijk ongewenst gedrag kan het gaan om een vechtpartij, maar ook over slaan met voorwerpen, of iemand opzettelijk pijn doen. Uit onderzoek blijkt dat sporters ook veel last hebben van emotioneel grensoverschrijdend gedrag. Denk daarbij aan schelden, discriminatie, pesten maar ook intimiderend taalgebruik.
Kwetsbare groepen
Minderjarigen, LHBT+, sporters met een beperking en topsporters zijn extra kwetsbare groepen. Soms is dat omdat zij zich niet of moeilijk kunnen verweren. Soms zijn mensen gewend om over hun eigen grenzen te gaan of hebben ze als kind geleerd om geen nee te zeggen tegen een volwassene in hun omgeving. Bij topsporters zie je vaak dat de prestatie belangrijker lijkt te zijn dan het aankaarten van ongewenste gedrag. Niets van dit alles is echter een excuus om de grenzen van een ander over te gaan.
Maak jij zelf iets dergelijks mee? Praat erover!
Waarom hoor ik hier weinig over?
90% van het seksueel grensoverschrijdend gedrag wordt nooit gemeld. Slachtoffers schamen zich of denken dat het hun eigen schuld is dat ze dit overkomt.
Mannen vinden het vaak extra moeilijk om te melden dat zij slachtoffer zijn van seksuele intimidatie en misbruik. Daarom roepen wij hen juist op om het gesprek aan te gaan en erover te praten. Door binnen je vereniging aan preventie te doen, wordt de kans op ongewenst gedrag een stuk kleiner.
Zie je iets gebeuren waar je over twijfelt? Twijfel is goed, het zet je onderbuik in gang en vraagt je om een mening te vormen over wat je ziet of hoort. Je kunt een situatie zwaarder inschatten, maar ook onderschatten. Praat er hoe dan ook over!
Meldingen
Het Centrum Veilige Sport en de sportbonden krijgen jaarlijks honderden meldingen binnen van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag. Een incident is vrijwel nooit puur één soort gedrag, vaak is ook intimidatie of uitsluiting onderdeel van het incident. Onze medewerkers en de vertrouwens(contact)personen van de bonden hebben contact over meldingen en signalen. Zo kunnen ze incidenten begeleiden en bestuurders ondersteunen. We hebben een landelijk netwerk in de hulpverlening en directe lijnen met zedenpolitie. Lees hier hoe je een melding kun doen.

Klik op afbeelding voor grotere versie of klik hier
Hieronder treft u een overzicht met interessante informatie aan om pesten binnen de sportclub (preventief) aan te kunnen pakken. Mocht uw vraag er niet bijstaan, neem dan gerust contact met ons op. De informatie is in verschillende doelgroepen opgedeeld:
- Voor Bestuurders
- Voor Coaches, Trainers, Begeleiders
- Voor TopSporters, sporters, scheidsrechters
- Digitaal Pesten (Cyberpesten)
- Voor Ouders/Opvoeders
- Beleid & Factsheets, Lesmaterialen, Posters, Wetenschappelijke onderzoeken
Video Gedragscode Sport voor Bestuurders NOC-NSF

Klik op de afbeelding of klik op deze link om de video te bekijken.
Ken je rol als coach bij pestgedrag
Veel mensen zijn wel eens betrokken geweest bij pestgedrag of de gevolgen daarvan. Dit kan zijn als slachtoffer, dader, maar ook als getuige. Als trainer/coach heb je een nadrukkelijke rol bij het voorkomen van pestgedrag binnen een ploeg.
De basis hiervoor wordt mogelijk gevormd door regels, maar zeker ook door de omgang van de trainer met zijn of haar pupillen. En pesten is niet alleen iets wat voorkomt bij kinderen, maar ook bij volwassenen.
Probeer te signaleren
Het eerste wat een voetbaltrainer moet doen, is het pesten signaleren. Is iemand een buitenbeentje in de groep, dan is dat tijdens trainingen en wedstrijden niet altijd te merken. Vaak ligt de oorzaak in de voetbalkwaliteiten van het slachtoffer; als die beduidend minder zijn dan die van de rest heeft dat zijn weerslag op de positie van het slachtoffer. In een wedstrijd zal hij niet snel betrokken worden in het spel, en bij het bepalen van teams voor een training wil niemand graag met hem in een groepje zitten.
Video Centrum Veilige Sport, grensoverschrijdend gedrag: blijf je stil of praat je erover?

Klik op de afbeelding of klik op deze link om de video te bekijken.
Sta boven het pestgedrag
Iemand die gepest wordt, komt al vrij snel in een vicieuze cirkel terecht. Daar is het moeilijk uit ontsnappen, omdat een slachtoffer niet begrijpt dat het zelf onbewust pestgedrag oproept. Daarom moet de oplossing van buitenaf komen. Voor het functioneren van een voetbalteam is het dus van groot belang dat een trainer boven het pestgedrag staat.
Vaak dezelfde, verstrekkende gevolgen
Het slachtoffer van pesterijen zal nooit op zijn werkelijke niveau kunnen presteren. Pesten kent namelijk vrijwel altijd dezelfde gevolgen:
* Het slachtoffer stopt veel energie in het probleem en kan zich niet concentreren;
* Er komen psychosomatische klachten zoals hoofd- en buikpijn;
* Het slachtoffer voelt zich bedreigd en wordt onzeker;
* Er ontstaat een negatief zelfbeeld met alle gevolgen van dien.
Zoek de oplossing niet bij het slachtoffer
Omdat de oorzaak van het pestgedrag vaak is terug te voeren op het slachtoffer zelf, ligt het vaak voor de hand om daar de oplossing te zoeken. Dat is echter de verkeerde gedachte. Een trainer moet in zijn ploeg namelijk zorgen voor emotionele veiligheid. Door zichzelf respectvol op te stellen naar alle spelers, ook diegenen die over minder voetbalkwaliteiten beschikken, ontstaat een betere onderlinge sfeer.
Verantwoordelijkheid ook naast het veld
Wordt er eenmaal gepest, dan is het van belang de pester op zijn gedrag aan te spreken. Dat moet niet alleen op het veld gebeuren, maar ook daarbuiten. De verantwoordelijkheid ligt dus niet alleen bij een trainer, maar ook bij de vereniging, de ouders en andere betrokkenen.
Train ook eens op samenwerken
Ook helpt het om niet alleen competitieve elementen te trainen. In plaats van een oefening waarbij er een beloning is voor de snelste, langste of technisch meest vaardige, loont het ook om te trainen op samenwerken.
Bron: KNVB
Voor ouders in samenwerking met verenigingen
Het Sportplezier van sommige kinderen wordt bedorven doordat ze worden gepest op de sportvereniging. Geldt dat ook voor jouw kind? Dat is zonde! Gebruik deze tips om er samen met de vereniging iets aan te doen!
Tip 1: doe het samen!
Als vader of moeder zie je niet alles wat er op de sportclub gebeurt. En de trainer of coach dan? Die toch wel? Nee, ook voor hem of haar is echt niet alles zichtbaar wat er in een groep of op de vereniging gebeurt. Ten eerste omdat hij vooral bezig is om de kinderen te helpen met sporten, ten tweede omdat veel van het pestgedrag onzichtbaar is: het gebeurt tussendoor en ook via social media. Helaas heeft uiteindelijk de hele groep last van een slechte sfeer in de groep. Pesten is daarom voor een hele groep vervelend. Stap dus op de trainer of coach af en geef aan dat je graag sámen wilt werken aan een sfeer die voor iedereen veilig en leuk is!
Tip 2: twee-richtings-gesprek
Als jouw kind gepest wordt, is het logisch dat je je zorgen maakt. Het is belangrijk voor je kind dat het pesten zo snel mogelijk stopt. Als je met een trainer of coach gaat praten, is het belangrijk dat het gesprek geen monoloog wordt van jou naar hem of haar toe. Reageer je emoties niet af op de coach of trainer. Hij/zij vindt het ook vervelend dat jouw kind gepest wordt. Geef aan dat je doel is het verminderen van het pestgedrag. Dat moeten we samen doen. Vraag de trainer ook naar zijn verhaal: wat voor gedrag vertoont je kind op de club? Heeft de trainer ook gezien dat er gepest wordt, zo ja: is jouw kind altijd slachtoffer? Misschien heeft de trainer hier direct een goed beeld bij, het kan ook zijn dat het niet zo duidelijk is. Je kunt dan vragen of de trainer daar in de komende twee weken wat extra op wil letten, zodat je daarover een volgende keer in gesprek kunt gaan. Twee weten meer dan één!
Tip 3: pestprotocol
Om vervolgens samen aan de slag te gaan om het gedrag te veranderen, kan je vragen of de vereniging een pestprotocol heeft. In zo’n protocol staat omschreven wat de regels zijn op de vereniging en hoe er wordt omgegaan met pestsituaties. Is dat er al? Misschien kunnen jij en de trainer het eens samen doornemen en een keertje bespreken met de kinderen. Het oplossen van pesterijen op de vereniging ligt namelijk niet alleen bij de kinderen, de coach of bij jou als ouder. Samen staan we sterker!
Als het je lukt om ook andere ouders daarbij te betrekken, wordt het meteen een gesprek van jullie allemaal. Kennen zij deze regels? Vertellen andere kinderen ook over pesten op de vereniging? Leg uit dat het lastig is om kinderen die gepest worden te helpen, als niemand ervan weet! Het moet vooral duidelijk worden dat de sportvereniging een omgeving is waar iedereen zich thuis voelt. Waar je lol hebt met elkaar. Een veilige plek waar je elkaar begrijpt en dat er altijd iemand is die je kan helpen of waar je mee kunt praten en dat je je absoluut niet hoeft te schamen!
Is het pestprotocol er nog niet? Gebruik dit gesprek als vertrekpunt en stel samen belangrijke regels op. Deel ze met de hele vereniging en zet zo een grote stap naar meer Sportplezier!
Jack's list:
- Werk samen en houd je doel voor ogen: jij en de vereniging willen allebei dat er een goede en veilige sfeer is!
- Voer een dialoog in plaats van een monoloog: geef de trainer de kans zijn of haar verhaal te doen
- Ga op zoek naar het pestprotocol op de vereniging en bespreek dat met trainers, kinderen en ouders. Is het er nog niet? Laat dit gesprek dan het startpunt zijn!
Bron
Dat nieuwe medicijn, staat dat op de dopinglijst, of toch niet? Als jullie het clubhuis laten opknappen, hoeveel offertes vraag je dan aan? Incidentjes op het veld, hoe ga je daarmee om? En natuurlijk wil je dat iedereen met plezier naar de club komt. Maar hoe krijg je dat voor elkaar?
Leuk die vragen, maar jij wilt weten hoe je het aanpakt. Bekijk dan de animaties hieronder. Geinig om te zien, en je steekt er ook nog iets van op. De animaties zijn gebaseerd op de gedragscodes in de sport. Gedragscodes die sportbonden, NOC*NSF, Ministerie VWS en experts opstelden vanuit het programma Sport & Integriteit. Het doel: sport veilig, eerlijk, integer, gezond en vooral leuk te houden. Voor iedereen. Dus ook voor jou als bestuurder, scheidsrechter, trainers/coach, sporter en topsporter.
Bestuurders
Als bestuurder ben je altijd druk in de weer. Tot nu toe is het je altijd nog gelukt om de eindjes aan elkaar te knopen. Het verdiende niet altijd de schoonheidsprijs, maar goed. Toch is het verstandig om eens na te denken over hoe je de zaken aanpakt. Stel dat jullie het clubhuis gaan verbouwen, hoeveel offertes vraag je dan aan? Wie controleert de penningmeester eigenlijk? En hoe zorg je dat iedereen met plezier naar de club komt? Bekijk de animatie hieronder eens. Dan weet je hoe een integere bestuurder te werk gaat.
>> Meer informatie over de gedragscode voor bestuurders
Trainers en coaches
Als trainer natuurlijk wil je natuurlijk dat iedereen met plezier naar de training komt. Dat er op z’n tijd gewonnen wordt, ook leuk. Maar hoe zorg je dat het leuk is en blijft? Hoe iedereen gemotiveerd blijft en beter wordt? En hoever kan je daarin eigenlijk gaan? Soms raak je je sporters misschien aan om ze te helpen. Goed bedoeld, maar wat vindt de sporter in kwestie daar eigenlijk van? Of de ouders langs de kant. Bekijk de animatie hieronder eens. Dan weet je hoe het leuk houdt. Voor iedereen, ook jezelf.
Video Gedragscode Sport: trainers, coaches en begeleiders NOC-NSF

Klik op de afbeelding of klik op deze link om de video te bekijken.
>> Meer informatie over de gedragscode voor trainers en coaches.
Scheidsrechters/officials/jurylid
Als scheidsrechter/official/jurylid zorg je dat de wedstrijd goed verloopt. Je geniet van je ‘vak’. Tuurlijk, er zijn weleens incidentjes. Luidruchtige supporters langs de lijn, een rotschop op het veld, sporters die verhaal halen. Hoe ga je daar eigenlijk mee om? Jij bent tenslotte verantwoordelijk voor wat er tijdens de wedstrijd gebeurt. En die verantwoordelijkheid is precies wat je kwetsbaar maakt. Je bent een interessant doelwit voor iemand die de wedstrijd wil manipuleren. Hoe onschuldig het ook lijkt. Bekijk de animatie hieronder eens. Dan weet hoe je omgaat met lastige situaties.
Video Gedragscode Sport: scheidsrechters/officials/juryleden

Klik op de afbeelding of klik op deze link om de video te bekijken.
>> Meer informatie over de gedragscode voor scheidsrechters.
Sporters
Sporten doe je omdat je het leuk vindt. Zorg daarom dat het leuk blijft. Niet alleen voor jezelf, ook voor de andere in je team/trainingsgroep en de tegenstander. Dat zit ‘m in kleine dingen. Help je tegenstander overeind als je hem of haar omver hebt gelopen. Grote mond en klagen bij de scheidsrechter? Doe maar niet, je schiet er niks mee op. Bekijk de animatie hieronder. Dan weet je precies wat we bedoelen.
Video Gedragscode Sport: sporters

Klik op de afbeelding of klik op deze link om de video te bekijken
>> Meer informatie over de gedragscode voor sporters.
Topsporters
Je hebt maar een doel voor ogen: winnen! Daar doe je alles voor, dag in dag uit. Eat-sleep-train-repeat is jouw motto. Zwaar is het topsport bestaan zeker, het is een vak. Soms liggen er verleidingen op de loer. Matchfixing, betting en doping: zaken waarmee je liever niet in aanraking komt. Bekijk daarom de onderstaande animatie eens. Dan blijf je uit de problemen.
Video Gedragscode Sport: topsporter NOC-NSF

Klik op de afbeelding of klik op deze link om de video te bekijken.
>> Meer informatie over de gedragscode voor topsporters.
Vertrouwenspuntsport
Doping, matchfixing maar ook discriminatie en pesten. Het Vertrouwenspunt Sport is er voor al dit soort zaken. Niet alleen om te melden als het kwaad al is geschied. Ook om advies in te winnen ben je bij het Vertrouwenspunt Sport aan het goede adres. Iedereen kan trouwens bij het Vertrouwenspunt Sport terecht: sporters, topsporters, trainers en coaches, ouder en bestuurders.
Zie voor meer informatie over het Vertrouwenspunt Sport www.centrumveiligesport.nl
Meer weten over het programma Sport & Integriteit? Neem dan contact op met Emiel Krijt, emiel.krijt@nocnsf.nl.
Pesten op sportverenigingen
Maar hoe is het momenteel gesteld met de aanpak van pestgedrag op sportverenigingen? De sportvereniging is naast school een belangrijke ontmoetingspraktijk voor circa 1,6 miljoen kinderen en jeugdigen. De aanname dat kinderen vrijwillig en voor hun lol sporten, verklaart wellicht de geringe beleids- en onderzoeksmatige aandacht voor pesten op sportverenigingen. Toch lijkt ons meer structurele aandacht voor pestgedrag op sportverenigingen geen overbodige luxe. Uit onderzoek van de Universiteit Utrecht blijkt dat:
- op sportverenigingen minstens net zoveel gepest wordt als op scholen;
- daders en slachtoffers van pesten op scholen blijken veelal ook daders en slachtoffers te zijn op de sportvereniging. In die zin zijn de pestrollen over de verschillende contexten tamelijk 'stabiel';
- trainers de feitelijke omvang van pesten op hun sportvereniging niet goed kunnen inschatten en de effectiviteit van hun aanpak waarschijnlijk overschatten en
- dat er tot nu toe nog geen gedegen pestpreventieprogramma’s bestaan voor de sportvereniging1.
De rol van Combinatiefunctionarissen en VCP-ers
Omdat pesten zich veelal niet beperkt tot één context, ligt een ecologische benadering van pesten voor de hand. Professionals, ouders en andere betrokkenen in verschillende sociale contexten kunnen vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de socialisatie en opvoeding van kinderen pestgedrag meer adequaat aanpakken.
Vertrouwenscontactpersonen zijn in hun eerstelijnsfunctie binnen de sportvereniging verantwoordelijk voor de aanpak van ongewenst gedrag
Recentelijk is vanuit de Universiteit Utrecht een kwalitatief onderzoek gedaan onder vertrouwenscontactpersonen (VCP) en combinatiefunctionarissen (CF) van sportverenigingen in de gemeente Amsterdam2. VCP-ers zijn in hun eerstelijnsfunctie binnen de sportvereniging verantwoordelijk voor de aanpak van ongewenst gedrag, hebben kennis van de sociale kaart van Nederland en kunnen daar waar noodzakelijk doorverwijzen. CF-ers zijn zowel werkzaam op scholen (als gymleraar) als op sportverenigingen (als trainer). Zij zien kinderen in meerdere contexten wat ervoor kan zorgen dat ze de kinderen beter kennen en daardoor mogelijk eerder pestgedrag signaleren.
Vertrouwenscontactpersonen
Uit dit onderzoekt blijkt dat VCP-ers weinig worden ingeschakeld op de sportvereniging. Incidenten worden zelden gemeld. Maar het is ook goed mogelijk dat jeugdsporters niet op de hoogte zijn van het bestaan van een VCP-er en/of deze persoon niet kennen. Uit onderzoek in de onderwijspraktijk blijkt ook dat kinderen een pestincident veelal niet durven te melden uit angst om als ‘klikspaan’ zelf te worden gepest of omdat zij geen vertrouwen hebben in de aanpak van leraren. De indruk bestaat dat VCP-ers zich overwegend reactief opstellen en ‘te ver’ van de kinderen af staan. Dit werkt drempelverhogend voor het melden van een incident:
‘Ik moet zeggen, in de 3 jaar dat ik in de technische commissie zit, heb ik misschien 1 of 2 keer gehad dat situaties die ontspoord zijn bij ons worden gemeld of dat het op de een of andere manier ter ore is gekomen.’
De onderzochte sportverenigingen hebben geen actief preventief beleid op ongewenst-/pestgedrag. Er zijn hooguit wat algemene gedragsregels opgesteld maar daar blijft het dan ook bij.
Combinatiefunctionarissen
CF-ers zijn tevreden over hun eigen aanpak van pesten en beschouwen deze als effectief. De vraag is of zij wel een reële inschatting kunnen maken van de aard en omvang van het pestgedrag op hun sportvereniging. Veel pestgedrag wordt immers niet gemeld en lang niet alle incidenten worden (zelf) gesignaleerd. Bovendien hebben zowel Cf-ers als VCP-ers veel moeite met het definiëren van pestgedrag. Het is dus de vraag in hoeverre zij adequaat de ernst en omvang van pestgedrag kunnen inschatten.
Het doorgeven van kennis en tips en trucs om pesten te signaleren en aan te pakken kan dus een belangrijke taak zijn voor combinatiefunctionarissen
Ook blijkt dat er minimaal contact is tussen scholen en sportverenigingen inzake pestgedrag. Van een ecologische benadering is nog geen sprake. CF-ers zijn het aanspreekpunt voor (jonge) trainers en coaches. Het doorgeven van kennis en tips en trucs om pesten te signaleren en aan te pakken kan dus een belangrijke taak zijn voor CF-ers. Maar dan dient nog wel structureel werk te worden verricht in de opleidingssfeer:
‘We hebben tot nu toe nog geen echte dingen, we hebben nog geen echte situatie mee gemaakt. Dus tot nu toe vind ik het goed gaan. Maar ik zou niet weten hoe het moet als er een situatie komt.’
Implicaties
Wij onderstrepen het belang van observatie-instrumenten en het ontwikkelen van pestpreventieprogramma’s voor sportverenigingen en van meer structurele aandacht voor pesten in de curricula van trainersopleidingen en Pabo’s. Ook zou in de VCP-cursus meer expliciete aandacht voor pesten moeten zijn. De kennis over pesten schiet tekort.
Als VCP-er is het van belang om dicht bij de jeugd te staan om zo makkelijk benaderbaar te zijn voor de kinderen. Een mogelijkheid is om jongeren van een seniorenteam als VCP-er te laten fungeren. Of een meisje of jongen onder de junioren een bemiddelende rol te laten spelen. Zij zijn bekend binnen de vereniging en de drempel is dan mogelijk lager om ongewenst gedrag te melden.
Een gezamenlijke aanpak sluit aan bij de pedagogische civil society
Omdat pestgedrag zich niet beperkt tot één context wordt een bredere inzet en samenwerkingsverband tussen sportverenigingen, scholen, buurt(werk), gemeentelijke en landelijke overheid voorgestaan om pestgedrag en ander ongewenst gedrag op en rondom de sportverenigingen adequaat aan te pakken. Deze gezamenlijke aanpak sluit aan bij de pedagogische civil society, waarbij vanuit een meer positieve en preventieve insteek wordt gehandeld in het belang en welzijn van kinderen op de sportvereniging.
Noten
1. Baar, P. (2012). Peer aggression and victimization in Dutch elementary schools and sports clubs: Prevalence, stability, and approach across different contexts (Doctoral dissertation). Utrecht: Utrecht University
2. Wezel, G. B. van. (2016). Pesten op Sportverenigingen: Visie, Aanpak en Behoeften van Combinatiefunctionarissen en Vertrouwenscontactpersonen met Betrekking tot Pestgedrag bij Kinderen van 6 tot 12 jaar op Sportverenigingen. Utrecht: Utrecht Universiteit
Paul Baar is universitair docent Maatschappelijke Opvoedingsvraagstukken (MOV) met een speciale aandacht voor interventieprogramma's op het gebied van pesten, jeugdsport, jeugdgezondheid en onderwijs.
Berdien van Wezel (1989) is in 2009 afgestudeerd als Sociaal Pedagogisch Hulpverlener. Zij werkte daarna als sociotherapeut in de kinderpsychiatrie bij GGZ. In 2014 is ze gestart met de master Maatschappelijke Opvoedingsvraagstukken (MOV) aan de Universiteit Utrecht. Haar afstudeerstage was bij Sportservice Amsterdam waar ze een kwalitatief onderzoek heeft uitgevoerd naar 'Pesten op Sportverenigingen'. Momenteel is zij wederom werkzaam in de kinderpsychiatrie en op zoek naar een passende baan aansluitend op haar masterstudie. Voor meer informatie: berdienvanwezel@hotmail.com
Bron