Doelstellingen
Kinderen begrijpen wat pesten en plagen is.
Kinderen leren hoe ze elkaar kunnen helpen als er gepest wordt.
Kinderen leren hoe ze op een respectvolle manier met elkaar om kunnen gaan.
Materialen:
Prentenboek over pesten en plagen
Bijvoorbeeld
- Prentenboek Grapje (Zebra Ziva wordt gepest) + gratis lesmaterialen
- 'Woezel en Pip, Stop Hou op met lesbrief
- of "Kikker en de vreemdeling" van Max Velthuijs)
Knuffel of pop
Gekleurde kaartjes (rood, groen en geel)
Lesverloop:
Introductie (5 minuten)
Begin de les door aan de kinderen te vragen of ze wel eens iemand hebben gepest of geplaagd. Geef hierbij een voorbeeld van iets wat als pesten of plagen kan worden gezien.
Leg uit dat jullie vandaag gaan praten over pesten en plagen.
Lees het prentenboek voor (15 minuten)
Lees het prentenboek voor en gebruik de knuffel of pop om het verhaal uit te beelden.
Vraag de kinderen wat ze hebben geleerd van het verhaal. Bespreek de gevoelens van de personages in het verhaal en hoe het pesten hen beïnvloedde.
Praat over respectvol omgaan met elkaar (10 minuten)
Leg uit wat het betekent om respectvol met elkaar om te gaan en vraag de kinderen om voorbeelden van respectvol gedrag te geven.
Bespreek de verschillende voorbeelden en benadruk waarom het belangrijk is om respectvol met elkaar om te gaan.
Oefen met de gekleurde kaartjes (15 minuten)
Geef elk kind een setje gekleurde kaartjes (rood, groen en geel).
Leg uit dat rood betekent "stop, ik vind het niet leuk", geel betekent "ik vind het een beetje vervelend" en groen betekent "ik vind het leuk".
Laat de kinderen aan elkaar vragen of ze het leuk vinden om te spelen. Als iemand bijvoorbeeld nee zegt, moet het spel gestopt worden. Bespreek waarom het belangrijk is om naar elkaar te luisteren en rekening te houden met elkaars gevoelens.
Afsluiting (5 minuten)
Bespreek kort wat de kinderen hebben geleerd tijdens de les.
Sluit af door te benadrukken dat het belangrijk is om respectvol met elkaar om te gaan en elkaar te helpen als er gepest wordt.
Evaluatie:
Observeer tijdens de les hoe de kinderen met elkaar omgaan en of ze begrijpen wat respectvol gedrag inhoudt.
Bespreek na de les nogmaals kort wat de kinderen hebben geleerd en vraag of er nog vragen zijn.