Beschrijving: Persoon A speelt de rol van degene die gepest wordt en persoon B speelt de rol van de helper. Als er een derde speler aanwezig is, kan deze de rol van pester spelen.
Benodigdheden:
2 spelers (persoon A en persoon B) - Eventueel een derde speler die de rol van pester op zich neemt
Persoon A: (verdrietig en alleen) Ik word gepest door een groep kinderen uit mijn klas. Ik voel me zo alleen en machteloos.
Persoon B: (komt naar Persoon A toe en gaat naast hem/haar zitten) Wat is er gebeurd? Wil je erover praten?
Persoon A: Ze lachen me uit en zeggen gemene dingen tegen me. Ik weet niet wat ik moet doen.
Persoon B: (troostend) Dat klinkt echt niet leuk. Het is niet jouw schuld dat ze zo gemeen doen. Ik sta aan jouw kant en zal je helpen.
Persoon A: (kijkt op en glimlacht) Echt waar?
Persoon B: (knikt) Ja, we kunnen samen naar de juf of meester gaan en het probleem bespreken. Of als je dat niet wilt, kunnen we het samen oplossen.
Persoon A: (opgelucht) Dank je wel, dat zou fijn zijn.
Persoon B: (bemoedigend) Weet dat je niet alleen bent. We kunnen dit samen aan.
Eventueel kan er nu ook nog een gesprek tussen Persoon A en de pester plaatsvinden, waarbij Persoon B de rol van bemiddelaar op zich neemt.
Personen: A, B en C
A: (komt geëmotioneerd binnen) Hallo, ik wil graag met jou praten. Ik heb het gevoel dat je mij de afgelopen tijd hebt gepest.
C: (kijkt weg en zucht) Wat wil je nu weer?
B: (stapt tussen A en C in) Laten we rustig blijven en naar elkaar luisteren. A, waarom voel je je gepest door C?
A: (slikt even en kijkt naar C) Ik voel me niet prettig bij de manier waarop je me behandelt. Ik word uitgelachen en buitengesloten en dat doet me pijn.
C: (kijkt verveeld) Maar ik doe toch niks verkeerd? Het is gewoon een beetje plagen.
B: (richt zich tot C) Het is belangrijk om te begrijpen dat wat voor jou plagen lijkt, voor een ander kwetsend kan zijn. Kun je begrijpen hoe A zich voelt?
C: (denkt even na) Ja, ik snap wel dat het voor A niet leuk is. Maar ik weet niet goed hoe ik anders moet doen.
B: (kijkt naar A) En A, hoe zou jij willen dat C met je omgaat?
A: (neemt even de tijd om na te denken) Ik zou graag willen dat C stopt met me uit te lachen en me niet buitensluit.
B: (richt zich tot C) Zou je kunnen proberen om op een andere manier met A om te gaan en te laten zien dat je om hem geeft?
C: (kijkt bedenkelijk) Ja, misschien kan ik wat meer interesse tonen en vragen hoe het met A gaat. En ik zal proberen te stoppen met het uitlachen en buitensluiten.
B: (knikt tevreden) Dat klinkt als een goed plan. Het is belangrijk om elkaar te respecteren en aardig te zijn. Zo kunnen we samen zorgen voor een fijne sfeer in de klas.
A: (kijkt opgelucht) Dankjewel, B. Ik voel me nu beter.
C: (kijkt ook opgelucht) Ja, ik ben blij dat we dit hebben kunnen bespreken.
Moraal van het rollenspel: Het is belangrijk om er voor elkaar te zijn en elkaar te steunen als iemand gepest wordt. Door samen te werken en het probleem bespreekbaar te maken, kan het pesten stoppen en kan de gepeste zich gesteund voelen.