De preventie
Antipestlijn: van directeur tot wc
Pesten los je niet op met een themadag, maar met een team dat samen dezelfde grens aangeeft. Eén leraar die in zijn eentje brandjes moet blussen, is nooit zo effectief als een schoolbeleid dat mee aan de kar trekt. Deze antipestlijn start daarom op beleidsniveau. Hoe verder je ze volgt, hoe meer ze op de huid van de individuele leraar zit.
- Een duidelijke beleidskeuze
De directeur maakt duidelijk dat de school wil investeren in een doordachte aanpak, een positief klimaat waarin spontane zorg kansen krijgt, waar leerlingen graag zijn. - Dit is teamwork
Als niet alle leraren achter dezelfde visie en aanpak staan, kan je niet efficiënt werken en volharden. Een opgelegde aanpak werkt niet, een pestbeleid groeit beter van binnenuit. - Participatie van alle actoren
Betrek ouders, leerlingen, het clb… op zo’n manier dat ze invloed hebben, dat ze iets kunnen betekenen. Informeer hen over de aanpak en het waarom van het pestactieplan. - Verzorg je netwerk
Kan je terugvallen op een goede band met het CLB, de wijkagent, het CAW (Centrum Algemeen Welzijnswerk), het JAC (Jongeren Advies Centrum) in je buurt? Als je zo’n netwerk nog moet uitbouwen als een crisis zich voordoet, hol je achter de feiten aan. - Wacht niet tot het uit de hand loopt
Vanuit een probleem kan je meestal alleen maar bestraffend denken. Er zijn andere mogelijkheden die meer kans op succes geven én problemen kunnen voorkomen. - Neem doelbewust ontradende maatregelen
Zorg voor voldoende toezicht op de speelplaats. Voor een afgesloten fietsenstalling als de problemen zich daar voordoen. Of trek voor dat struikgewas een gele lijn: tot hier mag je spelen, daar tussen de struiken niet. - Maak een prioriteit van een goed aanmeldingspunt
Bij wie kaart ik een pestprobleem aan? Alleen als leerlingen, ouders, leraren die ‘toegangspoort’ kennen en positief beoordelen, zullen ze langs die weg een pestprobleem melden. - Maak iedereen sterker
Zoek hefbomen om alle partijen sterker te maken. Zorg voor vorming voor leraren, oefen gesprekstechnieken met leerlingen, train hun sociale vaardigheden, informeer ouders… - Zorg voor duidelijke gedragsregels
Geen bijnamen, niet aan de kleren trekken, je neemt niet zomaar materiaal van iemand anders… Laat deze afspraken uit de groep komen, door iedereen ondertekenen en zichtbaar ophangen. Geef een kopie aan alle ouders en leraren die ook in die klas lesgeven. - Vergroot het inlevingsvermogen van leerlingen
“Als jij… doet, hoe zal hij zich dan voelen?” Om een vraag als deze te beantwoorden moet een kind zich in een ander kunnen inleven. Zo leert het de gevolgen van zijn woorden of daden in te schatten. - Wees aanspreekbaar
Zorg zelf ook voor een lage drempel. Praat met leerlingen, geef ze vertrouwen, verantwoordelijkheid. - Vraag naar indrukken van ouders
Op een oudercontact kan je aan de ouder(s) vragen hoe die leerling zich voelt in de klas. Maak er een vast onderdeel van en geef zelf de voorzet als je iets vermoedt. - Geef zelf het goede voorbeeld
Een leraar die uithaalt naar leerlingen of hen kleineert, geeft het sein dat zoiets kan. - Zorg dat iedereen de regels en de afspraken naleeft
Geef structuur. Hou een duidelijke lijn aan. Ken het pestactieplan van je school en handel ernaar. - Hou je collega’s op de hoogte
Heb je een vermoeden van een pestprobleem of zag je de pesters bezig? Praat erover met je collega’s. - Houd actief toezicht
In de kleedkamers, op de speelplaats, tijdens een studie-uur of in de eetzaal: observeer leerlingen en maak je niet onzichtbaar.
Melden of klikken?
Vertellen wat je overkomt of ziet gebeuren, doe je niet zomaar. De kans bestaat dat de pestkop revanche neemt of je een klikspaan noemt. Ken je het verschil tussen klikken en melden?
Klikken = je wil dat de pester een straf krijgt.
Melden = je wil dat de pester ophoudt.