Profiel Omstanders
- 35% is getuige van cyberpesten
- Omstaanders beginnen met zichzelf te onderhandelen om op die manier te beslissen wat de beste reactie is:
- wat zijn de gevolgen voor mezelf?
- wat zijn de gevolgen voor het slachtoffer?
- wat zijn eventuele oplossingen?
- Omstaanders kunnen verschillende reacties hebben:
- hulp geboden (eerder discreet) = 45,6%
- mee gepest = 5%
- niets gedaan = 56,9% --> Jongeren weten soms niet wat ze moeten doen, anderen zijn bang om nadien zelf gepest te worden en het grootste deel zegt dat het hun zaken niet zijn.
- Uit onderzoek kunnen we de volgende feiten concluderen:
- dat jongeren sneller zullen helpen als de situatie ernstig is.
- dat jongeren meer en sneller in privé situaties helpen dan in het openbaar.
- dat andere omstaanders een heel belangrijke invloed hebben.
- dat de normen van ouders een belangrijke rol spelen.
Rol van omstanders
Het stoppen van cyberpesten is lastiger doordat de rol van de omstanders online minder duidelijk is dan offline. Dit komt doordat:
- Het effect op de gepeste minder zichtbaar is voor omstanders. Bij online pesten zien omstanders de reactie of emotie van de gepeste niet. Het signaal om te helpen ontbreekt, waardoor ze minder snel ingrijpen.
- Ingrijpen minder effect heeft op de pester. Als omstanders wél reageren omdat ze een opmerking te ver vinden gaan, dan is het voor een pester eenvoudiger om dit te negeren en er een schepje bovenop te doen.
- Jongeren deel uitmaken van tientallen online groepen. Binnen deze dynamiek veranderen rollen. Een pester kan slachtoffer worden en andersom. Een gepeste kan vanwege de mogelijkheid om een anoniem account aan te maken, eenvoudig genoegdoening halen bij anderen door online zélf te gaan pesten.
- Het minder duidelijk is hoe de rollen verdeeld zijn. In offline situaties is het zichtbaar wie voor welke partij kiest. Ben je lid van een WhatsAppgroep, dan is het niet altijd duidelijk hoe de rollen verdeeld zijn. Het sociale risico is dan te groot om voor een kamp te kiezen. De omstander kiest de veilige weg door niet in te grijpen.
Er zijn vaak omstanders aanwezig. Uit onderzoek is gebleken dat 35% van de mensen getuige is van online pesten (cyberpesten). Vaak twijfelen de omstanders over wat ze het beste kunnen doen in de betreffende situatie. Ze vragen zich bijvoorbeeld af wat de gevolgen zijn voor zichzelf, het slachtoffer en de pester. Zijn er nog oplossingen?
Hierdoor zijn er ook verschillende reacties. Omstanders kunnen hulp bieden, dit doet zo’n 45,6%. Een andere reactie is dat de omstanders mee gaan pesten. Dit gebeurt echter weinig, 5% gaat mee pesten. De meest voorkomende reactie is niks doen. Dit doet namelijk 56,9%. De reden dat omstanders niks doen is vaak omdat ze bang zijn vervolgens zelf gepest te worden.
Vaak zijn mensen die toekijken degenen die het pesten 'laten gebeuren'. Dat kan op een aantal manieren:
- Meedoen, plagen of lachen om een incident ook al weten ze dat het verkeerd is
- Niets zeggen over pestgedrag waar ze getuige van zijn
- Het slachtoffer negeren tijdens of na de pesterij en geen steun bieden
- Geen hulp zoeken van een leraar of volwassene als dit nodig is
Bekijk onderstaande video en ervaar de gevolgen van cyberpesten in 360° video of klik hier
Hoe komt het dat jongeren toekijken en er niet tegenin gaan
Veel jongeren zijn bang zelf het volgende slachtoffer te worden. Als iemand wordt gepest is het kind misschien bang er iets van te zeggen, omdat hij of zij bang is om zelf gepest te worden.
Het kan ook zijn dat ze niets doen omdat ze niet weten hoe ze met de situatie om moeten gaan. Het is belangrijk met kinderen te praten en ze te laten inzien dat ze door niets te doen indirect ook slachtoffer worden. Dit komt doordat mensen die niets aan het pesten doen zichzelf ook laten domineren door de pestkop. Maar als ze het zelfvertrouwen ontwikkelen om tegen dit gedrag in te gaan, zal de pestkop vaak stoppen met pesten of minder pesten en – misschien nog wel belangrijker – andere 'niet-pestkoppen' zullen ook opstaan tegen de pestkop.
Iets ondernemen om het pesten te stoppen
Probeer duidelijk te maken dat het kind iets kan doen om het pesten te stoppen of te voorkomen. Leg ze uit dat hun doen of laten echt een verschil kan maken. Probeer niet de indruk te wekken dat het eenvoudig is om een pestkop te confronteren. In sommige situaties kan het lastig zijn om uit de rol van (passieve) getuige te stappen. Hier is moed en veel zelfvertrouwen voor nodig.
'Je kind zal zich ongemakkelijk en onveilig gaan voelen als hij/zij ziet hoe een ander gepest wordt,' zegt Dr. Nancy Etcoff, klinisch assistent-professor aan de Harvard Universiteit. Als een kind het moeilijk vindt om zich sterk te maken tegen de pester, kan je met hem praten over vriendschap. Een echte vriend wil zijn vrienden niet in een positie brengen waarin ze zich ongemakkelijk voelen.