Harde grappen
Het geval van Marjan is geen incident. In een enquête van Didactief en Regioplan vroegen we scholen naar pestgedrag tussen teamleden onderling. Van de 175 respondenten (onderwijsgevend en ondersteunend personeel uit po en vo) gaf 8% aan dat er bij hen op school teamleden zijn die minder plezier beleven aan hun werk, omdat ze gepest worden door collega's. Nog eens 7% reageert neutraal op de stelling, en 15% weet het niet.
Het pesten gebeurt op allerlei manieren, geven de respondenten aan. Vooral roddelen en twijfelen aan elkaars expertise blijken veel voor te komen. Maar ook buitensluiten, stoken, elkaar het werk bemoeilijken en grappen maken ten koste van een collega zijn beproefde methodes om elkaar dwars te zitten. Leon Coenen, verzuimadviseur bij het Vervangingsfonds, komt regelmatig pestgedrag tegen op scholen. 'Dat kan van alles zijn: vervelende klussen steeds bij die ene collega neerleggen, iemand buitensluiten in de docentenkamer, een collega niet meevragen naar de borrel. Wat je ook vaak ziet, is Queen Bee-gedrag: een sterke vrouwfiguur die sommige collega's naar zich toe trekt, en andere juist helemaal afstoot. Of mensen die harde grappen maken ten koste van elkaar – dat is dan weer meer een mannending.'
Stress
Pesten op de werkvloer is een bekend fenomeen: niet alleen kinderen, maar ook volwassenen kunnen elkaar behoorlijk het leven zuur maken. En dat gaat ons niet in de koude kleren zitten, vertelt Mieneke Pouwelse, universitair docent Arbeids- en organisatiepsychologie aan de Open Universiteit. 'Pestgedrag leidt vaak tot stress en slapeloosheid bij het slachtoffer. Uiteindelijk kan het grote gevolgen hebben: een verhoogd risico op hart- en vaatziekten, depressies en zelfmoord. En dan hebben we het nog niet eens over hoe pesten de productiviteit beïnvloedt: werknemers die gepest worden gaan vaak met tegenzin naar hun werk of melden zich ziek. Daardoor kan pestgedrag hoge kosten met zich meebrengen voor de organisatie.'
Pesten veroorzaakt dus een hoop ellende, maar toch gebeurt het regelmatig. Zelfs onder leraren, ook al zou je misschien zeggen dat zij door hun dagelijkse omgang met kinderen als geen ander weten wat de gevolgen van pesten kunnen zijn. Is dat niet gek? Pouwelse: 'Waar mensen samenwerken, kunnen nu eenmaal conflicten ontstaan. In de meeste organisaties, dus ook op scholen, krijg je op een gegeven moment te maken met machtsspelletjes, wrijving en ellebogenwerk. Dat kan ontaarden in pesten. Er is geen algemene verklaring voor pestgedrag, vaak spelen er verschillende factoren mee. Bijvoorbeeld persoonlijkheid: iemand kan karaktereigenschappen hebben waardoor hij moeilijk in de groep ligt, een beetje eigenaardig wordt gevonden, of niet goed voor zichzelf kan opkomen. Dan ben je een makkelijk slachtoffer voor pesters. Ook als mensen niet goed met pesterijen kunnen omgaan, bijvoorbeeld agressief reageren, worden ze vaak juist meer gepest. Maar meestal is er echt wel meer aan de hand dan alleen iemands gedrag of persoonlijkheid. Pesten kan in principe iedereen overkomen.'
Welke factoren spelen dan nog meer mee? Een belangrijke veroorzaker van pestgedrag is macht, vertelt Coenen: 'Je ziet vaak dat achter pesterijen eigenlijk een belangenconflict schuilt: jij krijgt iets wat ik graag zou willen. Bijvoorbeeld als verschillende collega's naar de functie van intern begeleider solliciteren, en degene die het niet wordt dat moeilijk kan verkroppen. Of bij reorganisaties: er moet iemand uit, maar wie? Soms proberen mensen dan een collega die toch al niet zo goed in de groep ligt in een kwaad daglicht te stellen bij de leidinggevende.' In onrustige tijden wordt sowieso vaak meer gepest, vertelt Pouwelse. 'Bij fusies en reorganisaties ontstaan er vaak meer conflicten: die onrust zet de sfeer onder druk. Bovendien: als er veel wisselingen zijn in het team en er banen op de tocht staan, voelen mensen zich minder betrokken bij de organisatie. Dan is het eerder een kwestie van ieder voor zich.' Wat dat betreft zijn de resultaten van onze enquête zorgelijk te noemen: 60 respondenten (38%) lieten weten dat er factoren spelen die de onderlinge verhoudingen binnen het team onder druk zetten. Werkdruk staat met stip op 1, maar ook problemen gerelateerd aan het management en wisselingen van personeel blijken de sfeer te verpesten.
Ingrijpen
Ook op de school van Marjan is van alles aan de hand. De druk van opbrengstgericht werken en de aanstaande invoering van passend onderwijs veroorzaken frictie binnen het team. Marjan: 'Wij zijn een vrije school, maar voelen steeds meer druk om aan de normen van het ministerie te voldoen: toetsen, handelingsplannen opstellen, de nadruk leggen op leeropbrengsten. Tegelijkertijd willen we onze vrije-school-identiteit blijven uitdragen. Dat wringt, we zitten in een spagaat. Het zorgt voor een tweedeling in het team: de docenten die uit het regulier onderwijs afkomstig zijn, laten de vrije-school-manier van lesgeven een beetje varen, met de gedachte: we kunnen het niet waarmaken, en we hadden er toch al niet zo veel mee. Terwijl ik juist ben opgeleid tot vrije-school-leerkracht, en erop blijf hameren dat we dat vrije-school-aspect moeten behouden. Daarom vinden sommige collega's me vervelend: ik confronteer ze met iets wat niet lukt.'
Maar ook als er verder niets aan de hand is binnen het team, kan pestgedrag de sfeer onder druk zetten. Pouwelse: 'Pesten op het werk is slecht voor het hele team, omdat iedereen er een rol in heeft. Net als op het schoolplein zijn er niet alleen pesters en slachtoffers, maar ook meelopers en zwijgende toeschouwers. Iedereen heeft last van het pestgedrag, ook degenen die er op het eerste gezicht niets mee te maken hebben. Toeschouwers blijken bijvoorbeeld ook een verhoogd risico te hebben om gezondheidsklachten te ontwikkelen. Waarschijnlijk komt dat door schuldgevoel: ze zien het gebeuren, maar grijpen niet in.'
Om het voor een gepeste collega te durven, opnemen moet je ook wel sterk in je schoenen staan, vertelt Pouwelse. 'Collega's zijn vaak bang om met het slachtoffer geassocieerd te worden en zelf ook het onderwerp te worden van pesterijen. Daardoor is het voor hen moeilijk om in te grijpen. Vaak zie je dat juist degenen met een sterke positie binnen de organisatie het slachtoffer steun bieden. Die hoeven minder bang te zijn zelf gepest te worden.'
De rol van de schoolleider is cruciaal, vindt Coenen. 'Als leidinggevende moet je er bovenop zitten en pestgedrag bespreekbaar maken. Het is belangrijk om je teamleden te laten weten dat dit soort gedrag niet wordt getolereerd.' Toch zijn niet alle leidinggevenden zich voldoende van die taak bewust, blijkt uit onze enquête. Minder dan de helft van de respondenten (46%) geeft aan dat hun schoolleiding erop toeziet dat er geen ruimte is voor pesten onder collega's. Hoe komt dat? Misschien is er op scholen te weinig aandacht voor het probleem.
Wegmoffelen
Maar het is voor leidinggevenden ook vaak lastig om pesterijen te signaleren, vertelt Coenen. 'Vergelijk het met huiselijk geweld: slecht gedrag gebeurt vaak stiekem, als niemand kijkt. Bovendien lopen slachtoffers van pesten meestal niet met hun problemen te koop: het duurt soms lang voordat ze naar een vertrouwenspersoon of leidinggevende stappen. Onderwijs is een familiecultuur, er worden dingen weggemoffeld om de lieve vrede te bewaren. Zo'n leraar trekt zich dan liever terug in zijn lokaal, in plaats van er iets van te zeggen.' Henk*, tot voor kort rector op een grote school voor voortgezet onderwijs, weet er alles van. 'Voor een schoolleider is het lastig: sommige problemen binnen het team spelen zich buiten je gezichtsveld af, omdat je nou eenmaal niet elke dag met iedereen koffie zit te drinken.
Problemen bereiken je vaak pas als ze al geëscaleerd zijn. Ik sprak daar wel veel met mijn afdelingsleiders over, die zaten er natuurlijk wat dichter op. Dan vroeg ik ze extra alert te zijn, bijvoorbeeld als een teamlid niet lekker in zijn vel zat. Het is belangrijk om die signalen vroeg op te pikken.' Maar ook al heeft een leidinggevende wél door dat er iets aan de hand is, dan nog gebeurt er niet altijd iets mee, vertelt Coenen. 'Leidinggevenden zijn vaak bang om aan dit soort dingen hun vingers te branden. Want wat als de zaak juist escaleert of er op een andere manier gedoe van komt? Dan loop je het risico dat men je geen goede leider vindt.'
Toch is dat geen goede reden om maar weg te kijken, vindt Henk: 'Hoe eerder je zoiets aanpakt, hoe beter. Anders heb je er later alleen maar meer werk van, omdat het probleem dan escaleert. Als ik iets hoorde over pestgedrag binnen mijn team, ging ik er altijd meteen op af. Zo werd er een keer een nieuwe medewerker aangenomen als pedagogisch conciërge. Vanwege haar aparte functie zagen de andere conciërges haar als indringer, en dan kreeg ze ook nog een eigen werkplek toegewezen. Nou, dat mondde uit in pestgedrag. Iedere keer was er iets uit haar kamertje kapot of verdwenen, en op een gegeven moment was de goudvis uit haar vissenkom gehaald. Gelukkig kwam die dame zelf bij mij haar verhaal doen; daardoor kon ik meteen actie ondernemen. Omdat het pesten anoniem gebeurde, wist ik niet wie de daders waren. Dus ik ben mensen erop aan gaan spreken zonder ze te beschuldigen, zo van: kun jij daar ook eens op letten, want het is toch te gek voor woorden dat dit gebeurt. In zo'n geval moet je als schoolleider even gebruikmaken van je gezag, vind ik. En ik liep wat vaker naar binnen, gewoon om even mijn gezicht te laten zien. Op een gegeven moment hielden de pesterijen op.'
Als je collega gepest wordt
Je ziet het gebeuren, maar weet niet wat je ermee aanmoet: je collega is het slachtoffer van pesterijen. Wat kun je doen? Mieneke Pouwelse, universitair docent Arbeids- en Organisatiepsychologie aan de Open Universiteit: 'Ten overstaan van iedereen voor je collega opkomen is misschien eng, omdat je bang bent zelf ook gepest te worden. Maar probeer je collega dan op een andere manier te steunen, bijvoorbeeld door te zorgen dat hij bij jou zijn verhaal kwijt kan, of door hem advies te geven over de te nemen stappen. Uit onderzoek blijkt dat sociale steun van collega's enorm belangrijk is.'
Schuldvraag
Vaak is wel duidelijk wie de pester is en wie het slachtoffer. Maar soms ligt het iets ingewikkelder. Wat nu als twee collega's elkáár de tent uit vechten, of als degene die gepest wordt zelf een ruziezoeker is? Waar ligt de grens tussen pesten en een conflict? Soms is bemiddelen de beste strategie, vertelt Henk, zonder te denken in termen van 'pester' en 'slachtoffer'. 'Je weet vaak niet wat er allemaal gebeurd is: het conflict is ergens begonnen, maar het naadje van de kous kom je toch niet te weten. In zo'n geval sprak ik dan beide partijen aan op hun gedrag, en liet ik ze ook vooral beseffen dat je als leraar een voorbeeldfunctie hebt.' Toch moet je daar voorzichtig mee zijn, vindt Pouwelse. 'Je moet wel oppassen dat je het slachtoffer niet zelf de schuld geeft van de pesterijen, onder het mom van: hij reageert ook altijd een beetje vreemd, en kan niet goed samenwerken, dus hij heeft het er zelf naar gemaakt. Dat is een bekend mechanisme in de psychologie: blaming the victim. Mensen hebben de neiging het slachtoffer de schuld te geven, omdat ze zich dan zelf niet verantwoordelijk hoeven te voelen.' Coenen sluit zich daarbij aan: 'Er is nooit een geldig excuus voor pestgedrag. Als leidinggevende moet je duidelijk stelling nemen: dit pik ik niet, zo gaan we hier niet met elkaar om.'
Als je zelf gepest wordt
Leon Coenen, adviseur bij het Vervangingsfonds: 'Als je gepest wordt door een collega, praat er dan over met iemand die je vertrouwt. Dat kan de vertrouwenspersoon zijn, maar ook een collega, je intervisiegroepje of een familielid. Als je het aandurft, probeer dan de pester met zijn gedrag te confronteren. Of stap naar je directe leidinggevende. Wordt er niet naar je geluisterd? Zoek het dan een trapje hoger: klop aan bij de schoolleider of de directie.'
Maar wat nou als iemand die gepest wordt ook echt slecht in het team ligt? Blijf je het als leidinggevende dan voor die persoon opnemen, of komt er een punt waarop je zegt: misschien kun je beter een andere school zoeken? Henk: 'Ik heb dat wel eens meegemaakt. Het was niet zo dat ik die docent zelf de schuld gaf van de pesterijen, maar ik heb toen wel gezegd: ik denk dat het beter voor je is om ergens anders een nieuwe start te maken. Ik heb hem toen ook geholpen met het zoeken van een nieuwe werkplek, en dat heeft goed uitgepakt.' Dat zie je vaak, vertelt Pouwelse: slachtoffers van pesten die uiteindelijk toch ergens anders hun heil zoeken. 'Mensen die gepest zijn komen er vaak weer goed bovenop, het is niet zo dat je er meteen voor de rest van je leven mee zit. Maar terugkeren naar dezelfde werkomgeving, vooral na een periode thuis te hebben gezeten vanwege de pesterijen, dat is wel lastig. Vaak zie je dat die mensen op een andere werkplek veel gelukkiger zijn.'
Goed, aan pesten is dus wel het een en ander te doen. Maar voorkómen is natuurlijk beter. Hoe pak je dat aan? Pouwelse: 'Maak pesten bespreekbaar en investeer in het team. Organiseer bijvoorbeeld trainingen in conflicthantering of leiderschap. In organisaties met een enthousiast, betrokken team en een sterke leiding wordt over het algemeen weinig gepest.' Ook controle is belangrijk, vertelt Pouwelse: 'Zorg voor een goed antipestbeleid, met een vertrouwenspersoon en een gedragsprotocol.' Toch lijkt het belang daarvan tot veel scholen nog niet te zijn doorgedrongen: bij maar 21 respondenten in onze enquête (12%) is er op school een gedragsprotocol voor personeel. Een schamele 37% van de respondenten vindt dat hun school genoeg doet om pesten onder teamleden tegen te gaan.
Opvallend is dat vooral op de scholen waar gepest wordt, weinig wordt gedaan om pestgedrag te voorkomen. Dat wijst erop dat mensen meer pesten als daar de ruimte voor is. Pouwelse: 'Het belang van antipestbeleid wordt nog wel eens onderschat. Vaak hebben scholen wel pestprotocollen voor leerlingen, maar niet voor personeel. Terwijl duidelijk uit onderzoek blijkt dat er gewoon minder gepest wordt als er alerter beleid is.' Wordt het probleem dan niet serieus genomen? Coenen: 'Misschien niet overal. Vaak gaan mensen uit van de gedachte: we zijn toch allemaal volwassenen, we komen er samen wel uit. Maar dat lukt niet altijd. Soms gaan mensen echt met tegenzin naar hun werk of slapen ze er slecht van. Dan moet je als school daadkrachtig optreden, er bovenop zitten.'
* Om privacyredenen zijn sommige namen in dit artikel gefingeerd
Bron Didactief
Kenniscentrum Pesten per doelgroep
Stichting Stop Pesten Nu vertrouwt volledig op vrijwillige donaties en de inzet van vrijwilligers om haar belangrijke werk mogelijk te maken. Wij ontvangen geen subsidies, waardoor wij volledig afhankelijk zijn van de steun van mensen zoals u.
Tip van de redactie! Heb je haast? Navigeer dan snel naar:
► Scholen & Professionals Kenniscentrum Pesten in het Onderwijs
- Of navigeer direct naar de informatie per functionaris: Schooldirectie & MT / Anti-pest coördinator / Leerkracht / Mentor / Ouderraad & MR
- Leerlingen & opvoeders: Kinderen & Jongeren (Leerlingen) / Ouders & Opvoeders
► Sportverenigingen Kenniscentrum Pesten in de Sport
- Of navigeer direct naar de informatie per functionaris: Bestuurders / Coaches, Trainers & Begeleiders / (Top)Sporters & Scheidsrechters
- Jonge leden & ouders Kinderen & Jongeren (Leerlingen) / Ouders & Opvoeders
► Werkgevers Kenniscentrum Pesten op het Werk
- Of navigeer direct naar de informatie per functionaris: Directie en bestuurders / HRM / MT en Leidinggevenden / Medewerkers / Ondernemersraden / Vertrouwenspersonen
► Ouderen Kenniscentrum Pesten in Woonzorgcentra
Breng snel een bezoekje aan ...
► Kenniscentrum (Klassiek) Pesten
► Kenniscentrum Online pesten (cyberpesten)
► Kennisbank & Downloadcentrum o.a. Beleid & Factsheets / Handleidingen / Lesmaterialen / Posters / Wetenschappelijke Onderzoeken
► Ik word gepest, wat kan ik doen