Je kunt shame sexting spreken als het materiaal verspreid wordt in een groep, waardoor de geportretteerde emotionele schade ondervindt. Verspreiders zijn dus allemaal onderdeel van het publiekelijke beschamingsproces door middel van het doorsturen van sexting: shame sexting. Zonder verspreiding is er geen shame sexting.
Net zoals bij cyberpesten moet je dus iets doen met de groep om dader en slachtoffer heen: als sexting in de groep is verspreid, behoeft het een meerzijdige en cultuursensitieve groepsaanpak. Deze meerzijdige groepsaanpak is altijd maatwerk: soms moet er meer geproblematiseerd, soms juist meer genormaliseerd worden.
Het groepsproces bij shame sexting behoeft dus aandacht. Maar hoe pak je dat aan? Een vermanend vingertje werkt niet bij jongeren, veroordelen van het doorsturen ook niet. Het is wel belangrijk om te zeggen dat er een grens is, dat doorsturen schadelijk is voor degenen op de beelden, maar ze doen het vervolgens toch.
Ook de opdracht: ‘Verplaats je eens in het slachtoffer…’ is meestal zinloos
De meeste (jongere) pubers kunnen zich niet kunnen voorstellen dat ze ooit een naaktfoto van zichzelf zouden versturen, zo ongelofelijk stom vinden ze het. Het kan ook zijn dat het in een groep te onveilig is om zich in het slachtoffer te verplaatsen. Kies je voor een dergelijke insteek voor het gesprek met een groep pubers, dan is de kans groot dat niemand in de klas begrip zal tonen voor het slachtoffer. Daarmee bereik je mogelijk zelfs een averechts effect: het slachtoffer voelt zich misschien eerder publiekelijk aan de schandpaal genageld dan gesteund.
Praten over shame sexting
Meisjes met bijvoorbeeld een Turkse of Hindoestaanse achtergrond kunnen door shame sexting in de ogen van hun familie of gemeenschap hun eer verloren hebben, waarmee zij ook risico lopen op eergerelateerd geweld door haar familie. Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS) ontwikkelde een toolkit: Praten over shame sexting voor professionals. Zij krijgen handvatten aangereikt om ouders met een migratieachtergrond te ondersteunen bij gesprekken over seksualiteit en shame sexting met hun kinderen. Professionals vinden het vaak lastig om dit op een cultuursensitieve wijze te doen. In de toolkit zijn concrete adviezen te vinden. Zoals:
- Heb kennis en begrip van de schaamte- en eercultuur, maar ook van de eventuele religieuze context.
- Neem de tijd om de opvattingen en ervaringen van de ouders in kaart te brengen.
- Sluit in taal en formulering aan bij de ouders, liever woorden als liefde en intimiteit dan expliciet taalgebruik als seks, omdat dat in strijd is met eer- en schaamtebeleving van veel ouders.
- Ken de risico’s op eergerelateerd geweld en de stappen van de Meldcode.
Met de handreikingen en het animatiefilmpje in de toolkit kunnen sociaal professionals ook aan de slag met groepsbijeenkomsten voor ouders over shame sexting. Veel ouders met een migratieachtergrond leren graag van ervaringen en tips van andere ouders en van praktijkvoorbeelden. En zo help je hen om het gesprek aan te gaan met hun kinderen. De toolkit bestaat naast het animatiefilmpje uit deze brochure en deze overzichtskaart.
Wat kunnen hulpverleners, maar ook andere betrokkenen, doen om het slachtoffer en haar ouders zo goed mogelijk te helpen? Samen met Hilde Bakker selecteerden we vijf tips:
1. Het is niet jouw schuld!
‘Waarom heb je die foto dan ook gemaakt?’ en ‘Hoe kan je dan zo dom zijn om een naaktfoto te sturen?’ zijn opmerkingen die de schade voor het slachtoffer alleen maar groter maakt. ‘Victim blaming’ wordt dit ook wel genoemd. Ook hulpverleners maken deze fout (onbedoeld) nog weleens. Maak duidelijk dat degenen die de foto doorsturen fout (en strafbaar!) zijn. Zorg dat je het slachtoffer steunt en bespreek met haar wat jullie nu kunnen doen.
2. Betrek de ouders
Praten over seks is in veel gezinnen met een Marokkaanse, Turkse of Hindoestaanse achtergrond niet altijd gebruikelijk. Ouders weten niet goed hoe ze het gesprek met hun kinderen moeten voeren en bij shame sexting is angst voor verlies van eer en reputatie. Maar hoe pijnlijk de situatie ook is, zorg (in overleg en met toestemming van het slachtoffer) dat je de ouders betrekt. Doe dat uiterst voorzichtig, raadpleeg eerst experts bij Veilig Thuis of politie. Bespreek met de ouders het belang om hun dochter te steunen en de schuld te leggen bij de verspreiders van de beelden.
3. Verdiep je in de cultuur en religie
Bij het helpen van slachtoffers hebben hulpverleners soms blinde vlekken als het gaat om de rol van geloof en gemeenschap. Ze hebben te weinig kennis, zijn te voorzichtig om het gesprek aan te gaan of bang om fouten te maken. Het helpt als je je verdiept in hun taalgebruik en religieuze context. Zoals in de islam de begrippen ‘haram’ (verboden) en ‘haya’ (schaamte, bescheidenheid). Er kan wel over seksualiteit gesproken worden, maar in bedekte termen. Wees tegelijkertijd voorzichtig met generaliseren. Elk gezin is weer anders en gaat op een andere manier om met shame sexting.
4. Weet wat er speelt op sociale media
Waarschijnlijk heel herkenbaar voor ouders en hulpverleners: nieuwe chatboxen en andere ontwikkelingen op het gebied van sociale media zijn niet meer bij te houden. Jongeren hebben een grote kennisvoorsprong. Toch is het goed om te weten hoe snel een foto zich kan verspreiden en via welke kanalen. Zo kun je de schade voor het slachtoffer inschatten en ook sneller achterhalen of het mogelijk is om een foto of video offline te krijgen of de dader aan te spreken.
5. Geef voorlichting, maak het bespreekbaar
Het is een open deur, maar het kan niet vaak genoeg worden benoemd. Alle hulpinstanties wijzen erop dat het probleem van shame sexting minder kan worden als er goede voorlichting wordt gegeven door vooral ouders en scholen. Het bespreekbaar maken van het onderwerp zorgt voor bewustwording, ook bij de dáders. Vaak hebben zij niet in de gaten hoe schadelijk het is als ze een seksueel getinte foto verspreiden. Ook realiseren ze zich niet dat ze strafbaar zijn
Bron Kis