Titel: "Samen staan we sterk"
Personages:
Lisa: een klasgenoot die gepest wordt
Emma: Lisa's beste vriendin die voor haar opkomt
Tim: de pester die Lisa lastigvalt
Jasmijn: een klasgenoot die het pesten ziet gebeuren en wil helpen
Scène 1: (Lisa staat alleen in de gang en Tim komt naar haar toe)
Tim: "Hé, daar hebben we de sukkel Lisa. Wat ben je toch een loser."
Lisa: (verdrietig) "Waarom doe je zo gemeen tegen me?"
Tim: "Omdat je zo'n makkelijk doelwit bent. Je hebt toch geen vrienden."
(Jasmijn ziet wat er gebeurt en loopt naar Lisa toe)
Jasmijn: "Hey Tim, stop ermee! Laat Lisa met rust."
Tim: "Ach, bemoei je er niet mee. Dit is ons probleem."
Jasmijn: "Maar het is niet oké om iemand zo te behandelen. Stop hiermee!"
(Tim loopt weg)
Lisa: "Dank je wel, Jasmijn. Ik voelde me zo alleen."
Jasmijn: "Je bent niet alleen. Samen staan we sterk."
Scène 2: (Emma komt bij Lisa en Jasmijn staan)
Emma: "Hé meiden, wat gebeurt er?"
Lisa: "Tim was weer gemeen tegen me."
Emma: "Dat is niet oké. We moeten iets doen."
Jasmijn: "Maar wat kunnen we doen?"
Emma: "We moeten Tim aanspreken op zijn gedrag. We laten niet toe dat hij Lisa pest."
Scène 3: (De volgende dag op school)
(Tim loopt door de gang en ziet Lisa en Emma)
Tim: "Hé Lisa, daar ben je weer. Ik dacht dat je wel had begrepen dat niemand je mag."
Emma: "Stop hiermee, Tim! Je kunt Lisa niet zo behandelen. Het is niet oké."
Tim: "Wie denk je wel niet dat je bent? Het gaat je helemaal niks aan."
Lisa: "Het gaat ons allemaal aan. We willen niet dat je me pest."
Tim: "Pff, wat een onzin. Het is toch maar een grapje?"
Jasmijn: "Een grapje op iemands kosten is niet grappig. Stop hiermee!"
Tim: (zucht) "Oké, oké. Ik zal ermee stoppen. Maar alleen omdat jullie zo zeuren."
Emma: "Gelukkig maar. En als we merken dat je toch doorgaat, dan blijven we je erop aanspreken."
Tim: "Ja, ja. Prima."
Lisa: "Dank jullie wel dat jullie voor me opkomen. Samen staan we sterk."
(Einde)
Moraal van het toneelstuk: Het is belangrijk om voor elkaar op te komen en te laten zien dat pesten niet oké is. Door samen te werken en pestgedrag aan te pakken, kunnen we ervoor zorgen dat niemand zich alleen en verdrietig voelt.
Hieronder staan enkele inzichtvragen en antwoorden bij het toneelstuk.
- Wat is het probleem in het toneelstuk? Antwoord: In het toneelstuk wordt een klasgenoot gepest door een andere leerling.
- Wie zijn de hoofdpersonen in het toneelstuk? Antwoord: De hoofdpersonen zijn de gepeste klasgenoot, de pestkop en de klasgenoten die getuige zijn van het pestgedrag.
- Hoe komt het dat de klasgenoten in eerste instantie niet voor de gepeste klasgenoot opkomen? Antwoord: De klasgenoten zijn bang om ook gepest te worden of willen niet buiten de groep vallen.
- Wat doet de bemiddelaar om het pesten te stoppen? Antwoord: De bemiddelaar spreekt de pestkop aan op zijn gedrag en legt uit waarom het pesten niet acceptabel is.
- Wat is de moraal van het toneelstuk? Antwoord: De moraal van het toneelstuk is dat het belangrijk is om op te komen voor iemand die gepest wordt en dat pesten nooit acceptabel is. Het is ook belangrijk om duidelijk te maken waarom pesten niet oké is en om de dader aan te spreken op zijn gedrag.