MBO casus met gesprekspunten Een groep leerlingen heeft een WhatsApp-groep waarin ze elkaar uitsluiten en roddelen over andere leerlingen | Stop Pesten NU

VO en MBO 3 cases over pesten via What's App

Case 1: Een groep leerlingen uit de klas van Tim heeft een WhatsApp-groep waarin ze elkaar uitsluiten en roddelen over andere leerlingen. Tim heeft gezien dat er ook over hem geroddeld wordt in de groep en voelt zich hierdoor buitengesloten en onzeker.

Gesprekspunten:

  1. Hoe heeft het gedrag van de groep invloed op Tim's welzijn?
  2. Hoe kan de school Tim ondersteunen?
  3. Hoe kan de school het gedrag van de groep aanpakken?

 

 

Case 2: Een groep leerlingen uit de klas van Emma heeft een WhatsApp-groep waarin ze elkaar uitsluiten en roddelen over andere leerlingen. Emma wordt niet gepest, maar ze heeft het gevoel dat ze niet bij de groep hoort omdat ze niet wordt uitgenodigd voor activiteiten buiten schooltijd.

Gesprekspunten:

  1. Hoe heeft het gedrag van de groep invloed op Emma's welzijn?
  2. Hoe kan de school Emma ondersteunen?
  3. Hoe kan de school het gedrag van de groep aanpakken?

 

 

Casus 3: Een groep leerlingen heeft een WhatsApp-groep waarin ze elkaar uitsluiten en roddelen over andere leerlingen.

 

Gesprekspunten:

  1. Wat zijn de risico's en gevolgen van online pesten en hoe kun je dit voorkomen?

  2. Wat zijn de verantwoordelijkheden van leerlingen bij het voorkomen van pesten en het creëren van een veilige omgeving?

  3. Hoe kun je als school samenwerken met ouders en leerlingen om pesten te voorkomen en aan te pakken?

 

 

 

Antwoorden case 1:

  1. Het gedrag van de groep heeft een negatieve invloed op Tim's welzijn omdat hij zich buitengesloten en onzeker voelt. Dit kan leiden tot verminderd zelfvertrouwen, slechtere prestaties op school en zelfs depressie en angst.
  2. De school kan Tim ondersteunen door een vertrouwenspersoon of counselor beschikbaar te stellen die hem kan helpen omgaan met zijn gevoelens en hem kan adviseren over hoe hij het beste kan reageren op het pestgedrag van de groep.
  3. De school kan het gedrag van de groep aanpakken door:
  • Het informeren van de groep over de negatieve gevolgen van pestgedrag en uitsluiting.
  • Het benadrukken van het belang van respectvol en inclusief gedrag in de klas en daarbuiten.
  • Het instellen van duidelijke regels en richtlijnen voor het gebruik van sociale media en het beheren van de groepschat.
  • Het bieden van workshops en trainingen aan alle leerlingen over omgaan met conflicten en respectvol communiceren.

 

Antwoorden case 2:

  1. Het gedrag van de groep heeft een negatieve invloed op Emma's welzijn omdat ze zich buitengesloten voelt. Dit kan leiden tot verminderd zelfvertrouwen en sociale isolatie, wat op zijn beurt kan leiden tot depressie en angst.
  2. De school kan Emma ondersteunen door een vertrouwenspersoon of counselor beschikbaar te stellen die haar kan helpen omgaan met haar gevoelens en haar kan adviseren over hoe ze het beste kan omgaan met de situatie.
  3. De school kan het gedrag van de groep aanpakken door:
  • Het informeren van de groep over de negatieve gevolgen van uitsluiting en roddelen.
  • Het benadrukken van het belang van respectvol en inclusief gedrag in de klas en daarbuiten.
  • Het aanbieden van activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van een positieve groepssfeer en sociale inclusie.

 

Mogelijke antwoorden 

Casus 3:

Een groep leerlingen heeft een WhatsApp-groep waarin ze elkaar uitsluiten en roddelen over andere leerlingen - Enkele aanvullende tips en adviezen:

Hier zijn enkele suggesties en adviezen voor de casus waarin een groep leerlingen een WhatsApp-groep heeft waarin ze elkaar uitsluiten en roddelen over andere leerlingen:

  1. Bespreek het gedrag: Maak het gedrag van de groep bespreekbaar en leg uit wat de gevolgen kunnen zijn van dit soort gedrag. Bespreek ook de impact die dit kan hebben op de leerlingen die het doelwit zijn van de roddels en uitsluiting.

  2. Creëer bewustzijn: Creëer bewustzijn bij de leerlingen over wat wel en niet acceptabel is op sociale media. Leg uit dat online gedrag net zo belangrijk is als offline gedrag en dat respectvol omgaan met elkaar ook geldt op sociale media.

  3. Maak gebruik van bestaande beleidsmaatregelen: Veel scholen hebben een beleid op het gebied van cyberpesten en online gedrag. Maak hier gebruik van en pas dit beleid toe op deze specifieke situatie.

  4. Stimuleer respectvol gedrag: Stimuleer respectvol gedrag bij de leerlingen door bijvoorbeeld te praten over de waarde van respect en begrip voor elkaar, ongeacht de verschillen die er tussen leerlingen bestaan.

  5. Stel duidelijke regels en sancties: Stel duidelijke regels op voor het gebruik van sociale media en online communicatie en leg de sancties uit die van toepassing zijn bij overtreding van deze regels.

  6. Bied hulp aan: Bied hulp aan de leerlingen die deel uitmaken van de WhatsApp-groep. Vraag waarom ze zich bezighouden met dit soort gedrag en bespreek alternatieven. Bied ook hulp aan de leerlingen die het doelwit zijn van de roddels en uitsluiting.

  7. Monitor het gedrag: Monitor het gedrag van de leerlingen op sociale media en grijp in wanneer er sprake is van ongepast gedrag.

Door deze suggesties en adviezen in praktijk te brengen, kun je als docent helpen om het online gedrag van leerlingen te verbeteren en een veilige en respectvolle omgeving te creëren voor alle leerlingen.

 

 

Case 2, gesprekspunt 1:

Wat zijn de risico's en gevolgen van online pesten en hoe kun je dit voorkomen?

Online pesten, ook wel cyberpesten genoemd, kan ernstige gevolgen hebben voor de slachtoffers, maar ook voor de daders en de omstanders. Hier zijn enkele risico's en gevolgen van online pesten:

1. Psychologische gevolgen

Slachtoffers van online pesten kunnen last krijgen van angst, depressie, stress, en een laag zelfbeeld. Zie enkele voorbeelden

2. Sociale gevolgen

Online pesten kan leiden tot sociale isolatie en eenzaamheid, waardoor slachtoffers zich buitengesloten voelen en minder zelfvertrouwen hebben. Zie enkele voorbeelden

3. Fysieke gevolgen

In sommige gevallen kan online pesten leiden tot fysieke mishandeling of zelfs zelfmoord. Zie enkele voorbeelden

4. Gedragsproblemen 

Daders van online pesten hebben een verhoogd risico om later in hun leven crimineel gedrag te vertonen en andere sociale problemen te ontwikkelen. Zie enkele voorbeelden

Enkele manieren om online pesten te voorkomen

1. Educatie

Het is belangrijk om jongeren te leren wat online pesten is, welke impact dit kan hebben op anderen, en hoe ze hun online gedrag kunnen veranderen om respectvol te blijven.

2. Ouders betrekken

Ouders spelen een belangrijke rol bij het voorkomen van online pesten. Ze kunnen helpen door met hun kinderen te praten over online gedrag en te monitoren wat ze online doen.

3. Beleid en regels

Scholen kunnen beleid en regels opstellen voor online gedrag, zoals het verbod op pesten of uitsluiting op sociale media.

4. Cybersecurity

Het is belangrijk om goede beveiligingsmaatregelen te nemen om online veiligheid te garanderen. Dit kan onder meer gebeuren door het gebruik van veilige wachtwoorden en het beperken van de toegang tot persoonlijke gegevens.

5. Monitoring

Het monitoren van online gedrag kan helpen om pesten te voorkomen. Scholen kunnen bijvoorbeeld de activiteit op sociale media monitoren om pesten te signaleren en te voorkomen.

Door deze maatregelen te nemen, kunnen we online pesten voorkomen en ervoor zorgen dat jongeren zich veilig en respectvol kunnen gedragen op sociale media.

 

 

Case 2, gesprekpunt 2:

Wat zijn de verantwoordelijkheden van leerlingen bij het voorkomen van pesten en het creëren van een veilige omgeving?

Leerlingen hebben een belangrijke verantwoordelijkheid bij het voorkomen van pesten en het creëren van een veilige omgeving. Hieronder staan enkele verantwoordelijkheden van leerlingen opgesomd

1. Respectvol omgaan met anderen

Leerlingen moeten respectvol omgaan met anderen, ongeacht hun uiterlijk, achtergrond, religie, of andere kenmerken. Dit betekent dat leerlingen zich bewust moeten zijn van hun eigen vooroordelen en deze moeten leren te overwinnen. Ze moeten ook respect tonen voor de grenzen en wensen van anderen.

2. Melden van pestgedrag

Leerlingen moeten pestgedrag melden bij een leerkracht of een vertrouwenspersoon als ze getuige zijn van pestgedrag of er zelf het slachtoffer van worden. Het melden van pestgedrag kan helpen om het pesten te stoppen en om de veiligheid van alle leerlingen te waarborgen.

3. Ondersteunen van slachtoffers

Leerlingen kunnen slachtoffers van pestgedrag ondersteunen door hen te steunen en aan te moedigen om hulp te zoeken. Leerlingen kunnen ook een actieve rol spelen bij het versterken van het zelfvertrouwen van slachtoffers, bijvoorbeeld door hen positieve feedback te geven en hen te betrekken bij activiteiten.

4. Verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen gedrag

Leerlingen moeten verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen gedrag en zich bewust zijn van de impact die hun woorden en acties kunnen hebben op anderen. Ze moeten zichzelf afvragen of hun gedrag anderen kan kwetsen of schaden en hierop hun gedrag aanpassen.

5. Bijdragen aan een positieve en inclusieve omgeving

Leerlingen kunnen bijdragen aan een positieve en inclusieve omgeving door actief deel te nemen aan activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van respect en begrip voor diversiteit, zoals het vieren van culturele feestdagen, het organiseren van inclusieve activiteiten en het respecteren van de mening van anderen.

Kortom, leerlingen hebben een belangrijke rol bij het creëren van een veilige en inclusieve omgeving waarin pesten niet wordt getolereerd en waarin iedereen zich geaccepteerd en gerespecteerd voelt.

 

Case 2, gesprekpunt 3:

Hoe kun je als school samenwerken met ouders en leerlingen om pesten te voorkomen en aan te pakken?

Het is belangrijk dat scholen samenwerken met ouders en leerlingen om pesten en online pesten te voorkomen en aan te pakken. Hieronder staan enkele manieren waarop scholen kunnen samenwerken met ouders en leerlingen:

1. Communicatie

Scholen moeten open en transparante communicatie onderhouden met ouders en leerlingen over pesten en online pesten. Dit kan bijvoorbeeld via ouderavonden, nieuwsbrieven, of social media-accounts. Scholen moeten ook een duidelijk protocol hebben voor het omgaan met pestgedrag, en dit protocol delen met ouders en leerlingen.

2. Samenwerken aan preventie

Scholen kunnen ouders en leerlingen betrekken bij preventieve activiteiten om pesten en online pesten te voorkomen. Dit kan bijvoorbeeld door samenwerking bij het organiseren van activiteiten gericht op het bevorderen van respect en begrip voor diversiteit, het onderwijzen van digitale vaardigheden, en het creëren van een veilige omgeving waarin pestgedrag niet wordt getolereerd.

3. Ouders informeren over het belang van toezicht op het online gedrag van hun kinderen

Scholen kunnen ouders informeren over het belang van toezicht op het online gedrag van hun kinderen en hoe zij dit kunnen doen. Dit kan bijvoorbeeld door het organiseren van ouderbijeenkomsten of door het delen van informatie op de schoolwebsite of in nieuwsbrieven.

4. Leerlingen betrekken bij het oplossen van pestgedrag

Scholen kunnen leerlingen betrekken bij het oplossen van pestgedrag. Dit kan bijvoorbeeld door het opzetten van leerlingmediatoren, waarbij leerlingen worden opgeleid om pestgedrag te herkennen en te helpen bij het oplossen van conflicten.

5. Een vertrouwenspersoon aanstellen

Scholen kunnen een vertrouwenspersoon aanstellen waar leerlingen en ouders terecht kunnen met vragen of zorgen over pesten en online pesten. Het aanstellen van een vertrouwenspersoon kan ouders en leerlingen geruststellen dat er een veilige plek is waar zij terecht kunnen met hun problemen.

6. Evalueren van de effectiviteit van het beleid

Scholen kunnen samenwerken met ouders en leerlingen om de effectiviteit van hun beleid tegen pesten en online pesten te evalueren. Dit kan bijvoorbeeld door het organiseren van enquêtes onder leerlingen en ouders, waarbij zij hun ervaringen en meningen over het beleid kunnen delen.

 

Kortom, door samen te werken met ouders en leerlingen kunnen scholen een gezamenlijke inspanning leveren om pesten en online pesten te voorkomen en aan te pakken. Door open en transparante communicatie, het betrekken van leerlingen en ouders bij preventieve activiteiten, en het aanstellen van een vertrouwenspersoon, kunnen scholen een veilige en inclusieve omgeving creëren voor alle leerlingen.