VO en MBO Opbouwen positieve relaties Week tegen Pesten

VO en MBO Positief met elkaar omgaan Week tegen Pesten

In deze les gaan we het hebben over goed zijn voor elkaar en verbindend gedrag en hoe je dit kunt toepassen in de omgang met je klasgenoten. Verbindend gedrag kan helpen om positieve relaties op te bouwen en een positieve schoolomgeving te creëren.

Inleiding (10 minuten)

Stap de klas binnen vol energie en met een glimlach op je gezicht. Begin de les door het introduceren van het belangrijke thema van de dag: 'Goed voor elkaar & verbinden'. Leg uit dat deze les draait om het creëren van een positieve en ondersteunende omgeving in de klas.

Om het thema in perspectief te plaatsen, wil ik met jullie praten over iets wat helaas te vaak voorkomt: pesten. Hoewel we het allemaal kennen, is het belangrijk om pesten serieus te nemen en te begrijpen waarom het essentieel is om het te voorkomen.

Geef kort een definitie van pesten, waarbij je uitlegt dat pesten herhaaldelijk en opzettelijk kwetsende handelingen omvat. Bespreek waarom pesten schadelijk is, en benadruk dat niemand het verdient om gepest te worden. Verwijs naar de negatieve gevolgen, zoals emotionele pijn, verminderd zelfvertrouwen en negatieve invloed op het welzijn van zowel slachtoffers als daders.

Om het realistisch te maken, vraag ik jullie om voorbeelden te delen van hoe pesten eruit kan zien en welke impact het kan hebben op de betrokkenen. Dit kan variëren van fysiek geweld en verbale beledigingen tot buitensluiting en online intimidatie. Luister actief naar de ervaringen en inzichten van de leerlingen, en laat zien dat hun stemmen gehoord worden.

Dit inleidende gesprek dient als een wake-up call, waardoor we ons bewust worden van de realiteit van pesten en het belang van het voorkomen ervan. Laten we samenwerken om een veilige en respectvolle omgeving te creëren waarin iedereen zich gerespecteerd en gewaardeerd voelt. Onthoud dat we allemaal een rol spelen in het stoppen van pesten en het bevorderen van een positieve schoolervaring voor iedereen."

Met deze inleiding zet je de toon voor de les en stimuleer je betrokkenheid en bewustwording bij de leerlingen. Het realistische en inspirerende verhaal legt de basis voor verdere discussie en activiteiten met betrekking tot het voorkomen van pesten en het creëren van een ondersteunende klasgemeenschap.

Activiteit 1: Wat is 'Goed voor elkaar & Verbindend gedrag'?

Achtergrondinformatie voor de leraar:

Tijdens deze activiteit staat het verkennen van 'Goed voor elkaar & Verbindend gedrag' centraal. Het doel is om de leerlingen bewust te maken van het belang van respect, begrip en ondersteuning binnen de klasgemeenschap. Deze activiteit biedt de gelegenheid om samen met de leerlingen te bespreken wat dit gedrag precies inhoudt en waarom het belangrijk is voor een positieve en harmonieuze klasomgeving.

Het is belangrijk om te benadrukken dat 'Goed voor elkaar & Verbindend gedrag' niet alleen gaat om individuele acties, maar ook om de manier waarop de klas als geheel met elkaar omgaat. Het gaat om het creëren van een klimaat waarin respect, begrip en ondersteuning centraal staan en waarin iedereen zich gewaardeerd en gehoord voelt.

Tijdens de klassikale discussie en het brainstormen in kleine groepjes kunnen de leerlingen voorbeelden bedenken van 'Goed voor elkaar & Verbindend gedrag' in verschillende contexten. Dit kan variëren van hulp bieden bij schoolwerk tot het tonen van empathie en ondersteuning aan medeleerlingen in moeilijke situaties.

De klassikale bespreking biedt de mogelijkheid om de inzichten en voorbeelden van de groepjes te delen en gezamenlijk een overzicht te creëren. Hierdoor krijgen de leerlingen de kans om van elkaar te leren, nieuwe perspectieven te ontdekken en een bredere kijk te krijgen op 'Goed voor elkaar & Verbindend gedrag'.

Het doel van deze activiteit is om leerlingen bewust te maken van de impact van hun gedrag op anderen en hen te motiveren om actief bij te dragen aan een positieve en ondersteunende klasgemeenschap. Het kan ook dienen als basis voor verdere discussies en activiteiten rondom sociaal-emotionele ontwikkeling, het bevorderen van positieve relaties en het creëren van een veilige leeromgeving.

Het is belangrijk om tijdens de nabespreking ruimte te geven aan reflectie en feedback. Stimuleer de leerlingen om hun ervaringen te delen, inzichten te delen en elkaar constructieve feedback te geven. Zo kunnen ze hun begrip van 'Goed voor elkaar & Verbindend gedrag' verdiepen en deze principes in hun dagelijkse leven integreren.

Door het bevorderen van 'Goed voor elkaar & Verbindend gedrag' creëren we een positieve en respectvolle klasgemeenschap waarin iedereen zich veilig, gewaardeerd en gehoord voelt. Deze activiteit draagt bij aan de ontwikkeling van sociale vaardigheden en een positieve groepsdynamiek, wat een solide basis legt voor het leren en welzijn van de leerlingen.

 

Activiteit 1: Wat is 'Goed voor elkaar & Verbindend gedrag'?

Toelichting: Deze activiteit is gericht op het verkennen van wat 'Goed voor elkaar & Verbindend gedrag' precies inhoudt en waarom het belangrijk is. Door met de klas te bespreken en in kleine groepjes voorbeelden te bedenken, krijgen leerlingen de kans om een dieper begrip te ontwikkelen en concrete situaties te verkennen waarin dit gedrag tot uiting komt.

Klassikale introductie: Begin de activiteit met een klassikale discussie over wat 'Goed voor elkaar & Verbindend gedrag' precies betekent. Leg uit dat het verwijst naar het tonen van respect, begrip en ondersteuning naar elkaar toe. Bespreek waarom dit gedrag belangrijk is voor een positieve en harmonieuze klasgemeenschap.

Verdeling in groepjes: Verdeel de klas in kleine groepjes van 3-4 leerlingen. Zorg ervoor dat de groepjes divers zijn, zodat verschillende ideeën en perspectieven worden vertegenwoordigd.

Brainstormen en voorbeelden bedenken: Geef de groepjes enkele minuten de tijd om in hun groepje voorbeelden te bedenken van 'Goed voor elkaar & Verbindend gedrag'. Moedig hen aan om concrete situaties te bedenken waarin dit gedrag tot uiting komt.

Voorbeelden van 'Goed voor elkaar & Verbindend gedrag' kunnen zijn:

  • Een leerling die een medeleerling helpt met hun schoolwerk.
  • Iemand die luistert naar een klasgenoot die zich verdrietig voelt.
  • Een leerling die een ander complimenteert voor hun inzet of prestaties.
  • Samenwerken en elkaar ondersteunen tijdens groepsprojecten.
  • Iemand die een nieuwkomer verwelkomt en hen helpt zich thuis te voelen in de klas.

Klassikale bespreking: Vraag elk groepje om een woordvoerder aan te wijzen om de belangrijkste voorbeelden van 'Goed voor elkaar & Verbindend gedrag' te delen met de rest van de klas. Maak een overzicht op het bord of een flip-over van de verschillende voorbeelden en bespreek deze klassikaal.

Tijdens de klassikale bespreking kunnen de leerlingen aanvullende suggesties geven en kunnen er open discussies plaatsvinden over het belang van 'Goed voor elkaar & Verbindend gedrag' en hoe dit bijdraagt aan een positieve en ondersteunende klasgemeenschap.

Reflectie en samenvatting:

Tijdens deze activiteit hebben we met de klas verkend wat 'Goed voor elkaar & Verbindend gedrag' precies betekent en waarom het belangrijk is voor een positieve en harmonieuze klasgemeenschap. We hebben samen nagedacht over concrete voorbeelden van dit gedrag en hebben gezien hoe het bijdraagt aan respect, begrip en ondersteuning tussen leerlingen.

Door te brainstormen in kleine groepjes hebben de leerlingen verschillende situaties bedacht waarin 'Goed voor elkaar & Verbindend gedrag' tot uiting kan komen. Dit varieerde van het helpen van medeleerlingen bij schoolwerk tot het tonen van empathie en ondersteuning tijdens moeilijke momenten.

Tijdens de klassikale bespreking hebben we de voorbeelden van de groepjes gedeeld en een overzicht gecreëerd van de verschillende vormen van 'Goed voor elkaar & Verbindend gedrag'. Het was inspirerend om te zien hoe de leerlingen actief meedachten en nieuwe perspectieven deelden.

Deze activiteit heeft geleid tot bewustwording bij de leerlingen over het belang van respect, begrip en ondersteuning in de klasgemeenschap. .

 

Activiteit 2: Hoe toepassen van verbindend gedrag?

  • Bespreek met de klas hoe je verbindend gedrag kunt toepassen in de omgang met je klasgenoten.
  • Laat de leerlingen in kleine groepjes bedenken hoe ze verbindend gedrag kunnen toepassen in specifieke situaties, bijvoorbeeld als er sprake is van een conflict of wanneer iemand zich buitengesloten voelt.
  • Bespreek klassikaal de antwoorden van de groepjes en maak een overzicht op het bord.

Toelichting bij Activiteit 2: Hoe toepassen van verbindend gedrag?

Tijdens deze activiteit staat het toepassen van verbindend gedrag in de omgang met klasgenoten centraal. Het doel is om de leerlingen bewust te maken van hoe ze verbindend gedrag kunnen tonen in specifieke situaties, zoals conflicten of momenten waarop iemand zich buitengesloten voelt.

In kleine groepjes kunnen de leerlingen brainstormen en ideeën genereren over hoe ze verbindend gedrag kunnen toepassen in deze situaties. Ze kunnen concrete voorbeelden bedenken van wat ze kunnen zeggen of doen om begrip, empathie en ondersteuning te tonen. Het is belangrijk om te benadrukken dat verbindend gedrag niet altijd ingewikkeld hoeft te zijn; soms kan een eenvoudige daad van vriendelijkheid al een groot verschil maken.

Tijdens de klassikale bespreking kunnen de groepjes hun ideeën delen en kan er een overzicht op het bord worden gemaakt. Dit stimuleert de uitwisseling van verschillende perspectieven en strategieën, en biedt de gelegenheid om dieper in te gaan op de toepassing van verbindend gedrag in de klasgemeenschap.

 

Activiteit 3: Oefenen met verbindend gedrag

  • Laat de leerlingen in tweetallen oefenen met verbindend gedrag.
  • Geef de ene leerling een situatie waarin iemand verbindend gedrag vertoont en de andere leerling een situatie waarin iemand onverbindend gedrag vertoont.
  • Laat de leerlingen in tweetallen bespreken wat ze hebben gezien en geef feedback.

Toelichting bij Activiteit 3: Oefenen met verbindend gedrag

In deze activiteit krijgen de leerlingen de kans om te oefenen met het herkennen en bespreken van verbindend gedrag. Ze worden in tweetallen verdeeld, waarbij de ene leerling een situatie krijgt waarin iemand verbindend gedrag vertoont, terwijl de andere leerling een situatie krijgt waarin iemand onverbindend gedrag vertoont.

De leerlingen bespreken samen wat ze hebben gezien en geven elkaar feedback. Dit biedt hen de mogelijkheid om specifieke voorbeelden van verbindend gedrag te identificeren, te analyseren waarom dit gedrag effectief is en te bespreken welke alternatieven er mogelijk zijn voor onverbindend gedrag. De focus ligt op het ontwikkelen van inzicht in hoe gedrag anderen kan beïnvloeden en hoe ze hun eigen gedrag kunnen aanpassen om een positieve bijdrage te leveren aan de klasgemeenschap.

 

Activiteit 4: Het belang van verbindend gedrag

  • Bespreek met de klas wat de voordelen zijn van verbindend gedrag en hoe dit kan bijdragen aan een positieve schoolomgeving.
  • Laat de leerlingen in kleine groepjes brainstormen over manieren waarop ze verbindend gedrag kunnen stimuleren in de klas en op school.
  • Bespreek klassikaal de antwoorden van de groepjes en maak een overzicht op het bord.

Toelichting bij Activiteit 4: Het belang van verbindend gedrag

Deze activiteit is gericht op het bespreken van de voordelen van verbindend gedrag en hoe dit kan bijdragen aan een positieve schoolomgeving. Het doel is om de leerlingen bewust te maken van de impact van verbindend gedrag en hen te stimuleren om manieren te bedenken waarop ze verbindend gedrag kunnen stimuleren in de klas en op school.

In kleine groepjes kunnen de leerlingen brainstormen over concrete manieren waarop ze verbindend gedrag kunnen bevorderen. Ze kunnen ideeën genereren zoals het organiseren van teambuildingactiviteiten, het tonen van waardering voor elkaar, het creëren van een veilige ruimte voor open communicatie, en het aanmoedigen van respect en begrip.

Tijdens de klassikale bespreking kunnen de groepjes hun ideeën delen en kan er een overzicht op het bord worden gemaakt. Dit stimuleert een gezamenlijke verkenning van hoe verbindend gedrag kan bijdragen aan een positieve schoolomgeving en moedigt de leerlingen aan om actieve deelnemers te zijn in het creëren van een positieve verandering.

Het doel van deze activiteiten is om leerlingen bewust te maken van de kracht van verbindend gedrag, hen te laten oefenen met het toepassen ervan en hen te stimuleren om actief bij te dragen aan een positieve en ondersteunende klasgemeenschap. Het bevordert sociaal bewustzijn, empathie en actie, en draagt bij aan de ontwikkeling van waardevolle vaardigheden voor het leven.

 

Afsluiting

  • Bespreek klassikaal hoe de leerlingen verbindend gedrag kunnen blijven toepassen en wat de voordelen zijn van een positieve schoolomgeving.

 

Optionele activiteit

  • Laat de leerlingen in kleine groepjes een campagne bedenken om verbindend gedrag te stimuleren op school. Laat de groepjes hun campagne presenteren aan elkaar.
 


Verbindend gedrag

Verbindend gedrag is gedrag dat bijdraagt aan een positieve en veilige schoolomgeving, waarin iedereen zich geaccepteerd en gerespecteerd voelt. Dit betekent dat je anderen ondersteunt, hun standpunten respecteert en samenwerkt om gemeenschappelijke doelen te bereiken.

 

Er zijn verschillende manieren waarop leerlingen verbindend gedrag kunnen tonen:

  1. Toon empathie: Toon begrip en medeleven voor anderen. Als iemand zich bijvoorbeeld rot voelt, luister dan naar ze en probeer ze te steunen.

  2. Respecteer anderen: Behandel anderen zoals je zelf behandeld wilt worden. Laat zien dat je respect hebt voor de ideeën, meningen en waarden van anderen.

  3. Bouw positieve relaties op: Probeer een goede relatie op te bouwen met je klasgenoten en leraren. Zo leer je elkaar beter kennen en kun je elkaar beter begrijpen.

  4. Werk samen: Werk samen met anderen om gemeenschappelijke doelen te bereiken. Dit kan bijvoorbeeld zijn door samen te werken aan een project of het opzetten van een activiteit.

  5. Intervenieer bij pestgedrag: Wanneer je pestgedrag waarneemt, probeer dan in te grijpen. Dit kan door het slachtoffer te helpen of het gedrag te melden bij een volwassene.

Als leerlingen verbindend gedrag tonen, dragen zij bij aan een positieve en veilige schoolomgeving. Dit kan helpen om pestgedrag te voorkomen en te stoppen, en kan bijdragen aan een betere schoolervaring voor iedereen.