Leerlingen formuleren in groepjes tips voor verschillende doelgroepen (kinderen, ouders, leerkrachten, en schoolleiding) om cyberpesten te voorkomen. Ze leren nadenken over effectieve preventie, bewustwording rondom online gedrag, en de rol van ieder individu in het bevorderen van een veilige online omgeving.
Doelgroep
Leerlingen in het Voortgezet Onderwijs (VO) en Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO).
Lesopbouw
Stap 1: Introductie van het thema (10 minuten)
- Start de les met een korte uitleg over cyberpesten: wat is het, waarom is het een probleem, en wat zijn de effecten op kinderen en jongeren?
- Leg het doel van de les uit: in groepjes gaan de leerlingen tips bedenken voor vier verschillende doelgroepen om cyberpesten te voorkomen.
- Bespreek kort waarom het belangrijk is dat verschillende mensen (zoals kinderen, ouders, leerkrachten en schoolleiding) bijdragen aan het voorkomen van cyberpesten.
Goedemorgen allemaal, vandaag gaan we het hebben over een heel belangrijk onderwerp: cyberpesten. Cyberpesten is een vorm van pesten die online plaatsvindt. Denk bijvoorbeeld aan nare berichten die via social media worden verstuurd, vervelende opmerkingen in een groepsapp, of foto's die online worden gedeeld om iemand belachelijk te maken.
In tegenstelling tot 'gewoon' pesten, gebeurt cyberpesten niet alleen op school of tijdens het sporten. Het kan overal plaatsvinden, op elk moment van de dag, omdat iedereen altijd verbonden is met internet. Dit kan ervoor zorgen dat iemand zich continu lastiggevallen voelt, omdat het niet stopt zodra je thuis bent. Bovendien kan één vervelend bericht heel snel gedeeld worden met anderen, waardoor het probleem steeds groter wordt.
Waarom is het zo belangrijk om hierover te praten? Omdat cyberpesten grote gevolgen kan hebben. Degene die gepest wordt, kan zich erg verdrietig, bang of eenzaam voelen. Het kan ook het zelfvertrouwen kapotmaken en invloed hebben op hoe iemand zich voelt, zowel op school als daarbuiten.
Daarom gaan we vandaag aan de slag om na te denken over oplossingen: wat kunnen we doen om cyberpesten te voorkomen? Jullie gaan in groepjes tips bedenken voor verschillende mensen die kunnen helpen om cyberpesten tegen te gaan. Denk aan kinderen zoals jullie, maar ook aan ouders, leerkrachten en de schoolleiding. Iedereen heeft namelijk een rol in het creëren van een veilige online omgeving waar niemand gepest wordt.
Het doel van deze les is dat jullie leren wat je zelf kunt doen, en hoe je anderen kunt helpen om cyberpesten te stoppen of te voorkomen. Als jullie allemaal je tips klaar hebben, gaan we ze samen delen, zodat we er met de hele klas van kunnen leren.
Dus laten we het beste uit deze les halen en samen nadenken over hoe we een veilige online omgeving kunnen maken voor iedereen."
Stap 2: Groepsindeling en rolverdeling (5 minuten)
- Verdeel de klas in subgroepen van 3 tot 5 personen. Elke groep bedenkt tips voor een van de volgende doelgroepen:
- Kinderen en jongeren: Hoe kunnen zij zich veilig online gedragen en cyberpesten voorkomen?
- Ouders en opvoeders: Hoe kunnen zij hun kinderen begeleiden bij veilig online gedrag en signalen van cyberpesten herkennen?
- Leerkrachten: Welke rol kunnen zij spelen in het voorkomen van cyberpesten en hoe kunnen zij het bespreekbaar maken?
- Schoolleiding en beleidsmakers: Welke maatregelen kunnen zij nemen om cyberpesten tegen te gaan en een veilig online klimaat te creëren?
Zorg ervoor dat elke groep zich richt op een specifieke doelgroep en daarbij passende tips bedenkt.
Stap 3: Brainstormsessie – tips formuleren (20-25 minuten)
Laat de groepen samen brainstormen over concrete tips voor hun toegewezen doelgroep. Geef de volgende richtlijnen mee:
- Denk vanuit de doelgroep: Wat weten zij al over cyberpesten en wat moeten ze nog leren? Wat kunnen zij in hun dagelijks leven veranderen om cyberpesten te voorkomen?
- Wees praktisch en duidelijk: Formuleer tips die concreet en uitvoerbaar zijn. Bijvoorbeeld: “Gebruik sterke wachtwoorden en deel deze niet met anderen.”
- Zet een positieve toon: Stimuleer positief gedrag en geef voorbeelden van wat wél werkt, in plaats van alleen te vertellen wat fout kan gaan.
Stap 4: Uitwerken van de tips (15-20 minuten)
Laat de leerlingen hun tips opschrijven op een groot vel papier, in een digitaal document, of op een poster. Zorg ervoor dat de tips goed gestructureerd zijn:
- Gebruik bullet points voor overzichtelijkheid.
- Geef elke tip een duidelijke titel.
- Voeg korte toelichtingen of voorbeelden toe om de tips toe te lichten.
Stap 5: Presenteren van de tips (20-30 minuten)
- Laat elke groep hun tips presenteren aan de rest van de klas. Dit hoeft geen lange presentatie te zijn; het gaat vooral om het delen van de belangrijkste inzichten.
- Na elke presentatie is er ruimte voor vragen en aanvullingen van klasgenoten. Bespreek samen welke tips effectief zijn en waarom.
Stap 6: Discussie en reflectie (10-15 minuten)
- Bespreek met de klas welke tips zij het meest waardevol vinden voor de verschillende doelgroepen.
- Vraag de leerlingen om te reflecteren: Wat hebben ze geleerd over cyberpesten en hoe kan iedereen bijdragen aan een veilige online omgeving?
Stap 7: Afronding en uitnodiging om tips te delen (5 minuten)
- Bedank de leerlingen voor hun inzet en bespreek kort het belang van de gedeelde tips en inzichten.
- Nodig de leerlingen uit om hun tips en uitwerkingen met Stichting Stop Pesten Nu te delen. Wij zouden het heel leuk vinden om jullie tips te ontvangen! Stuur ze per e-mail naar redactie@stoppestennu.nl. Zo kunnen we samen bijdragen aan het voorkomen van cyberpesten.
Benodigdheden
- Groot vel papier, posters, of laptops/tablets om de tips uit te werken
- Pennen, markers, en eventuele andere knutselmaterialen
- Eventueel presentatiehulpmiddelen zoals een bord, projector, of digitale whiteboard
Leerdoelen
- Leerlingen begrijpen de rol van verschillende doelgroepen bij het voorkomen van cyberpesten.
- Leerlingen kunnen concrete, uitvoerbare tips formuleren voor kinderen, ouders, leerkrachten en schoolleiding.
- Leerlingen leren samenwerken, brainstormen en presenteren in groepsverband.
- Leerlingen reflecteren op hun eigen rol in het creëren van een veilige online omgeving.
Evaluatie
Beoordeel de groepen op de volgende aspecten:
- Inhoud van de tips: Zijn de tips relevant, duidelijk en uitvoerbaar voor de gekozen doelgroep?
- Samenwerking en presentatie: Hoe heeft de groep samengewerkt en hun ideeën gepresenteerd?
- Reflectie en discussie: Zijn de leerlingen in staat om hun eigen rol in het voorkomen van cyberpesten te begrijpen en te benoemen?
Door dit lesplan te volgen, leren leerlingen gezamenlijk na te denken over preventie van cyberpesten, ontwikkelen ze praktische oplossingen voor verschillende betrokkenen, en krijgen ze de kans om hun inzichten te delen met een breder publiek.
Stap 2: Redenen om niet in te grijpen bij pesten (Toelichtingen)
"Ik heb er niets mee te maken."
Toelichting: Veel omstanders zien pesten als een probleem van anderen en niet van henzelf. Hierdoor voelen ze geen verantwoordelijkheid om in te grijpen.
Voorbeeldantwoord: "Misschien voelt het niet als jouw zaak, maar vaak kan iemand heel erg geholpen zijn als iemand anders wel iets zegt.""Ze zoeken het zelf maar uit."
Toelichting: Sommige leerlingen denken dat de gepeste persoon zelf moet leren voor zichzelf op te komen, maar dat is niet altijd makkelijk of veilig voor het slachtoffer.
Voorbeeldantwoord: "De persoon die gepest wordt, kan zich vaak heel machteloos voelen. Door te helpen, laat je zien dat ze er niet alleen voor staan.""Zo erg is het allemaal niet."
Toelichting: Soms wordt pesten gebagatelliseerd. Mensen zien het als plagen of een grapje, zonder te beseffen wat voor effect het kan hebben op het slachtoffer.
Voorbeeldantwoord: "Ook al lijkt het voor jou misschien onschuldig, voor de persoon die gepest wordt kan het heel heftig zijn.""Ik heb gewoon geen zin om me ermee te bemoeien."
Toelichting: Sommige leerlingen zijn bang dat het teveel moeite kost om in te grijpen of dat het hen in problemen zal brengen.
Voorbeeldantwoord: "Het hoeft niet altijd veel moeite te kosten. Soms is het al genoeg om een leerkracht in vertrouwen te nemen of om het slachtoffer te laten weten dat je er voor ze bent.""Je krijgt er alleen maar last van."
Toelichting: Angst voor negatieve gevolgen kan leerlingen tegenhouden om op te treden tegen pesten, zoals zelf doelwit worden.
Voorbeeldantwoord: "Het is begrijpelijk dat je bang bent om zelf gepest te worden, maar bedenk dat als niemand iets zegt, het pesten kan doorgaan en erger kan worden.""Bedankt zeg! Straks word ik ook gepest!"
Toelichting: Veel leerlingen vrezen dat als ze opkomen voor een slachtoffer, ze zelf het volgende doelwit kunnen worden van de pester.
Voorbeeldantwoord: "Probeer niet alleen te handelen. Zoek steun bij anderen, zoals vrienden, leerkrachten of je mentor. Samen sta je sterker.""Het helpt toch niet."
Toelichting: Deze reden gaat vaak over een gevoel van machteloosheid, dat het toch geen zin heeft om iets te doen tegen pesten.
Voorbeeldantwoord: "Elke actie kan helpen, zelfs als het maar klein lijkt. Door te laten zien dat je pesten niet accepteert, laat je de pester en het slachtoffer weten dat het niet oké is.""Waarom moet ik er iets van zeggen?"
Toelichting: Sommige leerlingen voelen niet de verantwoordelijkheid om te helpen. Ze denken dat anderen wel zullen ingrijpen.
Voorbeeldantwoord: "Iedereen kan helpen om een positieve sfeer te creëren. Als jij niets zegt, denkt de pester dat het gedrag oké is.""Je kunt er niks tegen doen."
Toelichting: Het gevoel dat pesten onvermijdelijk is, kan ervoor zorgen dat leerlingen niet ingrijpen.
Voorbeeldantwoord: "Als iedereen denkt dat ze niets kunnen doen, verandert er ook niets. Maar als je het samen aanpakt, kun je wel degelijk verschil maken.""Eigenlijk is het hun eigen schuld."
Toelichting: Er kunnen aannames zijn dat het slachtoffer iets doet waardoor ze gepest worden, wat een excuus geeft om niets te doen.
Voorbeeldantwoord: "Niemand verdient het om gepest te worden, wat de reden ook is. Iemand helpen is altijd beter dan iemand de schuld geven."
Stap 4: Groepsdiscussie en meningsvorming (Voorbeeldantwoorden en vragen)
Welke redenen vinden jullie begrijpelijk? Waarom?
Voorbeeldantwoord: “Ik begrijp de reden ‘straks word ik ook gepest’ wel. Als je bang bent om zelf het doelwit te worden, is het lastig om iets te zeggen.”Vervolgvraag voor docent: "Wat kun je dan doen om wel te helpen, maar toch veilig te blijven voor jezelf?"
Welke reden vind je absoluut geen goede reden? Waarom niet?
Voorbeeldantwoord: “'Het helpt toch niet' vind ik geen goede reden, want als niemand iets doet, blijft het probleem juist bestaan.”Vervolgvraag voor docent: "Kunnen jullie voorbeelden bedenken waarin het juist wel geholpen heeft als iemand iets zei of deed?"
Wat zou je moeten doen als je iemand hoort die een van deze redenen gebruikt om niet in te grijpen?
Voorbeeldantwoord: “Misschien kun je hen overtuigen door te laten zien dat het belangrijk is om te helpen, en dat het niet oké is om weg te kijken.”Vervolgvraag voor docent: "Hoe kun je anderen motiveren om ook moed te tonen? Wat zou je kunnen zeggen tegen een vriend die een van deze redenen gebruikt?"
Stap 5: Plenaire terugkoppeling (Voorbeeldvragen voor docent)
- "Hebben jullie allemaal wel eens een reden gebruikt om niets te doen tegen pesten? Hoe voelde dat voor jullie?"
- "Wat denk je dat er zou gebeuren als niemand meer weg zou kijken en iedereen wel zou ingrijpen?"
- "Hoe kunnen we elkaar als klas helpen om te zorgen dat we de moed hebben om in te grijpen bij pesten?"
Stap 6: Afsluiting en motivatie tot actie (Voorbeeldtekst docent)
"Jullie hebben vandaag laten zien dat het niet makkelijk is om in te grijpen bij pesten, maar dat het wel belangrijk is. Ik hoop dat jullie na deze les beter begrijpen hoe groot de impact van pesten kan zijn en dat jullie de moed vinden om er iets tegen te doen als jullie het zien gebeuren. Onthoud: ook een kleine actie kan al een groot verschil maken."